Oosterse wijsheid in Westerse handen
Waarom westerse spiritualiteit oriëntalistisch is

De recente BOOS-aflevering over Master Oh en Jasper Demollin veroorzaakt veel reuring. Dit omdat de uitzending manipulatieve praktijken blootlegt. Maar de aflevering heeft mij op een andere manier aan het denken gezet: over de manier waarop westerse spiritualiteitzoekers zich massaal laten meeslepen door een gefantaseerd idee van ‘’Oosterse wijsheid’’. De aflevering is daarmee niet alleen een aanklacht tegen een individu of organisatie, maar een symptoom van een dieper patroon dat al jarenlang wordt beschreven: oriëntalisme.
Om te begrijpen waarom westerse wellness praktijken vaak zo wringen, zelfs wanneer ze oprecht bedoeld zijn, moeten we terug naar wat Edward Said met oriëntalisme bedoelt. In die analyse wordt zichtbaar waarom het Westen telkens opnieuw het Oosten romantiseert, vereenvoudigt en inzet voor eigen behoeften. En waarom juist de moderne spiritualiteits- en wellness industrie één van de meest actuele voorbeelden hiervan is.
Wat Said bedoelde: Een fantasie die macht creëert
Edward Said beschreef in Orientalism (1978) niet simpelweg een westerse interesse in het Oosten, maar een systeem waarin het Westen het Oosten maakt tot wat het nodig heeft om zichzelf te begrijpen. Het gaat in het Westen dus niet om kennis over de Oosterse werkelijkheid, maar om projectie.
Volgens Said creëert het Westen een gestileerd beeld van ‘’het Oosten’’: mystiek, irrationeel, spiritueel, sensueel, primitief of juist gevaarlijk. Dat beeld zegt weinig tot niets over Azië of het Midden-Oosten zelf, maar juist veel over de wensen en angsten van het Westen.
Deze fantasie heeft een functie. Door het Oosten te framen als mystiek of achtergebleven, kan het Westen zichzelf presenteren als rationeel, ontwikkeld en superieur. Oriëntalisme is dus nooit neutraal: ze ondersteunt machtsverhoudingen en koloniale logica. Daarnaast is een cruciaal punt in Saids analyse is dat het Westen elementen kiest uit Oosterse culturen die bruikbaar zijn voor hun eigen doelen, terwijl het complexere, historische, of politieke realiteit negeert. Daardoor ontstaat een simplistisch beeld van het Oosten dat niets meer te maken heeft met de oorspronkelijke tradities.
Said benadrukt dat het oriëntalisme zowel romantiserend, het Oosten is zo spiritueel, als denigrerend, het Oosten is irrationeel, kan zijn. Beide zijn vormen van controle, omdat ze het Oosten definiëren zonder hun zelf aan het woord te laten.
De hedendaagse vorm van oriëntalisme
Hoewel Said schreef over negentiende-eeuwse literatuur, musea, wetenschappers en koloniale politiek, is zijn analyse vandaag niet minder relevant. Alleen is de vorm veranderd.
Waar vroeger oriëntalisten het Oosten benaderden via wetenschap en koloniale administratie, gebeurt het nu via wellnesscentra, yoga-influencers, Bali-retreats en Instagram-spiritualiteit. De esthetiek is zachter, de taal vriendelijker, de commercie subtieler; maar het mechanisme is identiek. Het Westen kiest symbolen uit Oosterse tradities, haalt ze weg uit hun culturele, historische en religieuze context en verkoopt ze vervolgens als individuele oplossing voor Westerse stress, burn-out en existentiële leegte.
De hedendaagse wellness- en spiritualiteitscultuur lijkt op het eerste gezicht zacht, open en inclusief maar rust dus op een oud schema. Het Oosten wordt benaderd als een bron van remedies: voor rust, trauma, zingeving of authenticiteit. Tradities worden daardoor gereduceerd tot tools in plaats van systemen van betekenis.
