Over sekse, gender en conservatieve auteurs
Op 15 januari plaatste de Volkskrant een ingekorte reactie van mij naar aanleiding van het gruwelijke artikel van Jelle Reumer Het feminisme is dood, leve de biologie waarin hij Andreas Kinneging en Naema Tahir bedankt voor hun doorgaans erg conservatieve stukken over sekse en gender en daar vervolgens een flinke schep bovenop doet. Zijn stuk is een onvervalst ouderwets staaltje feminisme bashen, inclusief die inmiddels tot op de draad versleten cliche van de tuinbroek. Lees hier mijn originele stuk.
Jelle Reumer schetst in zijn vurige pleidooi voor een conservatief man-vrouw beeld op deze pagina van de Volkskrant van afgelopen maandag een karikatuur van wat hij 'klassieke feministen' noemt. Dat zijn vrouwen met kort haar en tuinbroek - en ongetwijfeld lesbisch, tot overmaat van ramp? - die vonden dat iedereen in dezelfde vormeloze, sekseneutrale kleding moest rondlopen. "Gelukkig" zie je ze nog maar zelden en is er een revival gaande van het idee dat mannen en vrouwen heel verschillende soorten zijn.
Omdat - immers - na de "copulatie [.] het mannetje weer fluitend zijns weegs [kan] gaan, maar het vrouwtje voorlopig uit de running [is]". Dat korte haar was dus een vergissing, en vrouwen moeten weer erkennen dat ze in wezen onderdanig zijn aan de mannelijke jager. U denkt wellicht dat ik overdrijf, maar zo staat het er min of meer.
Cultuur die beperkt
Opgroeien als jongen of als meisje betekende voor velen van ons vanaf de jaren zeventig iets anders dan voor voorgaande generaties. We hadden meer mogelijkheden, juist door deze onbeschaamde feministes. Dat veel vrouwen destijds hun haar kort knipten en verkozen om zich ook op andere vlakken niet aan de regels te houden was uiteraard hun goed recht; dat iedereen hetzelfde moest worden hebben zij (vrijwel) nooit beweerd.
Borreltafel
De vraag is niet primair of mannen en vrouwen in alle opzichten gelijk aan elkaar zijn. Dat is interessante stof voor in wetenschappelijke bladen en voor aan de borreltafel, maar kan geen leidraad voor ons maatschappelijk handelen zijn. Wezenlijker, is de vraag of reële of vermeende verschillen tussen de seksen een goede basis zijn om een cultuur in stand te houden die mensen elke dag weer beperkt in hun keuze voor kleding, partners, taalgebruik, voedingsmiddelen, vrijwel alle aspecten van ons dagelijks leven. Een cultuur die mensen vanaf hun geboorte in een bepaalde hoek dwingt, of ze dat nu willen of niet. Vrijwel alle pleidooien voor de herwaardering van de verschillen tussen mannen en vrouwen zijn bovendien oerconservatief in hun strekking en projecteren maatschappelijke wensen (de vrouw achter het aanrecht) op vage ideeën over biologische verschillen en de prehistorie (de man als jager). Sinds wanneer accepteren we de prehistorie overigens als moreel ijkpunt?
Eén kam
De verschillen tussen individuen binnen de seksen zijn veel groter dan de verschillen tussen die seksen. En belangrijker nog, er is geen morele verdediging te vinden om grote groepen en over een kam te scheren omdat zich er waarschijnlijk of althans momenteel verschillen tussen die groepen voor doen. Die verschillen - of ze nu zeer wezenlijk zijn of vrij marginaal - zijn bovendien veranderlijk. 'Biologie' is geen vastomlijnde maatschappelijke factor. Men ervaart zijn of haar lichaam wisselend, en voert zijn of haar sekserol (gender) wisselend op, al naar gelang de maatschappelijke context waarin zij beweegt. Sekse en gender zijn niet hetzelfde, hoe graag de conservatieven dat ook zouden willen.
Het progressieve of, zo je wilt, feministische alternatief is niet dat iedereen zich hetzelfde zou moeten kleden of gedragen. Niet dat iedereen dezelfde kwaliteiten zou moeten bezitten of ontwikkelen. De oproep om jongens en meisjes in beginsel dezelfde opvoeding te geven, om mannen en vrouwen altijd op dezelfde gronden te beoordelen, om mensen niet in te delen in beperkende fantoomcategorieën, is geen oproep tot eenvormigheid, in tegendeel.
Vastgepind
Vanuit een ideaal van gelijkheid is er niks tegen op vrouwen die houden van roze, of van mannen die houden van voetbal. Vrouwen met nagellak of mannen die lekker ruig met elkaar omgaan. Maar ook niet op het omgekeerde.
Waar wel iets op tegen is, en daarvoor pleit dhr. Reumer zo gepassioneerd, is dat dit soort diverse menselijke eigenschappen worden vastgepind aan de sekse waarmee we geboren zijn. Of waarmee we verondersteld worden geboren te zijn, want ook daaraan valt het een en ander af te doen.
Mensen kunnen volgens de geldende norm als mannen of vrouwen gekenmerkt worden door hun genetica, door hun hormoonhuishouding of door hun lichamelijke geslachtskenmerken. Er zijn tienduizenden mensen in Nederland waarbij die drie niet 'overeenkomen', of anders dan 'normaal'in elkaar zitten. Bijvoorbeeld omdat ze geen XX ('vrouwelijke') of XY ('mannelijke') chromosomen hebben, maar XXYY of XXX. Zij kunnen volgens de standaard symptomen niet helemaal als man of als vrouw gekenmerkt worden. Veel meer nog, zonder twijfel honderdduizenden, zijn er mensen in Nederland die zich niet, niet helemaal of niet altijd, fijn voelen bij de manier waarop ze zonder enige eigen inspraak zijn ingedeeld. Het gaat daarbij niet alleen om mensen die zich 'geboren voelen in een verkeerd lichaam', maar om iedereen die willens of wetens, goedschiks of kwaadschiks, met plezier of pijn buiten de norm valt.
Chère
En waarom zouden ze er binnen willen vallen? Het aantal mensen dat zich niet noodzakelijk beperkt tot een keuze uit twee rollen, zou nog veel groter kunnen zijn, als we niet vanaf onze geboorte in een keurslijf geperst zouden worden. Je niet aan de regels houden is geen probleem maar een mogelijkheid om meer uit jezelf en je relaties met anderen te halen.
Dat wordt structureel miskend door adepten van de man-vrouw dichotomie, een krampachtig stelsel dat door de dagelijkse werkelijkheid eenvoudig gelogenstraft wordt. Het lijkt me wenselijk en veel vrolijker de menselijke vrijheid en diversiteit te beleven, ongehinderd door de oordelen van chère Naema, lieve Andreas of beste Jelle.