Naar de stembus: wat doet het Europees Parlement?
Op 6 juni gaan we naar de stembus voor het Europees Parlement. De opkomst van stemmers is bij deze verkiezingen vaak niet zo hoog. Veel mensen weten niet goed waar de verkiezingen over gaan en wat het Europees Parlement precies doet. Daarom vonden wij het tijd voor een begrijpelijk uitleg! Natuurlijk vertellen we je ook meer over de vertegenwoordiging van vrouwen in de Europese politiek.
Start van de Europese Unie
De Europese Unie (EU) is een samenwerking van 27 Europese landen, waaronder Nederland. In 1952 begon die samenwerking, met de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Na de Tweede Wereldoorlog groeide de samenwerking snel: steeds meer landen deden mee, en al snel wilden landen niet alleen samenwerken op gebied van kolen en staal maar ook voor andere zaken zoals handel tussen landen, veiligheid en sociale kwesties.
De Europese Unie bestaat vandaag de dag uit vier politieke lagen: de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Europese Raad. Daar wordt besloten over gezamenlijke plannen en regelgeving rond onder andere handel, landbouw, mensenrechten, technologie en hulp bij natuurrampen. Maar het gaat ook over het klimaat, oorlog en vrede, en arbeidsrechten voor alle mensen in Europa. De landen die lid zijn van de Europese Unie, noem je de ‘lidstaten’. De lidstaten zijn verplicht om zich aan de gemaakte afspraken te houden.
Waar stem jij voor? Het Europees Parlement
Sinds 1979 mogen burgers elke vijf jaar hun stem laten horen bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. Het Europees Parlement is het enige politieke orgaan van de Europese Unie waarvoor wij naar de stembus gaan: burgers van alle lidstaten mogen stemmen voor ‘hun’ leden van het Parlement. Van de 705 zetels mag Nederland er 31 vullen. Wij stemmen dus niet op kandidaten uit heel Europa, maar op Nederlandse kandidaten. Als die kandidaten verkozen worden, worden ze ‘Member of the European Parliament’, oftewel MEP's. MEP's hebben invloed op het beleid dat direct van toepassing is op EU-burgers, waar het zich richt op de gemeenschappelijke Europese belangen. Het gaat hier dus om grensoverstijgende vraagstukken en EU-beleid. Denk hierbij aan resoluties over ouderschapsverlof, het bestrijden van geweld tegen vrouwen en het beschermen van vluchtelingen.
De eerste Nederlandse vrouwen
Toen in 1952 de voorloper van de Europese Unie, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), werd opgericht, zaten er maar weinig vrouwen in de politiek. Gelukkig kwam daar verandering in, en er zijn twee Nederlandse vrouwen die daar een belangrijke rol in speelden! Als eerste Marga Klompé: in 1952 werd zij het eerste vrouwelijke lid van de EGKS. In het Europees Parlement werkte ze mee aan verschillende verdragen en was ze lid van een werkgroep die zich richtte op een beter uitvoering en uitbreiding van de bevoegdheden van de EGKS. Ze trok zich in 1956 terug, waarna zij de eerste vrouwelijke minister werd in Nederland.
Een andere vrouw met een bijzondere positie is Neelie Kroes. In 2004 werd zij Eurocommissaris voor Nederland: een baan die daarvoor alleen nog maar door mannen werd bekleed. Dit is een belangrijke positie, want alle Eurocommissarissen samen bepalen inhoudelijk waar de Europese Unie zich mee bezig houdt. Hier had zij de portefeuille mededinging. Hier was ze bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het opstellen van brede EU-wetgeving die eerlijke concurrentie tussen ondernemingen moet garanderen.
Langzaam maar zeker verdwijnt het stereotype dat vrouwen niet in de politiek thuishoren. Op dit moment is 39,3% van de Europarlementariërs vrouw: het hoogste percentage ooit. Voor Nederland zitten er nu dertien vrouwen en zestien mannen in het Europees Parlement. Dat is ongeveer 45% vrouw, dus bovengemiddeld. Dat is mede te danken aan voorkeurstemmen op vrouwen: bij de vorige verkiezingen, in 2019, kwamen drie vrouwen met voorkeurstemmen het Europees Parlement in. Dat waren Samira Rafaela (D66), Liesje Schreinemacher (VVD) en Kim van Sparrentak (GroenLinks).
