Te Koop: Seksuele vrijheid in Kaapstad

Hoe ras en klasse de mythe van Afrika’s Gay Capital doorbreken

Maria Hengeveld • 9 apr 2012

Marc (32) is een witte Zuid-Afrikaan. Mark is gay. Na 25 jaar in Stellenbosch gewoond te hebben, verruilde hij het benauwende dorpse en ietwat conservatieve karakter van Stellenbosch voor het vrijere Kaapstad. Het mediabedrijf dat hij samen met zijn Britse compagnon runt loopt goed genoeg om hem in een tweekamerappartement bij uptown Clifton Beach te laten huizen. Zijn vriend is sinds kort naar Sea Point verhuisd, waar ze vaak samen na een lange werkdag de promenade over slenteren. Hand in hand, zoals veel van de jonge, oude, gay en hetero promenade-strollers. Dankzij de tolerantie van Africa’s Gay Capital kan Mark van de lifestyle en vrijheden genieten die hij in Stellenbosch miste. Niet dat hij zich nou zo diep in de gayscene heeft genesteld of elk weekend in de gay clubs in de Waterkant of Green Point rondhangt; dat voelt meer als het domein van de toeristen, die tegenwoordig zelfs in exclusively gay hotels kunnen verblijven. Ook met de gay events die het hele jaar worden georganiseerd - van filmfestivals tot Gay Pride en het uitbundige Mother City Queer Party- heeft hij maar weinig. En de zogenaamde gay stranden mijdt hij al helemaal. Maar er zijn genoeg homovriendelijke clubs en jazz cafés in de stad, waar niemand nieuwsgierige of afkeurende blikken uitdeelt als hij zijn vriend een kus geeft.

verwijfde aansteller
Voor Junior (23), ook gay en woonachtig in Kaapstad, liggen die keuzes net even anders.
Het is bijna twee jaar geleden dat Junior het diep homofobe Kinshasa (in de Democratic Republic Congo), waar hij is opgegroeid, voor het tolerante en wereldwijd geprezen homovriendelijke Kaapstad verruilde. Het was geen gemakkelijke keuze; niet alleen moest hij al zijn vrienden en familie achterlaten, ook zijn rechtenstudie aan de Universiteit van Kinshasa zou onafgemaakt blijven. Doorslaggevend voor zijn besluit was de aankondiging van zijn moeder dat ze hem wat aan zou doen als ze erachter zou komen dat hij op mannen valt. “Net als de meeste mensen in de DRC denkt mijn moeder dat homoseksualiteit in ons land helemaal niet bestaat”. En dit maakte Junior een verwijfde aansteller die voor problemen koos.
Nadat Junior, na aankomst in Kaapstad, wekenlang bezig was geweest zich als LGBTI [2] wordt genoemd, verwees Junior door naar een daklozenopvang in het township Khayelitsha. Ondanks het feit dat uitgerekend townships als intens homofoob bekend staan was dit shelter opgericht door een slachtoffer van ‘correctieve verkrachting’. De opvang bleek homovriendelijk te zijn. Hoewel Junior zich niet volledig op zijn gemak zou voelen in de buurt, waar zijn feminiene trekken nogal wat commentaar uitlokten, zou hij zich binnen de opvang tenminste veilig kunnen voelen. “Tot de andere bewoners me begonnen lastig te vallen om mijn Congolese nationaliteit. De xenofobie was tastbaar en ik kon voelen dat ze het op me gemunt hadden. Toen mijn spullen werden gestolen ben ik meteen weggegaan”.

Een supportnetwerk in de Gay Capital leek onbereikbaar. “Ik voelde me afgewezen, door de blanke, zwarte en coloured LGBTI communities, ik hoorde er niet bij”. Het tweede homovriendelijke opvangtehuis bleek al even problematisch als het eerste. “De kamers waren op basis van huidskleur gesegrageerd en er werd voortdurend gestolen”.
Uiteindelijk vond Junior de NGO PASSOP die zich richt op bescherming van vluchtelingen in Kaapstad en omgeving. Voor een vergoeding zet hij zich hier nu in voor vluchtelingen die, net als hijzelf ooit deed, naar Kaapstad vertrekken voor seksuele bevrijding en veiligheid. Over de problematische reputatie van Kaapstad als Gay Capital heeft Junior een duidelijke mening “Als je geld hebt ben je hier vrij van discriminatie en gevaar. De meeste blanke gays kunnen het zich veroorloven in veilige en progressieve wijken te wonen. Maar de meerderheid van de Kaapse gays zijn onzichtbaar, wonen in de townships of arbeidserswijken en kunnen hier niet zichzelf zijn. Sterker nog, door hun seksualiteit openlijk te uiten lopen ze het gevaar mishandeld, verkracht of vermoord te worden”. “De LGBTI beweging in Kaapsad is gepolariseerd door racisme. Alles draait om ras in Kaapstad. Daarbovenop komt de xenofobie.“


