Uit de oude doos #11: 2009-2011
50 jaar LOVER
LOVER bestaat dit jaar 50 jaar. In dit jubileumjaar blikken we elke maand terug op een halve eeuw feministisch gedachtengoed. In dit laatste artikel van de reeks ‘Uit de oude doos’ bladeren we door de drie allerlaatste fysieke jaargangen.
Eind 2008 bereikte de mondiale crisis op de financiële markten een hoogtepunt. Deze kredietcrisis, die medio 2007 begon en tot 2011 aanhield, stortte de wereld in de diepste recessie sinds de Tweede Wereldoorlog. In het eerste nummer van 2009 trok hoogleraar Economie Esther-Mirjam Sent er feministische lessen uit. In haar artikel De kunst om op het juiste moment te stoppen doet ze een overtuigend pleidooi voor meer vrouwen aan de top in het bedrijfsleven en bankwezen (2009/1, p.4-6). Al die zichzelf overschattende mannenbolwerken en wedstrijdjes vér plassen leiden immers alleen maar tot ellende. Dat diversiteit aan de top economische voordelen biedt, beargumenteert ook politicologe Isabelle Buhre in Vrouwen en mannen aan de top! (2011/3, p.14-15).
Ondertussen maakt LOVER haar eigen kredietcrisis mee. Door bezuinigingen bij de uitgeverij en teruglopende abonnees is het voortbestaan in gevaar. De redactie luidt de noodklok en probeert uit alle macht financiering te werven. De toenemende oproepen in de jaargangen 2009-2011 om LOVER financieel te steunen leveren echter onvoldoende op: de najaarseditie van 2011 is het allerlaatste reguliere nummer. Hierna is LOVER volledig digitaal gegaan.
40 jaar Dolle Mina
In de decembereditie van 2009 is aandacht voor het veertigjarige bestaan van de actiegroep Dolle Mina, opgericht in december 1969. Met spectaculaire en gedurfde acties werd de rolverdeling tussen vrouwen en mannen ter discussie gesteld. In de loop der tijd is Dolle Mina het spreekwoordelijke symbool geworden van het naoorlogse feminisme (2009/4, p.24).
Intersectionaliteit
Wie denkt dat het begrip intersectionaliteit betrekkelijk nieuw is, heeft het mis. Vijftien jaar geleden gaf Alana Proctor in Een breuk in emancipatie (en de noemer is verschil) een zeer heldere en actuele uitleg van intersectionaliteit, dat toen nog voornamelijk werd aangeduid met ‘kruispuntdenken’. Haar opiniestuk begint met het voorbeeld van Sojourner Truth, die in 1851 tijdens een conferentie over vrouwenrechten in de VS het woord vroeg. De emancipatiebeweging was toen – en tot voor kort – nogal wit en heteronormatief, en aanvankelijk wilde de voorzitter haar niet laten spreken. Het argument: “Every newspaper in the country will have our cause mixed up with aboilition and n*gg*rs, and we shall be utterly denounced.” Maar Truth nam het woord en sprak de legendarische woorden “Ain’t I a woman?” (2009/2, p.8-10).
Hoofddoekjes
In 2010 verzuchtte Marieke Schenk al dat hoofddoekjes al jarenlang voor flinke discussies zorgen in de media en politiek. Haar artikel Hoofd- of bijzaak? leest alsof het gisteren geschreven is. Ze pleit ervoor om dit stukje textiel uit het publieke debat te halen en bekritiseert de rigide stereotyperingen waaraan moslima’s ten prooi vallen (2009/1, p.18-20). “Hoofddoekdragende moslimvrouwen wegzetten als mondig en autonoom of onderdrukt en zielig, doet ernstig tekort aan de enorme verscheidenheid die binnen deze groep bestaat. Door meer aandacht voor de diverse en genuanceerde werkelijkheid kan de hoofddoek uiteindelijk uit het publieke debat verdwijnen, zodat de problematiek die hier achterligt, de discriminatie van moslims en de angst van de witte autochtoon voor de islam, eindelijk eens direct geadresseerd wordt.” Ook adviseert Schenk om niet voor maar met moslimvrouwen te spreken. “Dan dringt de nuance zich vanzelf aan je op.”
In haar column Camouflage beaamt Karin Spaink de dubbele moraal rondom hoofddoekjes (2011/2, p.7): “Het hoofddoekjesdebat is zo seksistisch als maar kan”[…] Mannen met baarden die zeggen hoe vrouwen zich moeten gedragen, zijn van alle culturen. En het debat over vrouwen en hoofddoekjes is geen emancipatoir debat: het is alleen een anti-islamitisch debat.”
