This is what a feminist looks like
volgens Renate Dorrestein
’This is what a feminist looks like’ – de rubriek waar LOVER feministische prominenten aan het woord laat over feministische mannen. Romanschrijfster en LOVERambassadeur Renate Dorrestein stelt met haar kritisch-feministische blik een aantal van deze mannen aan ons voor.
In de jaren tachtig, toen mannen door toedoen van het feminisme de draad even helemaal kwijt waren, had je mannengroepen die ijverden voor ‘het recht op een huilbui’. Ook was er de stichting Superman, waarvan de aanhangers zich vrouwvriendelijk dachten te betonen door de officier van justitie in alle ernst te vragen om vervolging van de producent van een T-shirt waarop twee parende muizen waren afgebeeld. De vrouwtjesmuis zat vastgeklemd in een val en het mannetje maakte dankbaar gebruik van die situatie. ‘Het ziet er naar uit dat we het voortouw gaan nemen in een proefproces rond seksueel geweld’, schreef de stichting in een zelfvoldane brief. Zulke dingen maakten het destijds niet gemakkelijk om ‘feministische mannen’ serieus te nemen.
Toch stamt uit diezelfde tijd een van Nederlands grootste échte feministische helden: de Leidse gynaecoloog en emeritus hoogleraar Eylard van Hall (1934; zie foto, red.). Veel van wat we in de vrouwengezondheidszorg gewoon en vanzelfsprekend vinden, is te danken aan het feit dat hij onophoudelijk de moed had om zich tegen de heersende moraal van zijn vakgebied te keren. Van Hall was fel gekant tegen de medicalisering van zaken als zwangerschap, bevalling en overgang. Van natuurlijke processen moest je geen ziekte maken, vond hij. Dat diende alleen maar de belangen van de farmaceutische industrie en van snijgrage artsen. Het was hem een doorn in het oog dat zijn collega’s klachten van vrouwen automatisch toeschreven aan hormonale processen, alsof er sprake zou zijn van een biologisch lot van vrouwen. Hij publiceerde over de vooroordelen van mannelijke artsen jegens vrouwelijke patiënten, over hun machtspositie en de rol van seksualiteit. Toen de vrouwenbeweging in 1980 in een zwartboek de seksistische, onderdrukkende en contactgestoorde praktijken van veel gynaecologen hekelde, verklaarde hij publiekelijk dat het hier nog maar het topje van de ijsberg betrof. Zijn collega’s zagen dat als verraad, zelfs als ‘heulen met de vijand’, wat Van Halls gelijk alleen maar onderstreepte, maar waarvoor hij wel een prijs betaalde. Zijn imago als ‘feministische gynaecoloog’ was gevestigd, en dat was niet als compliment bedoeld.
Toch bleef hij onvermoeibaar doorgaan. Als opleider van arts-assistenten trok hij zo veel mogelijk vrouwen aan (‘de meisjes van Van Hall’ werden ze denigrerend genoemd) omdat hij het onrechtvaardig vond dat vrouwen werden geweerd uit een vak dat juist over vrouwen ging. Later zou hij ervoor zorgen dat er aan de Universiteit van Leiden een leerstoel vrouwengezondheidszorg werd ingesteld.
De Britse auteur Ian McEwan is nog niet tot zulke olympische hoogten gestegen, maar ook hij is iemand die vrouwen in het openbaar serieus neemt. In een artikel in The Independent schreef hij: ‘The moment women stop reading, the novel will be dead.’ McEwan kent vrouwen hier ruiterlijk de eer toe die zij als lezeressen verdienen. Onderzoek uit binnen- en buitenland toont al jarenlang consistent aan dat 85% van de lezers van literatuur vrouwen zijn (van boven de vijftig, nog wel). Toen dat voor het eerst aan het licht kwam, brak er in het literaire veld grote commotie los. Afgaand op de verontwaardigde commentaren kon je niet anders dan concluderen dat het einde van de literatuur nu zo ongeveer nabij was, met alleen nog maar lezende vrouwen. Alsof het hun schuld was dat mannen en jongeren amper meer lezen. Niemand behalve McEwan kwam ooit op de gedachte om deze vrouwen juist te prijzen voor hun onschatbare bijdrage aan het voortbestaan van de literatuur.
Ook journalist Frénk van der Linden huilt niet met de honden mee. Waar zijn collega Jeroen Pauw in interviews graag uitlegt dat er bij Pauw & Witteman maar weinig vrouwen aan tafel zitten omdat die nu eenmaal zelden iets interessants te vertellen hebben, maakte Van der Linden afgelopen voorjaar voor de NCRV een achtdelige serie televisie-interviews met uitsluitend vrouwen, Sterke vrouwen genaamd. Hij sprak met onder meer Neelie Kroes, Heleen Mees, Marriëtte Hamer en Kristien Hemmerechts en verschafte hen een podium om uitgebreid over hun professionele en persoonlijke ambities te vertellen. Meer zulke televisie, en meer zulke mannen.