Mama's coming-out
De queer dimensies van het langvoeden
Er lijkt zich de laatste jaren een spectaculaire coming out te voltrekken van moeders die hun kinderen langer dan een (half) jaar de borst geven. Zo prijkte er vorig jaar op de Time-cover [1] een jonge moeder met haar 3-jarige kind aan de borst. Staand, waarmee leek te worden benadrukt dat het niet eenvoudig is een kleuter op schoot tegen de borst te houden. Eerder was er ook in Nederland aandacht voor het taboe dat er op het zogenaamde ‘langvoeden’ zou bestaan. Zo werd in 2011 de campagne ‘Tiet Zat’ gelanceerd [2], aanleiding voor Volkskrant Magazine om acht vrouwen met kind – het babystadium ruim gepasseerd – aan de borst te laten poseren [3].
Langer borstvoeding geven is in de geïndustrialiseerde wereld een trend, met name onder hoogopgeleide vrouwen. Zij kunnen zich beroepen op nieuwe richtlijnen opgesteld door autoriteiten als de Wereldgezondheidsorganisatie of de American Academy of Pediatrics, die adviseren minstens 1 of 2 jaar borstvoeding te geven en door te gaan zo lang als gewenst door moeder en kind [4]. Langvoeden is echter verre van maatschappelijk geaccepteerd. Moeders kunnen in westerse landen met wantrouwen en zelfs afschuw worden bejegend als zij niet binnen een jaar spenen. Commentaar kan variëren van het afhankelijk houden van een kind tot incest, en moeders kan worden verweten pervers, pedofiel of ronduit ziek te zijn.
Zodra het gezoogde kind wat ouder is lijken seksuele associaties het beeld van het behaaglijke moederlichaam gemakkelijk te verstoren. De Franse filosoof Michel Foucault heeft beschreven hoe sinds het einde van de negentiende eeuw seksualiteit een fundamenteel en vormend aspect is geworden van onze identiteit en sociale relaties [5]. In het geval van borstvoeden lijkt seksualiteit voor buitenstaanders een middel om de relatie tussen moeder en kind te reguleren. Zo voldoet een moeder die haar kleine baby de borst geeft nog aan het beeld van de goede moeder: haar borsten zijn uiterst functioneel. Is het kind wat ouder, dan worden aspecten als plezier, genot en intimiteit zichtbaarder en dringt de associatie met seksualiteit zich op. De notie dat borsten er uitsluitend zijn om mannen te behagen lijkt dan de overhand te krijgen. De goede moeder en de vrouw als heteroseksueel object voor mannen blijken categorieën die in onze cultuur alleen strikt van elkaar gescheiden kunnen bestaan.
Het beeld van een moeder die een ouder kind zoogt kan echter als queer worden beschouwd, juist omdat het weerstand biedt aan het denken in duidelijke categorieën [6]. Zo laat de praktijk van het langvoeden zich niet zo gemakkelijk normaliseren. Moeders verwijzen nauwelijks naar officiële aanbevelingen, maar noemen juist uiterst subjectieve redenen de periode van borstvoeding te verlengen. Ze geven aan te worden geleid door gevoel en intuïtie, praktische omstandigheden, hun eigen behoeftes en die van het kind. Baby’s kunnen zelf aangeven wanneer zij geen borstvoeding meer hoeven, dit kan na zes maanden zijn, na een jaar, of pas na enkele jaren. Voor sommige moeders en kinderen kan voeden als prettig worden ervaren en als de melk blijft vloeien is uitstel van spenen mogelijk. Het kan echter ook met veel pijn en moeite gepaard gaan, of de melkproductie kan simpelweg ophouden. Bovendien kunnen werkomstandigheden een faciliterende of beperkende rol spelen.
De praktijk van het langvoeden opent, kortom, een ander ethisch kader waarin het niet gaat om een bepaalde norm,-of deze nu wordt vastgesteld door het commentaar van buitenstaanders of door medisch-wetenschappelijke richtlijnen-, maar om liefde en lichaam en de complexiteit van erotische en intieme ervaring. Borstvoeden is een praktijk waarbij lichamelijke grenzen, die tussen binnen en buiten, zelf en ander, (letterlijk) fluïde worden. Hiermee heeft het een onloochenbare erotische dimensie. Voor sommige moeders brengt deze ultieme vorm van intimiteit een intens genot met zich mee, anderen kunnen het ervaren als beangstigende aantasting van de integriteit en coherentie van lichaam en identiteit.
