Mannelijkheid op je bord

Beeld door Jules van Beurden
Beeld door Jules van Beurden
Nienke Amarins Hettinga (redacteur)

In veel culturen staat vlees niet alleen symbool voor rijkdom en macht, maar ook voor mannelijkheid. Van de mythische jager tot de moderne barbecue-koning: vlees wordt telkens opnieuw neergezet als het voedsel van ‘echte mannen’. Daarmee is vlees eten nooit een neutrale handeling, maar een praktijk die verweven is met machtsstructuren.

Vlees als mannelijk privilege

In pre-industriële samenlevingen was vlees schaars en kostbaar. Toegang ertoe was een privilege van de elite, meestal mannelijke leiders. Lange tijd werd dit in verband gebracht met het klassieke beeld van de man als jager en de vrouw als verzamelaar. Inmiddels is echter duidelijk dat dit grotendeels een hardnekkige mythe is. Archeologisch en antropologisch onderzoek toont dat vrouwen in veel gemeenschappen actief deelnamen aan de jacht, en dat het verzamelen van plantaardig voedsel niet alleen een ‘vrouwelijke’ taak was. Het clichébeeld van de jagende man en de verzamelende vrouw is daarmee geen neutrale weergave van de geschiedenis, maar een patriarchale projectie die mannen centraal stelt en hun rol verheerlijkt.

Wat wel klopt is, is dat vleesconsumptie vaak ongelijk werd verdeeld. In agrarische samenlevingen kregen mannen de grootste porties vlees, terwijl vrouwen en kinderen doorgaans met restjes of plantaardige gerechten genoegen moesten nemen. 

Ook religieuze tradities bevestigden deze hiërarchie. In veel patriarchale religies gold de man als gezinshoofd en was hij verantwoordelijk voor de verdeling van voedsel, inclusief vlees. Rituele offers werden veelal door en voor mannen uitgevoerd, waarbij het eten van vlees hun rol als bemiddelaar tussen het goddelijke en het gezin benadrukte. Daarmee werd vlees cruciaal in een domein van mannelijke autoriteit. Wie het recht had om dieren te doden, te verdelen en te consumeren, beschikte ook over symbolische macht binnen het huishouden.

Vlees in de moderne beeldvorming

In de 20e en 21e eeuw is de koppeling tussen vlees en mannelijkheid door marketing opnieuw versterkt. Reclames voor hamburgers, biefstukken en barbecueproducten richten zich nadrukkelijk op mannen en spelen met beelden van kracht, agressie en seksuele dominantie. Slogans als “real men eat meat” of “feed the man meat” bevestigen het idee dat vleesconsumptie een essentieel onderdeel is van mannelijke identiteit, terwijl plantaardig eten wordt afgedaan als zwak, elitair of vrouwelijk.

Ook in de populaire cultuur krijgen mannen die vegetarisch of veganistisch eten vaak een minderwaardige rol toebedeeld, tegenover de vleeseter die wordt neergezet als daadkrachtig en onafhankelijk. Dit is geen onschuldig beeld: het legt een directe link tussen dominantie over dieren en het maatschappelijke ideaal van mannelijkheid.

Politieke en economische belangen

Deze culturele koppeling is niet alleen symbolisch, maar ook economisch en politiek van belang. De vleesindustrie draait op het toe-eigenen van dierenlichamen en hun reproductieve capaciteiten. Vrouwelijke dieren worden gedwongen tot voortdurende voortplanting, waarna hun jongen vaak direct worden weggenomen. Diezelfde logica van toe-eigening is terug te vinden in patriarchale systemen waarin de vruchtbaarheid van vrouwen wordt gezien als bezit van de familie, beheerd door vaders, echtgenoten of zelfs staten. Zowel bij dieren als bij vrouwen wordt controle gelegitimeerd door het idee dat het 'natuurlijk' is dat een ander beslist.

De industrie heeft er daarom belang bij om vlees te blijven presenteren als mannelijk. Het waarborgt een stabiele markt, met name onder mannelijke consumenten die hun identiteit deels uit deze associatie halen. Wetgeving weerspiegelt dezelfde logica: waar vrouwenrechten in veel landen geleidelijk worden uitgebreid, blijft dierenbescherming structureel achter. Het beperken van vleesconsumptie staat zelden op de politieke agenda, juist omdat het zo diep verweven is met ideeën over mannelijkheid en dominantie.

Mannelijkheid ten koste van de planeet

Een dimensie die steeds urgenter wordt, is de koppeling tussen vleesconsumptie en klimaat.De veehouderij is wereldwijd een van de grootste veroorzakers van broeikasgasuitstoot, ontbossing en verlies van biodiversiteit. Vlees eten draagt daarmee direct bij aan de klimaatcrisis. Toch blijft vlees binnen de mannelijke identiteit vaak gepresenteerd als een symbool van vrijheid en overvloed, terwijl plantaardig eten wordt weggezet als zwak.

Onderzoek uit Frankrijk onder 15.000 mensen laat zien hoe groot dit verschil daadwerkelijk is: mannen stoten gemiddeld 26% meer broeikasgassen uit dan vrouwen, voornamelijk door hun hogere consumptie van rood vlees. Zelfs wanneer rekening wordt gehouden met het feit dat mannen meer calorieën eten, blijft vleesconsumptie een van de belangrijkste factoren die het emissieverschil tussen mannen en vrouwen verklaren. 

Deze framing heeft een politieke functie: wie kritiek levert op vleesconsumptie, wordt al snel gezien als een bedreiging van persoonlijke vrijheid of zelfs van mannelijkheid zelf. Daarmee wordt het gesprek over duurzame voeding niet of weinig gevoerd, terwijl de gevolgen van klimaatverandering juist de meest kwetsbaren in de wereld treffen – vaak vrouwen, kinderen en gemeenschappen in het mondiale zuiden. Vlees eten als mannelijk privilege heeft dus niet alleen sociale en symbolische gevolgen, maar ook ecologische en mondiale: het bevestigt een systeem waarin macht en consumptie belangrijker zijn dan zorg en duurzaamheid.

Naar een nieuwe mannelijkheid

De historische en culturele koppeling tussen vlees en mannelijkheid is geen onschuldige traditie, maar een constructie die geweld tegen dieren legitimeert, patriarchale structuren versterkt en de planeet onder druk zet. Zolang vlees wordt neergezet als mannelijk voedsel, blijft dit systeem van dominantie bestaan.

Daarom is het doorbreken van deze koppeling belangrijk, zowel vanuit feministisch als vanuit dierenrechten  en ecologisch perspectief. Het vraagt om nieuwe idealen van mannelijkheid, niet gebaseerd op overheersing, maar op zorg, verantwoordelijkheid en wederkerigheid. Plantaardig eten moet dan ook niet worden gezien als ‘vrouwelijk’ of ‘minderwaardig’, maar als een daad van verzet tegen een systeem dat dieren uitbuit, ongelijkheid in stand houdt en het klimaat ontwricht.

Het loslaten van de vlees-mannelijkheid-mythe is daarmee meer dan een kwestie van voeding: het is een culturele transformatie.


Steun LOVER!
LOVER draait sinds de start in 1974 volledig op vrijwilligers en donaties. Wil je dat een van Nederlands oudste feministische tijdschriften blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.