Meditatie wordt stressmanagement. Yoga is fitness of esthetiek. Ayurveda wordt een supplementenlijn. Reiki wordt lifestyle-branding.
Dit is exact het proces dat Said beschrijft: betekenisvolle tradities worden leeggehaald en opnieuw gevuld met Westerse behoeften. Maar werkelijke spirituele systemen zijn ingewikkeld: ze bevatten doctrine, rituelen, filosofie, religie, gemeenschap en verantwoordelijkheid. In de Westerse wellness-versie blijft daar één laag van over: het voelt goed, het is energie, het is Oosters.
Complexiteit moet wijken voor consumptievriendelijkheid.
Westerse zoektochten naar authenticiteit, rust of een betere versie van jezelf worden geprojecteerd op een gefantaseerd Oosten dat puur, wijs en tijdloos zou zijn. Niet omdat deze eigenschappen historisch kloppen, maar omdat ze aantrekkelijk zijn in tijden van burn-out en individuele druk.
Waarom dit een machtsrelatie is
Veel mensen zullen denken: Maar wat maakt het uit als yoga helpt of is het niet positief dat Westerlingen interesse tonen? En juist oriëntalisme gaat over situaties waarin interesse samenvalt met vervorming of toe-eigening.
In plaats van gelijkwaardige uitwisseling ontstaat een situatie waarin het Oosten wordt gebruikt om een Westerse leegte op te vullen. De macht ligt volledig bij degene die selecteert, herinterpreteert en verkoopt.
Plaatsen als Bali, Goa en Ubud zijn door wellness-toerisme zodanig getransformeerd dat de oorspronkelijke gemeenschappen verdrongen worden door spiritualiteitsbedrijven die hun eigen versies van Oosterse cultuur aanbieden. Wie verdient er aan chakra-cursussen, yoga-retreats, ayurveda-workshops of meditatie-apps? Zelden de gemeenschappen waar de praktijken vandaan komen.
De vraag wat ‘’echte’’ spiritualiteit is, wordt door Westerlingen bepaald. Precies het machtsmechanisme waar Said op wees.
Moderne spiritualiteit als projectie
Terug naar de aanleiding: de zaak Master Oh. De aflevering werkt als een vergrootglas. Ze laat zien hoe gemakkelijk Westerlingen vertrekken vanuit een romantisch idee van Oosterse heling, zonder onderzoek naar de tradities waarop zulke claims gebaseerd zouden zijn. Wat daaruit ontstaat is niet authentiek, maar een markt van spirituele shortcuts en energetische beloftes die precies passen binnen Westerse verwachtingen.
Master Oh is niet de oorzaak van het probleem, maar de illustratie van een mechanisme dat al veel langer gaande is.
De wereld van retreats, yoga, energie healing en Oosterse wijsheid lijkt vriendelijk en liefdevol, maar draagt vaak dezelfde logica als het negentiende-eeuwse oriëntalisme dat Said analyseerde. De taal is anders, de producten zijn anders, maar de onderliggende beweging is dezelfde: het Westen creëert een eigen versie van het Oosten die vooral dient om het eigen geestelijke en emotionele tekort op te vullen.
Het is geen kwaadwillende praktijk, maar het is wel een vorm van machtsuitoefening; één die ongemerkt doorgaat zolang we haar niet herkennen.
Echte spiritualiteit vraagt om eerlijkheid, ook over de systemen die bepalen wie betekenis mag geven, wie mag verkopen, wie mag gebruiken, en wie wordt gereduceerd tot inspiratiebron voor Westerse behoeften. Misschien begint werkelijke heling daar: bij het doorzien van de projecties die we met ons meedragen, lang voor we beginnen aan een retreat, een sessie of een mantra.
Steun LOVER!
LOVER draait sinds de start in 1974 volledig op vrijwilligers en donaties. Wil je dat een van Nederlands oudste feministische tijdschriften blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.