Vegetarisme
De afgelopen jaren heeft LOVER aandacht besteed aan het verband tussen klimaatverandering en gendergelijkheid, en hoe de opwarming van de aarde kwetsbare bevolkingsgroepen het hardst treft, vooral in niet-westerse landen en vooral vrouwen en meisjes (zie hier). Dat plantaardige voeding het minst belastend is voor het milieu, is ook al lange tijd bekend.
In het winternummer van 2010 legt Gina de Graaff ook een verband tussen vegetarisme en feminisme, zij het vanuit een andere invalshoek, namelijk die van machtsstructuren. In Just a piece of meat gaat ze nader in op het fenomeen speciesisme (2010/4, p.20-22). “Zoals racisme uitgaat van de superioriteit van het ene ‘ras’ boven het andere, gaat speciesisme ervan uit dat sommige soorten dierlijke organismen (met name de mens) boven andere soorten staan, en dat deze superioriteit het exploiteren en doden van andere soorten rechtvaardigt. Daarnaast wordt de uitbuiting van dieren net als die van vrouwen (en voorheen niet-witte ‘rassen’) ook verdedigd door een beroep te doen op de natuur.” […] Vrouwen zouden [dan] dichter bij de natuur staan dan mannen en daarom ‘dierlijker’ zijn. Deze associatieve kruisbestuiving vormt een extra legitimatie voor de onderdrukking van zowel vrouwen als dieren.” Volgens ecofeministen is vegetarisme niet alleen een persoonlijke keuze: “Het is een politieke keuze waarmee men blijk geeft van het vermogen om door argumenten heen te kunnen prikken die de exploitatie van alle ‘niet-menselijke’ wezens rechtvaardigen.”
Flinstones revisited
Bij wie bladert door al die jaargangen van LOVER, zoals ik dit jaar, kan een gevoel van déjà vu niet achterblijven. In Het Flinstones paradigma schrijft Asha ten Broeke over de ‘natuurlijke’ rolverdeling tussen vrouwen en mannen die er sinds de oertijd zou zijn (2010/2, p.16-18). Jagende mannen en zorgende vrouwen, als ‘vanzelfsprekende’ verklaring voor de huidige sekseverhoudingen, dat soort onnozele dingen. Vastgeroeste ideeën uit de primatologie, culturele antropologie en evolutiepsychologie zijn al lang geleden ontkracht, maar blijven desondanks hardnekkig overeind. Wellicht onbewust geïnspireerd door het lezen van Ten Broekes boek Het Idee M/V(2010) schreef ik in 2020 het artikel Eerherstel voor oervrouwen. Over bias, frequency illusion en het lachwekkende adagium dat mannen jagen omdat ze fysiek sterker zijn. Immers, mensen overleven niet door spierballen, maar door flexibiliteit en aanpassingsvermogen.
Rubrieken
De rubriek ‘Rectificatie’ bevat ook deze jaargangen weer pareltjes. Zo lezen we in editie 2010/1 dat de kleur roze lange tijd als jongenskleur werd beschouwd en blauw als meisjeskleur (2010/1, p.38). Het uitgesproken roze zou namelijk afgeleid zijn van het vurige rood, en het zachtere blauw werd geassocieerd met de Heilige Maagd Maria. In het volgende nummer wordt uitgelegd hoe ‘kenau’ nu een negatieve bijklank heeft, maar feitelijk een geuzennaam is. In de zestiende eeuw lapte Kenau Simonsdochter Hasselaar namelijk de sociale codes over gender aan haar laars. Ze vocht als een leeuwin tegen de belegeraars van Haarlem (2010/2, p.38).
In de rubriek ‘Aan de keukentafel met…’ biecht Tosca Niterink, die onsterfelijke roem verwierf als Thea van Theo & Thea, geen keukentafel te hebben. Zij en haar partner hebben dan ook niet veel onderling te bevechten, maar naar de buitenwereld wel. “Pas op als je je een vrouwtje gaat voelen. Zodra de verkleinwoordjes in het spel komen, gaat het mis” (2009/1, p.31).
De rubriek ‘Nedernorm’ gaat over de invloed van maatschappelijke kaders, sociale normen, morele codes en achterhaalde wetgeving op privélevens van mensen die andere keuzes maken dan hun voorouders. Joaquin schrijft in 2011 over uitsluitingsmechanismen, self fulfilling prophecies en expliciet racisme: “In de huidige discussie over anoniem solliciteren om de kansen van ‘allochtonen’ op de arbeidsmarkt te vergroten, vergeet men dat die kansen al in een vroeger stadium verkleind worden: veel Nederlandse leerkrachten schatten leerlingen met een andere etniciteit structureel lager in. ‘Dat kun je niet’ horen niet-westerse scholieren veel vaker dan hun Nederlandse klasgenootjes” (2011/1, p.24-25).
