Trots VÉLo en GEËMancipeerdheid

oftewel: ondanks fiets en feminisme

Janiek Kistemaker • 28 nov 2010

Op zondag 21 november reist een drietal redacteurs van LOVER naar het Hoge Noorden, de bakermat van het Nederlandse socialisme, om de Ferdinand Domela Nieuwenhuis-penning in ontvangst te nemen. Het wordt een middag in het teken van geschiedenis en wel in het bijzonder die van de sociale bewegingen, het socialisme en het feminisme. Aan het eind daarvan ben ik meer dan ooit overtuigd van het belang van een geschiedschrijving die verder gaat dan het inlijsten en vereren van kopstukken en realiseer ik mij weer hoezeer de doelstellingen van LOVER  in de lijn van dit streven liggen. Want, vertelt Prof.Dr. Mineke Bosch in haar lezing, “geschiedenis vertelt ons wie wij zijn”.

Het museum
De middag begint met een rondleiding door het Ferdinand Domela Nieuwenhuis-museum door Dr. Bert Altena, secretaris van het gelijknamige fonds, dat LOVER de penning had toegekend. Met bevlogenheid en humor laat Bert ons kennismaken met de grote man achter de Sociaal Democratische Bond. Wat mij is bijgebleven is een wonderlijke mengeling van intellectualiteit, politiek activisme en heldenverering: Domela wist als geen ander mensen in beweging te krijgen en deed er alles aan om bij hen een kritische vrijdenkershouding te stimuleren, maar bleek helemaal niet wars van het Messias-achtige  beeld – men noemde hem ‘ûs Verlosser’ – dat van hem ontstond. Zijn inzet voor vrouwenrechten is zeker oprecht geweest. Recht voor allen impliceerde voor hem zo vanzelfsprekend iedere mens, dat hij soms weinig oog bleek te hebben voor de achterstand waar vrouwen in werkelijkheid mee te kampen hadden.

 

281110 1 smallDe lezing
Centraal staat de jaarlijkse Domela Nieuwenhuis-lezing, die vandaag wordt verzorgd door Prof.Dr. Mineke Bosch, hoogleraar Moderne Geschiedenis aan de Universiteit van Groningen. Zij publiceerde onlangs het dagboek van Frederike van Uildriks en neemt die nu als uitgangspunt voor haar pleidooi voor een andere houding ten opzichte van de geschiedenis dan die welke het streven achter de Canon van Nederland kenmerkt. Frederike van Uildriks was een tijdgenote van Aletta Jacobs en binnen dat tijdsgewricht evenzeer het toonbeeld van de geëmancipeerde vrouw. Zij wist zich - "trots vélo en geëmancipeerdheid" - een goede maatschappelijke positie te verwerven en had de bijzondere moed om haar leven te verbinden met de man van wie zij hield, zonder daarbij de privileges van de huwelijkse staat te genieten. Mineke Bosch laat zien op welke manier zij betrokken is geweest bij de sociale bewegingen van haar tijd en bij de hervormingen van levensstijl die daarbij hoorden. Door te experimenteren met nieuwe manieren van leven en daarover te schrijven.

Vervolgens laat zij op overtuigende wijze zien hoe belangrijk zulke dagboeken zijn voor het begrip van  onze eigen geschiedenis. Het is niet in de laatste plaats te danken aan de naoorlogse vrouwenbeweging, dat er een andere houding tegenover de geschiedenis is ontstaan. Stond geschiedenis als wetenschap eerst vooral in dienst van het vormen van een nationale identiteit,  na de Tweede Wereldoorlog beginnen  tal van groepen ruimte voor hun eigen verhaal op te eisen. Een goede zaak, want geschiedenis is er om ons te vertellen wie wij zijn.  Vervolgens wijst Mineke Bosch ons op het bedenkelijke karakter van de Canon van Nederland, waarmee onze regering probeert “tegemoet te komen aan de bezorgdheid van een toenemend aantal Nederlanders dat ‘we’ onze eigen cultuur en geschiedenis niet meer kennen”.

