The Hoerengracht
Sekstoerisme voor nette mensen
De komende gedrukte LOVER zal voor een belangrijk deel gewijd zijn aan de betaalde liefde, dat wil zeggen: sekswerk. Sekswerk is ook het onderwerp van een tijdelijke tentoonstelling in het Amsterdams Historisch Museum, dat het omvangrijke kunstwerk The Hoerengracht van Edward Kienholz en Nancy Reddin Kienholz naar Amsterdam heeft gehaald.
Laat ik beginnen met te zeggen dat de driedimensionale schilderijen van Ed en Nancy Kienholz mij vrijwel zonder uitzondering aanspreken. Het lijkt eerder een kunstje dan 'Kunst': je raapt een hoop afgedankte gebruiksvoorwerpen bij elkaar, leent de lichaamsvorm van een zo gewoon mogelijk mens en vormt daarvan een stilleven, alledaags maar met een twist. Overgiet het rijkelijk met kunsthars en het dagelijks leven lijkt als een insect in amber te zijn gevangen. De tijd wordt tijdloos.
In dit geval mijn eigen tijd en leefomgeving, want ik woonde in de jaren ’80, toen de Kienholzen dit kunstwerk maakten, vlak naast de Amsterdamse Wallen. Een feest van herkenning dus: de fietswrakken, het straatvuil, stutten tegen vervallen gevels. En dan de gebruiksvoorwerpen die de kunstenaars op het Waterlooplein bij elkaar gescharreld hadden. Zo vertrouwd en tegelijkertijd zo gedateerd! De sfeer van het Red Light District was ook heel natuurgetrouw weergegeven. Alleen de schichtig rondstappende mannen ontbraken en de hoeren toonden niet de gebruikelijke ergernis jegens de kosteloos vermaak zoekende toeristenblikken.
Ik voel me een beetje als liep ik door een dierentuin, zo sterk is het zien hier een kwestie van eenrichtingsverkeer. Maar raakt dat niet ook de kern van waar het in sekwerk om gaat, vraag ik mij af? Is er een situatie denkbaar waarin de asymmmetrie tussen vrouwen en mannen scherper tot uitdrukking komt? En hoezeer blijft alles aan de buitenkant? Een wonderlijke mix van intimiteit en afstandelijkheid?
Aan het eind van het rosse straatje krijg ik een gefilmd interview met Nancy Reddin Kienholz te zien, afgewisseld met oude beelden van de ‘making of’. De kunstenares geeft daarin een glashelder inzicht in hoe groot de afstand was tussen henzelf en het motief voor hun kunstwerk. Als vrouw werd zij in eerste instantie zeer vijandig bekeken door de werkende meisjes. Toen bleek dat zij bereid was voor een paar foto’s van hun peeskamertjes het gangbare bedrag voor een ‘nummertje’ te betalen, werden zij ‘erg aardig’, vertelt Kienholz.
Heel openhartig vertelt Nancy Kienholz over haar pogingen tot empathie met de prostituees tijdens het werken aan The Hoerengracht: zij erkent dat de afstand groot blijft, dat zij gevangen blijft in haar eigen fantasieën en projecties. Anders dan sommige modellen die voor de afgietsels poseerden haar hadden bekend, was het voor haar nooit een optie geweest dat zij zelf ooit als prostituee zou werken. Ik betwijfel of Marina Abramovic verder kwam toen zij in 1975 voor het project Body Art bij wijze van performance vier uur lang van plek ruilde met een prostituee. De verfilming daarvan is ook op de tentoonstelling te zien.
Wat ik toch wel mis in deze tentoonstelling is aandacht voor de aspecten van de realiteit van sekswerk die zich niet lenen voor romantisering of het stofferen van de ‘stoute’ gedachten van mensen wier leven zich op veilige afstand van die realiteit voltrekt. Maar daarvoor hadden we de expositie Bought and Sold: Voices of Human Trafficking van de Amerikaanse fotografe Kay Chernush, die de afgelopen weken rond de Amsterdamse Stopera te zien was.
Weer buiten op de binnenplaats zie ik een keurige Duitse dame van middelbare leeftijd in een bontjas plaatsnemen op de stoel achter het raam van een als peeskamertje ingerichte container, terwijl haar man een foto van haar neemt. Sekstoerisme voor nette mensen.
Voor de tentoonstelling en de eraan gekoppelde activiteiten is een speciale website in het leven geroepen.
De expositie Bought and Sold is nog te zien op de website van BLinN, een Nederlandse Organisatie die hulp biedt aan slachtoffers van mensenhandel.