Niet romantisch maar realistisch
In de Groene Amsterdammer van 21 oktober j.l. stelt Dick Pels dat de linkse-liberale politici en feministen zich gezamenlijk sterk maken voor een 'romantisch' beeld van prostitutie. Hij is niet de enige, ook de Amsterdamse wethouder Lodewijk Asscher haalt uit naar de vrouwenbeweging, waar het de 'comfortfeminsten' zijn die zich met sekswerk bezighouden.
Pels beschuldiging van romantisering slaat de plank mis. De feministische beweging en instanties als de Rode Draad en het Prostitutie Informatie Centrum streven naar een objectiever en genuanceerd beeld, waarin geenszins voorbij wordt gegaan aan de verschrikkelijke misstanden die in dezelfde branche plaatsvinden, maar recht wordt gaan aan de maatschappelijke positie en arbeidsomstandigheden van sekswerkers. Waarin deelnemers recht hebben op autonomie over hun lichaam en juridische veiligheid.
De legalisering heeft niet het effect gehad waar liberale politici op hoopten in 2000. Praktisch gezien had de overheid grote moeite om de nieuwe regelgeving werkbaar te maken. Arbeidsomstandigheden verbeterden niet of nauwelijks, evenals de maatschappelijke, juridische en economische positie van diegenen die in de seksindustrie werkzaam zijn. Daarnaast werden misstanden en uitbuiting lange tijd te weinig serieus genomen. Zoals het boek 'Slaven in de polder' confronterend en zeer pijnlijk duidelijk maakt.
Alleen lijkt men nu door te schieten naar een andere kant. Waarin uitbuiting en slachtofferschap de norm lijkt te worden en de vrijwillig werkenden over het hoofd worden gezien.
De Rode Draad en het Prostitutie Informatie Centrum zijn instanties die de seksbranche van binnenuit kennen, weten waar de pijnpunten liggen en waaraan dringend behoefte is. Die behoefte gaat niet over romantiek en seksuele vrijheid. Die behoefte gaat over basale dingen, als fysieke en emotionele veiligheid, weerbaarheid, maar ook het kunnen kopen van een huis, en een bankrekening openen. Vanzelfsprekende basisvoorwaarden die voor sekswerkers buiten hun bereik liggen.
Feministische tijdschrift LOVER heeft met het themanummer in juni 2010 een poging gedaan om de veelheid aan stemmen binnen de seksindustrie een plek te geven. Daarin wilde het blad juist verder gaan dan een eenzijdige representatie van sekswerkers. Dat die weg wordt bereidt door vrouwen die de luxe-positie hebben om vrijwillig te kiezen, mondig en zelfbewust zijn lijkt me niet raar. Ze zijn weliswaar niet representatief voor de gehele branche maar pretenderen dat ook niet te zijn. Ze spreken ook voor de mensen, vrouw, man, transgender die niet in de positie zijn om hun stem te verheffen, omdat ze bang zijn voor geweld, verlies van privacy of maatschappelijke positie, discriminatie en stigmatisering. In plaats van het hen aan te rekenen, zou je de mensen die zich uitspreken moeten omarmen, omdat zij de moed hebben hun stem te laten horen in een wereld waarin hun geloofwaardigheid door velen niet serieus wordt genomen.