Naast deze bestaande rubrieken worden er twee nieuwe geïntroduceerd. In ‘This is what a feminist looks like’ laat LOVER feministische prominenten aan het woord over feministische mannen. De eerste die zich uitspreekt is Cisca Dresselhuys, die bekent als hoofdredactrice van Opzij en bedenkster van ‘Langs de feministische meetlat’ slechts drie echt feministische mannen ontmoet te hebben. Mannen die het niet bij woorden lieten, maar van wie ook de daden vrouwvriendelijk waren: Jeroen de Wildt, Joop Schippers en Vincent Duindam (2009/4, p.6-7). Hedy d’Ancona wantrouwt elke man die zichzelf op de harige borst klopt omdat hij zelf zijn overhemden strijkt en nomineert Sicco Mansholt, voormalig Eurocommissaris voor landbouw (2010/4, p.31).
In de eveneens nieuwe rubriek ‘Zeepkist’ vertellen jonge geëngageerde vrouwen over hun persoonlijke missie. Zo wil Hülya Uslu moslimjongeren inspireren met islamitisch feminisme (2009/1, p.7), pleit Renate Hukema voor meer diversiteit in politiek en samenleving (2009/2, p.15) en laten Donna Metzler en audrey samson vrouwen lol hebben met computers tijdens hun workshops over hard- en software (2009/3, p.41). Mina Saadadi, managing editor van Shahrzad News, streeft ernaar dat Iraanse vrouwen zowel nationaal als internationaal gezien, gelezen en gehoord worden (2009/4, p.12). En Femke en Ilse van Velzen, maaksters van de documentaire Weapon of War en initiatiefneemsters van educatieve filmprojecten in de Democratische Republiek Congo, brengen het verkrachtingsgeweld in Congo onder de aandacht (2010/1, p.10)
Cursus Twitter
Zo actueel als vele onderwerpen zijn, zo heerlijk gedateerd smaken de artikelen over sociale media. Zo geeft Esmeralda Tijhoff in 2009 een spoedcursus Twitter voor feministen (2009/4, p.50) en verheugen Janiek Kistemaker en Elise van Alphen zich over de toegenomen deelname van vrouwen aan online politieke discussies – onder meer op Hyves – in ‘Heren, (neem ik aan)’. Politieke discussies op internet (2010/1, p.12-13).
Online
Waar in 2007 en 2008 de website voornamelijk gevuld werd met artikelen uit de fysieke tijdschriften, gaat LOVER steeds meer inspelen op de actualiteit. Denk aan reacties op nieuwsberichten of recent onderzoek, uitgereikte prijzen, nieuw verschenen boeken, recensies van theatervoorstellingen en aankondigingen voor debatavonden. Online wordt stilgestaan bij het onverwachte overlijden op 2 mei 2009 van Marilyn French, schrijfster van Ruimte voor vrouwen uit 1981 en boegbeeld van de tweede feministische golf (zie hier). Ook besteedt de website aandacht aan de befaamde auditie van Susan Boyle bij de talentenjacht Britain’s Got Talent (zie hier). Toen deze vrouw het podium opkwam, zorgden haar uiterlijk en onbeschaamde uitbundigheid voor hilariteit, ongeloof en afgrijzen. Maar zodra ze begon te zingen, won ze het hele land voor zich. Voor een instant moodlifter: je kunt de auditie hier terugzien.
Ruim 1600 artikelen staan er inmiddels op de website van LOVER. Dat is te danken aan de inzet van vele vrijwilligers die zich de afgelopen vijftig jaar voor LOVER hebben ingezet en zorgden voor gemiddeld twee artikelen per week. Grote dank ook aan de donateurs, waardoor de website in de lucht kan blijven. Donaties maakten het ook mogelijk dat er ter ere van het 50-jarige bestaan van LOVER een speciaal, papieren jubileumnummer is uitgebracht. Wil je een exemplaar ontvangen? Klik hier om te bestellen.
Dit is het laatste artikel in de reeks ‘Uit de oude doos’. Eerder verschenen:
#1: de beginjaren van LOVER
#2: 1980-1985
#3: 1986-1990
#4: 1991-1995
#5: 1996-1998
#6: 1999-2001
#7: 2002-2004 (deel 1)
#8: 2002-2004 (deel 2)
#9: 2005-2006
#10: 2007-2008
Wil je edities of artikelen lezen? Atria heeft alle jaargangen van LOVER in haar archief.
Steun LOVER!
LOVER draait sinds de start in 1974 volledig op vrijwilligers en donaties. Wil je dat een van Nederlands oudste feministische tijdschriften blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.