281110 2 big

De canon
“Dat iedere canon die bedoelt  sociale cohesie voort te brengen, wel contraproductief móet zijn omdat er altijd uitsluiting plaatsvindt, die juist dóór het bestaan van de canon en de daarmee gepaard gaande geringere pluriformiteit van historische kennis, des te absoluter is, bewijst het eindproduct van de commissie van Oostrom,” aldus Bosch en om dat te illustreren zet zij de schijnwerper op de marginale plek die vrouwen, vrouwengeschiedenis en genderkwesties in de Canon krijgen. Het enige werkelijke beeld van een volwassen vrouw in het document is dat van Aletta Jacobs. Mineke Bosch herinnert zich haar eigen bezorgdheid bij het schrijven van Aletta Jacobs’ biografie: “Zou het schrijven van de biografie niet bijdragen aan de eenzame hoogte waarop Aletta Jacobs steeds wordt gezet, en haar bevestigen in haar functie als uitzondering op de regel van historisch belang? Als een torenhoog monument in een kaal landschap, dat alle ogen trekt of anders wel alle andere vrouwen in haar schaduw stelt. Als excuus-Truus dus van de Nederlandse geschiedenis?”

Slow history
Binnen de Canon van Nederland is precies gebeurd waar zij bang voor was: Aletta Jacobs is daarin “tot een leeg symbool geworden”. Dat gebeurt volgens een bekend patroon: Aletta Jacobs mag als uitzondering op de regel vrouwen in de geschiedenis vertegenwoordigen. Daarmee wordt relevante geschiedenis beperkt tot wat over de openbare sfeer gaat. De Canon draagt er verder toe bij dat in de opeenstapeling van lijsten en lijstjes, lokale en specialistische canons telkens weer Aletta Jacobs naar voren wordt geschoven. Daarmee verdringt zij ander vrouwen - Marie Loke, Wilhelmina Drucker e.a. - en zaken die echt belangrijk zijn, zoals hoe gender werkt. Met haar uitgave van het dagboek van Frederike van Uildriks probeert zij hier iets tegenover te stellen, dat zij ‘slow history’ noemt. “In slow history krijgen vrouwen meer kans om gezien te worden en lezers meer tijd om te verwijlen bij plaatsen en dingen, om zich in te leven zonder zich uit te leveren, zich te identificeren zonder aan de hoofdpersoon gelijk te willen zijn, kunnen we verschillen zien, maar ook de overeenkomsten ontdekken.” En: “Juist Frederike van Uildriks’ dagboek en leven laat zien dat achter het nu opgeblazen symbool van Aletta talloze andere vrouwen schuil gaan van wie wij kunnen leren dat het negentiende-eeuwse feminisme lang niet alleen een zaak was van politieke rechten, maar zeer zeker ook van persoonlijke moed en levensstijl en veranderingen in de privé-sfeer, van kleding en de vrijheid van beweging, van liefde en seksualiteit, die niet alleen vrouwen beroerde, maar zeker ook mannen.”

De penning
Dat door deze woorden de uitreiking van de Domela Nieuwenhuis penning aan het tijdschrift LOVER in een bijzonder perspectief wordt gezet, hoeft geen betoog.  Voorzitter Jaap van der Laan leest het juryrapport voor, waarvan ik het slot citeer: “informeren en ontwikkelen, de opvattingen verruimen, zijn nog steeds doelen die LOVER nastreeft. Het zijn doelen die in deze tijden van toenemende bekrompenheid en angst voor het andere en vreemde hooggehouden moeten worden, opdat een ieder haar of zijn leven naar eigen voorkeur gestalte kan geven. Daarom verdient het tijdschrift de Domela Nieuwenhuis penning 2010.”

281110 3 big

LOVER is het Domela Nieuwenhuis fonds zeer dankbaar voor de haar toegekende eer.