Vaderschapsverlof en Moederschapsideologie

Deel 1: 'Wie is toch die man die zondags het vlees komt snijden'

Merel van Mansom • 12 mei 2016

U kent hem vast nog, de Sire Reclame uit 1997. Doel van deze campagne was om vaders een groter aandeel te laten nemen in de huishoudelijke taken en tevens een pleidooi voor meer betrokkenheid bij de opvoeding van kinderen. We kunnen ons afvragen of er de afgelopen twintig jaar veel veranderd is in Nederland.

De ‘third shift’

 Ongetwijfeld kent u vaders die veel zorgtaken op zich nemen, maar dit is vast niet de meerderheid. Van een gelijkwaardige zorg-werk verdeling lijkt in ieder geval nog geen sprake wanneer we kijken naar het onlangs verschenen rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau in samenwerking met Atria, het kennisinstituut voor vrouwengeschiedenis en emancipatie: ‘Lekker Vrij’. Vrouwen zijn massaal de arbeidsmarkt opgegaan, maar zijn nog steeds belast met het grootste deel van het onbetaalde werk. De Nederlandse vrouw draait dubbele diensten, een ‘second shift’, waarin ze naast haar (deeltijd) baan ook zorg draagt voor het huishouden. Het SCP rapport – wat een nadruk legt op vrijetijd, tijdsdruk en arbeidsduur – maakt echter duidelijk dat we een zekere ‘third shift’ niet moeten onderschatten. Hierbij verwijzen ze naar het concept van ‘emotion work’ van Sociologe Arlie Hochschild (1983). En hiermee doelen ze op de zorg voor het emotionele welzijn van anderen, het zorgen voor een goede sfeer, het bespreekbaar maken van behoeften, maar ook de algehele coördinatie van het huishouden en het gezin valt onder ‘emotion work’. De uitvoering van dit werk lijkt disproportioneel op de schouders van vrouwen te vallen, anders dan de ‘first shift’ , het betaalde werk, en ‘second shift’, het onbetaalde huishoudelijke werk , is ‘de ‘third shift’ een continuüm. Het SCP rapport raakt hier naar mijn inzien de juiste, doch ontzettend gevoelige snaar in Nederland, namelijk: de rol van ons mams, de hoeksteen van ons gezin en samenleving.

 

Moederschapsideologie

Emotion work, die zich niet in uren laat vertalen, maar in ‘gevoelde verantwoordelijkheid’ is volgens het rapport namelijk gender specifiek. Het zijn voornamelijk de moeders die de algehele organisatie van het huishouden op zich lijken te nemen, van verjaardagspartijtjes tot troostpleisters. Het onderzoek maakt een voorzichtige conclusie dat er in ieder geval bij ‘tijdsbestedingsonderzoek het emotion work beter in beeld gebracht dient te worden’. Mijn interpretatie is minder voorzichtig. Ik zou willen stellen dat emotion work diep genesteld zit in onze ideeën over vrouwelijkheid en mannelijkheid met onverwoestbare rolpatronen tot gevolg.

De totstandkoming van deze rolpatronen hebben uiteraard een bepaalde culturele historie, iets wat Renske Keijzer, ‘s werelds allereerste hoogleraar ‘vaderschap’, in hetopiniestuk waarin zij pleitten voor het flexibel opnemen van vaderschapsverlof op het moment dat moeders weer terug aan het werk gaan.

 

5 dagen betaald verlof

Tijdens Prinsjesdag dit jaar is besloten dat vaders geen 2 maar 5 dagen betaald verlof op kunnen nemen na de bevalling van diens vrouw, dit zou volgend jaar in moeten gaan. Dit verlof bestaat momenteel nog uit 2 dagen betaald kraamverlof en drie dagen ouderschapsverlof. Beide verlofregelingen mogen niet geweigerd worden door de werkgever, maar het ouderschapsverlof hoeft niet uitbetaald te worden. Daarnaast heeft de vader recht op 26 maal het aantal keer het aantal werkuren per week wat over een periode van acht jaar opgenomen mag worden, onbetaald wel te verstaan.

We kunnen ons afvragen of de 3 extra betaalde verlof dagen voor een gewenste cultuur omslag zal zorgen in Nederland waarbij we, in de woorden van Renske Keijzer, ‘vrouwen van hun voetstuk af kunnen halen’. Hoe kunnen we van een jonge vader verwachten dat hij in vijf dagen compleet voorbereid is op het vaderschap? Afgezien van de lichamelijke noodzaak na de bevalling krijgen vrouwen tijdens hun betaalde verlofregelingen wel de mogelijkheid zich een moeder rol eigen te maken. Dat dit automatisch leidt tot een asymmetrische verhouding tussen de partners waarbij de moeder vervolgens aan de vader uit mag leggen hoe een luier verschoont dient te worden, lijken we voor lief te nemen. Om deze ongelijke verhoudingen aan te pakken is daar sinds kort in Nederland de aanbevelingsrapport wijst Oeso op de positieve effecten van betrokkenheid bij de verzorging van pasgeboren kinderen. Dit zou niet alleen helpen bij de ontwikkeling van kinderen maar ook tevens vaders gelukkiger maken.

Ik stel voor dat het tijd wordt dat we opnieuw, 20 jaar na de ideële reclame van SIRE nadruk leggen op de rol van de vader in het gezinsleven in plaats van het in stand houden van de man als broodwinner wat de beperkte verlofregelingen in Nederland lijken te impliceren.