misleidend
De weg naar sociale acceptatie en vrijheid van discriminatie is dus als het ware te koop in de Gay Capital. Juniors verhaal maakt duidelijk dat klasse, ras en afkomst allesbepalend zijn voor seksuele minderheden. Aangezien Zuid-Afrika’s apartheidsgeschiedenis ras en klasse diep met elkaar heeft verweven, zijn het voornamelijk de zwarte en gekleurde (coloured) Zuid-Afrikanen die gebukt gaan onder homofobie.

Simpel gezegd: ben je rijk –wat in Kaapstad vaak blank betekent- dan geniet je toegang tot de vrijheden van de Kaapse bubble die voor Gay Capital doorgaat. Buiten de bubble is de Gay Capital patriarchisch, macho en aggressief. De media aandacht voor- en nadruk op Kaapstads tolerantie heeft iets misleidends: Van de seksuele vrijheid waar de stad om wordt geprezen, profiteert maar een fractie van de seksuele minderheden. De meerderheid is zwart of gekleurd(coloured) en arm. Voor hen lijkt de poort tot de bubble potdicht.

De huidige discrepantie tussen de homovriendelijke wetten enerzijds en de sociaal-maatschappelijke homofobie anderzijds kunnen niet losgekoppeld worden van Zuid-Afrika’s koloniale geschiedenis. De koloniale wetten in de Kaapkolonie waren tot de 19e eeuw op die van Nederland gebaseerd. In de Kaapkolonie werden deze homoseksuelen veroordeeld tot ophanging, verbranding, verbanning naar Robben Eiland, marteling en verdrinking. Toen Nederland bij het keizerrijk van Napoleon werd ingelijfd en seks tussen twee mannen werd gedecriminaliseerd, was Zuid-Afrika net een jaar of zeven in Britse handen. Die wilden niets weten van decriminalisering. Hoewel de straffen gedurende de 19e eeuw wel milder van aard waren, leden homoseksuelen en lesbiennes aan systematische stigmatisering, bestraffing en buitensluiting van de Unie van Zuid-Afrika. 


diepgeworteld

Het was de Nederlandse VOC met haar protestantse kerken en de daaropvolgende Britse zendelingen die het Christendom in de Kaap vestigden. De religieus en wettelijk geïnstitutionaliseerde homofobie heeft het Zuid-Afrikaanse gewoonterecht sterk beïnvloed. Maar waar een wet –bij wijze van spreken- van de een op de andere dag met de juiste handtekeningen radicaal kan veranderen, ligt dat bij diepgewortelde overtuigingen anders. Voor vele Zuid-Afrikanen is homoseksualiteit on-Afrikaans, door het Westen naar het Afrikaanse continent ge-exporteerd en daarbij een bedreiging voor de Afrikaanse familie. Hoewel hij zich er later voor verontschuldigde, sprak President Zuma in 2006 openlijk zijn weerzin tegen homoseksuelen uit. De vredesactivist en voormalig aartsbisschop Desmond Tutu is een van de weinige leiders in Afrika die homofobie openlijk en fel veroordelen. Dat er een aanzwellend debat gaande is, valt daarentegen niet te ontkennen. De studentenorganisatie van de Democratic Alliance, die de Westerse Kaapprovincie bestuurt, haalde menig voorpagina toen ze begin 2012 posters publiceerden die de toekomst weergaf zoals zij die voor zich zagen. Op een daarvan prijkten twee naakte mannen; een blank, een gekleurd. De felle reacties en aanhoudende discussies liet zien dat velen zich heftig verzetten tegen dit toekomstbeeld, maar ook dat het debat in volle gang is. 

 
Maria Hengeveld studeert Gender en Sociologie aan de Universiteit van Kaapstad. Eerder schreef ze over 'correctieve verkrachting' in Zuid-Afrika, LGBTI rechten in Malawi en Zuid-Afrikaanse geschiedenis.

[1] Lesbian, Gay, Transgender, Bisexual, Intersex

[2] Met correctieve verkrachting wordt verwezen naar zwarte lesbiennes, vaak uit de townships, die door een man worden verkracht ‘om te bewijzen dat ze vrouwen zijn’. Een meer passendee omschrijving is black lesbian rape.