Europa belangrijk voor vrouwenrechten
Het Europees Parlement heeft door de jaren heen verschillende initiatieven gekend om de rechten van vrouwen in Europa te verbeteren. Veel positieve verandering voor gendergelijkheid in Nederland, is mede dankzij de Europese Unie afgedwongen. Bijvoorbeeld in 1975: toen riep het Europees Parlement voor het eerst op tot gelijk loon van werk voor mannen en vrouwen. Daarvoor kregen vrouwen namelijk vaak veel minder betaald dan mannen, ook al deden zij hetzelfde werk! Dat is helaas nog steeds zo in sommige arbeidssectoren, en noemen we de ‘loonkloof’. In Nederland bestaat die loonkloof nog steeds, maar dankzij o.a. vrouwelijke Europarlementariër Agnes Jongerius (PvdA) is er nu via Europa de ‘Wet Loontransparantie’ aangenomen. Dit zorgt ervoor dat bedrijven – ook in Nederland – vanaf 2025 openheid moeten geven in of zij een loonkloof hebben. Dat maakt het makkelijker voor werknemers om het aan te kaarten als zij ongelijk beloond worden.
Ook ouders mogen blij zijn met het Europees Parlement; zo had Nederland tot voort kort maar twee dagen ouderschapsverlof (waar vooral vaders gebruik van maakten). Veel te kort, zo vonden verschillende landen in de Europese Unie. Bovendien hield dit genderongelijkheid in stand, omdat dit betekende dat moeders er vaak alleen voor stonden na de geboorte van een kind. Het Europees Parlement zorgde ervoor dat er een nieuwe Europese richtlijn kwam: het ouderschapsverlof is nu in de hele Europese Unie minstens 6 dagen. Ook Nederland moet zich hieraan houden.
Op naar de stembus
Het moge duidelijk zijn: de kracht van Europa kán zijn dat landen samen de rechten verbeteren van álle Europeanen. Of het nu gaat om arbeid, zorg, economie, vrede klimaat: een gezamenlijke aanpak maakt sterk. En het kan ervoor zorgen dat landen die achterblijven op gebied van mensenrechten en gendergelijkheid, een extra duw in de rug krijgen om hier iets aan te doen. De stemmen van vrouwen in het Europees Parlement zijn daarbij van groot belang. En ook bredere diversiteit is nodig: zo is minder dan 3 procent van de Europarlementatiërs van kleur! En op dit moment zijn trans vrouwen en vrouwen die een hijab dragen helemaal niet vertegenwoordigd, in al die 705 zetels.
Op 6 juni mogen we weer stemmen voor het Europees Parlement. We roepen je op om te stemmen, voor vrouwenrechten en op vrouwen. Stem daarbij niet automatisch op de eerste vrouw op de lijst, maar stem slim: op een vrouw die wat lager op de lijst staan. In onze stemhulp vind je een handig overzicht van alle verkiesbare kandidaten. Wil je je verder verdiepen? Op de vooravond van de verkiezingen, op woensdag 5 juni, organiseren we in de Tolhuistuin (Amsterdam) ‘De Stemnacht’. Een event dat geheel in het teken staat van de Europese verkiezingen. Hier leer je alles wat je nog wilt weten over hoe je een partijkeuze maakt en waar je op moet letten, zie je performances en krijg je workshops, én kan je om middernacht als eerste van heel Nederland je stem uitbrengen! Klik hier voor info en tickets.
De informatie uit dit blog is afkomstig uit ons lespakket ‘Vrouwen in het Europees Parlement’. Deze lesbrief is geschreven voor jongeren tussen de 14 en 18 jaar, om hen meer te leren over het Europees Parlement, het belang van stemmen en de positie van vrouwen in Europa. Ga voor meer informatie over ons lesmateriaal naar: www.stemopeenvrouw.com/educatie
Samenwerking
Dit artikel is een samenwerking tussen Tijdschrift LOVER en Stem op een Vrouw. Vind jij het belangrijk dat dit soort artikelen wordt geschreven? Doneer dan aan dit werk!