Dat borsten tegelijkertijd functioneel en erotisch kunnen zijn dwingt ons de comfortzone van vastomlijnde identiteiten of subject-posities (in dit geval: de goede moeder vs. de vrouw als heteroseksueel object voor mannen; functioneel vs. seksueel) te verlaten. De ambiguïteit van de langvoedende vrouw verwijst subtiel naar een verleden van complexe, heterogene en misschien zelfs conflicterende subjectiviteiten. De Madonna Lactans, historische afbeeldingen van Maria die Jezus – niet zelden al een grote kleuter – de borst geeft, waren ultieme verbeeldingen van het goede moederlichaam, ondanks expliciet blote borsten en tepels. Dit voorheen onbeschaamde naakt werd echter met terugwerkende kracht seksueel beladen toen in de late Renaissance het naakt afbeelden van heilige figuren werd verboden. Zelfs het lichaam van de heilige mariamaagd kon niet ontsnappen aan de hysterische seksualisering waardoor het ene vrouwenlichaam als normaal of behaaglijk wordt beschouwd, terwijl het andere als pervers wordt gediskwalificeerd. Het illustreert wederom hoe categorieën als de goede moeder of de goede vrouw rigide instituties zijn waarvan de onschuld door buitenstaanders actief bewaakt wordt.
Ongemakkelijker voor ons is wellicht Rubens’ verbeelding van het tot de 18e eeuw populaire thema van de caritas romana. Het verhaal gaat dat de jonge Pero haar gevangengenomen en tot hongerdood veroordeelde vader Cimon dagelijks bezocht om hem de borst te geven. Na ontdekking besloten de bewakers, geroerd door Pero's dochterlijke toewijding, niet het geval als incest aan de autoriteiten rapporteren, maar beiden vrij te laten. Het is moeilijk voor te stellen dat Cimon en Pero vandaag de dag op dergelijke bewondering en begrip zouden kunnen rekenen.
De dominante norm omtrent borstvoeding is dat het een privéaangelegenheid is en niet langer dan een jaar dient te worden voortgezet. Door een spectaculaire 'coming-out' maken moeders het taboe omtrent een borstvoedingspraktijk die zich niet zo gemakkelijk onder deze norm laat scharen manifest en bevragen zij impliciet de grondgedachte die erachter schuilt. Langvoeden is net zo queer als dat het verontrustend is, omdat het een grenspraktijk is die de grenzen tussen functionaliteit en erotisch plezier, normaal en pathologisch, natuurlijk en pervers destabiliseert. Het laat zien hoe de categorieën waarin we denken en waarmee we over identiteit oordelen problematisch en soms onhoudbaar zijn.
(Dit is een ingekorte en aangepaste versie van het in 2012 geschreven essay ‘Queer Milk: The Queering Practice of Extended Breastfeeding’.)
[1] K. Pickert, ‘Are you Mom Enough?’, Time Magazine, mei 21, (2012). Cover credit en foto's: M. Schoeller. Zie ook: http://www.time.com/time/covers/0,16641,20120521,00.html
[2] Campagne ‘Tiet Zat’: http://www.borstvoeding.com/dvd/dvd-tz.html
[3] A. Verbeek, ‘Borstverlenging’, Volkskrant magazine, 29 oktober (2011), pp. 18-25. Foto's door L. Deunk. (De reportage zoals gepubliceerd in VK magazine: http://www.borstvoeding.com/files/borstverlenging.pdf)
[4] AAP, ‘Continuing Breastfeeding Beyond The First Year’, (2011): http://www.healthychildren.org/English/ages-stages/baby/breastfeeding/Pages/Continuing-Breastfeeding-Beyond-the-First-Year, en: AAP, beleidsstandpunt Breastfeeding and the use of human milk, (een in 2005 geactualiseerde versie van het origineel uit 1997): http://aappolicy.aappublications.org/cgi/content/full/pediatrics;115/2/496
[5] M. Foucault, The will to knowledge: The history of sexuality, Vol. 1, vert. R. Hurley, (London: Penguin Books, 1998 [1976]), p. 3-49.
[6] Voor meer artikelen over (de queer dimensie van) langvoeden, zie o.a.:
K. Y. Kimball, Milk machines: Exploring the breastfeeding apparatus, (University of North Texas, 2008); C. Stearns, ‘Breastfeeding and the good maternal body.’ In: Gender and Society, vol. 13 (1999) 3, p. 308-325. En: V. Schmied en D. Lupton, ‘Blurring the boundaries: breastfeeding and maternal subjectivity.’ In: Sociology of health & illness vol. 23 (2001) 2, p. 308-325.