Smeken om je meisjesnaam

Mariette Hermans • 29 jun 2009

Vorige week was ik voor een intake bij de bloedbank: ik wil donor worden. Homomannen mogen het niet, maar ik wel dus ik dacht, kom, voor de wetenschap en de medemens. Ik had een formulier ingevuld, waarin ik kon aangeven dat ik ben getrouwd, en ook met wie. Eerlijk als altijd, heb ik dat naar waarheid ingevuld. Ik was er ook wel trots op. Wie had dat ooit gedacht, ik, getrouwd. Haha. Dat had ik beter niet kunnen doen. In het vervolg ben ik mijn ‘meisjesnaam’ kwijt.

Alleen al de post van Sanquin (zo heten ze heel chique) kwam niet voor mij, maar voor mijn voorletters, met haar naam erachter. We zijn dat in ons huis niet gewend, dus dat was even verwarrend. Bovendien hebben we een voorletter gezamenlijk. Maar goed, de post was voor mij, en ik dacht, een telefoontje en het is geregeld. Ik ging er nog vanuit dat de administratie er is voor de mens.

De volgende keer moest ik opnieuw een vragenlijst invullen: alles moet uitgesloten worden tenslotte. Zelf wil je ook geen geinfecteerd bloed en sommige soa nemen de tijd om zichtbaar te worden. Ze testen alles maar vragen dus ook of je risico hebt gelopen. Dat was het allemaal niet. Nee, bovenaan de vragenlijst stond: Gehuwd met en dan haar familienaam. Gezellig, dacht ik, ze is er ook een beetje bij.

Het drong pas goed tot me door toen de arts mijn mapje pakte, ik mijn naam verwachtte en weer die van mijn geliefde door de wachtkamer hoorde klinken. Ik deed het af met een grapje: Nee, Hermans, ik heb mijn eigen naam gehouden. En gaf de man een hand. Oudere man, dacht ik nog. Het zal wel. Pas toen de verpleegkundige een naald in mijn arm wilde zetten en mij met de naam van mijn partner vroeg in welke arm ik dat wilde, schoot ik uit mijn slof. Wat was dat toch, ik had toch zelf een naam?

Dat wat voor mij heel normaal is, bleek vandaag voor de doorsnee vrouwelijk bloeddonor ongewenst. Sanquin gebruikt daarom voor getrouwde vrouwen altijd de naam van de echtgenoot. En dat ik met een vrouw was getrouwd, dat kon ze toch ook niet aan het formulier zien. De jongere verpleegkundige die meekeek naar mijn arm zei voorzichtig dat ze een aantekening zou maken in het systeem. Of zou ik de volgende keer als ik kwam, niet gewoon even de naam van mijn vrouw willen doorstrepen op het formulier?

Deze column verscheen eerder op Mariette Hermans' weblog "observaties".