Niemand is neutraal
Begin deze week organiseerde De Nieuwe Liefde, centrum voor debat, bezinning en poëzie, een discussie over De witte blik in de media. Want terwijl in Nederland 11 procent van de bevolking van niet-westerse afkomst is, is dat op de grote nieuwsredacties maar 3 procent. Het is een onderwerp dat ons ook voortdurend bezighoudt. Al laten we regelmatig gastauteurs van niet-westerse afkomst aan het woord, al proberen we vaak actief redactieleden van niet-westerse afkomst te werven, feit blijft dat de diversiteit in onze redactie vooralsnog ook niet verder komt dan één Indo, en die is half wit. En al hebben we uiteraard niet de middelen die de grote redacties hebben, voor een organisatie die intersectioneel feminisme in haar vaandel heeft is en blijft het een pijnlijk gebrek.
VPRO-redacteur en LOVER-gastauteur Nikki Dekker bezocht de discussie afgelopen maandag en deed er voor de VPRO verslag van. De avond werd geopend met een lezing van Zihni Özdil, die stelde dat diversiteit het doorbreken van bestaande machtsstructuren betekent. Een zwarte presentator hier en een vrouwelijke hoogleraar daar zet volgens hem geen zoden aan de dijk: de hele maatschappij moet veranderen, inclusief de media. Opvallend is dat de commerciële omroepen het beter doen dan de publieke omroepen. Dekker vraagt zich af dit komt doordat de commerciëlen meer op de markt moeten inspelen en voor iedere individuele kijker vechten, of dat de verzuilde oorsprong van de publieke omroepen tot verkokering heeft geleid. In haar artikel De witte blik in de media laat ze naast Özdil ook diverse andere experts met verschillende achtergronden hun mogelijke antwoorden geven. Karel Smouter vertelt dat De Correspondent haar vacatures meestal in de krant plaatst, dan krijg je de krantenlezers en dat is meestal niet het meest diverse publiek. Dat willen ze in de toekomst anders doen. Mark Deuze, hoogleraar Mediastudies, stelt dat je moet toestaan dat de werkvloer verandert als je meer diversiteit wilt. Die veilige werkplek wordt een tijdlang onzeker en chaotisch en dat idee gaat tegen de menselijke natuur in, daarom is het zo moeilijk. Nu hebben we bij LOVER in principe geen gedeelde werkvloer maar voor onzekerheid en chaos schrikken we niet terug, daarom zouden we wensen dat we de middelen van De Correspondent ook tot onze beschikking hadden. Meer diversiteit zouden we verwelkomen.
Dekker legt in haar artikel ook haar eigen omroep de VPRO onder de diversiteitsloep. Tot 2013 had die een werkgroep diversiteitsbeleid, die advies gaf en projecten opzette. Een van die projecten was een speciaal traject voor stagiairs van niet-westerse afkomst. Dat project was redelijk succesvol, er werken nu nog steeds mensen bij de VPRO die er als stagiair zijn begonnen. Maar met de cultuurbezuinigingen en de reorganisatie van de VPRO kwam er een einde aan. Maar ondanks het ontbreken van een officieel diversiteitsbeleid streeft de VPRO nog altijd wel naar een grotere diversiteit in haar gelederen. In die vernieuwing speelt Sunny Bergman een belangrijke rol, zij deelt haar netwerk met de hoofdredactie en werkt aan een denktank van mediamensen met een biculturele achtergrond. ‘Vaak ziet men diversiteit als probleem,’ zegt Bergman, ‘terwijl het juist een meerwaarde is voor een organisatie; er komen nieuwe perspectieven en netwerken bij. Jammer genoeg bestaat er nog steeds het – onbewuste – idee dat journalistieke ‘objectiviteit’ voorbehouden is aan de dominante witte groep. Maar niemand is neutraal, iedereen neemt zijn of haar achtergrond met zich mee.’ Het complete debat kun je hieronder terugkijken.