Ongelijkwaardigheid in de preventieve zorg
Uit de serie: ongelijkwaardigheid in de zorg
Voorkomen is beter dan genezen. De meesten van ons weten dat wel. We doen ons best om gezond te eten, en sporten regelmatig in het kader van een goede gezondheid. In welke hoedanigheid dan ook, we doen ons best om zo goed mogelijk voor onszelf te zorgen. Maar we kunnen niet alles helemaal alleen. Zo weten we, zolang we ons goed voelen, bijvoorbeeld niet of er cellen of genetische variaties in ons lichaam zitten die ons ziek kunnen maken. Gelukkig helpt de overheid ons daar een handje mee middels bevolkingsonderzoeken. Gezond eten, voldoende bewegen, gratis bevolkingsonderzoeken, wat kan er dan nog misgaan in het kader van onze gezondheid? Een hoop, zo blijkt helaas.
Theoretisch een goede strategie
Wie in Nederland woont, krijgt de keuze om mee te doen aan gezondheidsscreenings en andere preventieve maatregelen. Dit begint tegenwoordig voordat en net nadat we geboren zijn met bijvoorbeeld de 20 wekenecho en het Rijksvaccinatieprogramma, en reikt tot in onze laatste levensjaren met het bevolkingsonderzoek voor borstkanker en darmkanker. Wie in Nederland een bepaalde levensfase bereikt, of dat nou de geboorte, puberteit, een dertigste of een vijfenzestigste verjaardag is, mag gebruik maken van deze testen. Op papier is het een fantastisch idee dat weinig ruimte laat voor ongelijkheid. De praktijk laat echter zien dat de ongelijkheden die al in onze maatschappij bestaan helder aan het licht komen tijdens massacampagnes als deze.
Het is namelijk zo dat, ondanks het feit dat we in theorie allemaal de handvatten ontvangen om in een gezonde fysieke en mentale staat te kunnen leven, dit niet de realiteit blijkt. Wanneer je namelijk een laag opleidingsniveau, een laag inkomen of een migratieachtergrond hebt, heb je kans op een minder goede lichamelijke en psychische gezondheid dan mensen met een hoog opleidingsniveau, een hoog inkomen en zonder migratieachtergrond. Zélfs in het tijdperk waarin vaccinaties, gezondheidscampagnes en uitnodigingen voor bevolkingsonderzoeken je om de oren vliegen.
Cijfers leggen probleem bloot
In Nederland wordt er grootschalig gescreend op drie vormen van kanker: borstkanker, darmkanker en baarmoederhalskanker. Voor de laatstgenoemde krijgen jonge tieners ook standaard twee vaccinaties aangeboden. De reden dat er grootschalig gescreend wordt op deze vormen van kanker, is omdat jaarlijks zo’n 15.000 mensen in Nederland gediagnosticeerd worden met borstkanker, 13.000 mensen worden in eenzelfde jaar gediagnosticeerd met darmkanker, en nog eens zo’n 1.000 met baarmoederhalskanker. Sinds de start van deze bevolkingsonderzoeken worden zowel borstkanker, baarmoederhalskanker als darmkanker vaker (in een vroeg stadium!) ontdekt en sterven er minder mensen aan deze ziektes. De gezondheidswinst is dus groot. Het is daardoor echter extra schrijnend dat deze gezondheidswinst niet door alle Nederlanders behaald wordt. Mensen met een migratieachtergrond, een lager inkomen of uit armere wijken doen minder vaak mee aan de bevolkingsonderzoeken die juist zo’n positieve invloed op onze gezondheid hebben. Om een beeld te schetsen: zo’n 40% van vrouwelijke migranten geeft aan nooit deel te nemen aan een bevolkingsonderzoek.
Gezondheidsongelijkheid bestaat voort
De huidige vorm van preventie houdt de gezondheidsongelijkheid in stand. Voor mensen met een migratieachtergrond, een lagere inkomen of uit armere wijken blijkt de weg naar gezondheidspreventie niet zo vanzelfsprekend. Dit kan komen doordat iemand het lastig vindt om (Nederlands) te lezen, of doordat iemand wel kan lezen wat er staat, maar niet begrijpt wat ermee bedoeld wordt en/of welke acties zij moeten ondernemen. Ook spelen culturele factoren een rol. Zo is het in bepaalde gemeenschappen ongebruikelijk om over mentale problemen te praten, waardoor een campagne zoals 113 Zelfmoordpreventie wellicht niet de juiste mensen bereikt (en dat terwijl de groep die bereikt moet worden ook de groep is met het grootste suïciderisico). Anderzijds is er in bepaalde gemeenschappen ook een anti-vaccinatiecultuur ontstaan, die daarmee direct een groot onderdeel van ziektepreventie van tafel schuift.
Kennis is macht
Er moet meer aandacht komen voor de verschillen tussen de groepen die van Nederland een samenleving maken. In plaats van onze ogen sluiten voor de verschillen, moeten we juist in de verschillen duiken. We kunnen het niet meer maken om te zeggen dat “het nou eenmaal zo is” dat mensen met een migratieachtergrond minder snel over psychische gezondheid praten dan mensen zonder een migratieachtergrond, of dat mensen uit bepaalde Nederlandse gemeenschappen zichzelf en hun kinderen niet vaccineren. Dat suggereert namelijk dat we machteloos staan, terwijl het tegendeel waar is. Ik ben van mening dat we met kennis een heleboel kunnen oplossen, of in ieder geval een deur open kunnen zetten voor degenen waarbij de deur tot nu toe klem leek te zitten. Want aan het einde van de dag willen we allemaal hetzelfde: iedereen wil gezond zijn, iedereen wil dat hun naasten gezond zijn en iedereen wil op een fijne manier ouder worden. We moeten daarom gebruikmaken van de kennis die we al hebben, daar waar nodig met behulp van professionals. Bij voorkeur professionals die behoren tot de groepen met een verhoogd risico op slechtere gezondheidsuitkomsten, omdat zij niet alleen gesterkt worden door hun vakkennis, maar ook door de ervaringen die zij vanuit hun achtergrond meenemen. We moeten uitzoeken wat alle groepen nodig hebben om ook op dat niveau te komen waarin preventie wel degelijk een goed middel is in de weg naar een betere gezondheid. Voor de ene groep mensen is dat misschien uitleg over hoe het Nederlandse GGZ-systeem werkt. De andere groep mensen heeft het misschien nodig om te weten hoe vaccinaties precies werken en wat het betekent om gevaccineerd te worden (of juist niet). En soms weten we het al: zo blijkt dat huisartsen een grote rol spelen in de deelname aan bevolkingsonderzoeken bij de groepen die nu juist ondervertegenwoordigd zijn. Daar kunnen we wat mee! Kennis is macht, en hoe meer kennis men heeft over de (on)mogelijkheden van preventieve zorg, hoe meer vooruitgang hier geboekt kan worden. Datzelfde geldt de andere kant op: hoe meer we weten over wat men nodig heeft om gezondheid zelf te kunnen managen, hoe beter we daarop kunnen inspelen. We weten namelijk allemaal dat voorkomen beter is dan genezen, en daar heeft iedereen recht op.
Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook.