Vergeten vrouwen #8 - verzetsspecial
In de geschiedenisboeken kom je ze niet vaak tegen, maar heldhaftige, geniale en excellerende vrouwen zijn van alle tijden. Ze zijn echter genegeerd, bestolen of simpelweg uit de annalen weggeschreven. Met de reeks Vergeten Vrouwen wil LOVER bijdragen aan het eerherstel dat ze verdienen.
In deze achtste editie van Vergeten Vrouwen – op Bevrijdingsdag – brengt LOVER een ode aan verzetsvrouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Decennialang bleef hun aandeel onderbelicht, maar de laatste jaren is er gelukkig steeds meer aandacht en waardering voor vrouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet zaten. Google maar eens op ‘boeken over verzetsvrouwen’. Of bekijk de TikTok-filmpjes van journaliste Marieke Kuypers: deel 1 en deel 2. Of lees het Trouw-artikel Van kinderredders tot spionnen: het wordt tijd om de sleutelrol van verzetsvrouwen te erkennen. Of het Volkskrant-artikel Vrouwen in het verzet uitzonderlijk? Ze speelden een bepalende rol tegen het naziregime.
Frieda Belinfante (1904-1995)
Frieda Belinfante was celliste. Tijdens de Tweede Wereldoorlog regelde ze financiële steun voor musici die de ariërverklaring hadden geweigerd te tekenen. Ook bekwaamde ze zich in het vervalsen van persoonsbewijzen. Het bekendst is ze wellicht als aanjaagster van de grootste sabotageactie door het verzet in Nederland: de succesvolle aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister, waardoor de gegevens van circa 70.000 Amsterdamse Joden in vlammen opgingen. Frieda Belinfante wist als een van de weinige aanslagplegers te ontkomen door, vermomd als man, te vluchten naar Zwitserland. Na de oorlog vertrok ze naar de VS, waar ze een indrukwekkende carrière als dirigente opbouwde. In 2015 schreef Toni Boumans een biografie over haar: Een schitterend vergeten leven. De eeuw van Frieda Belinfante.
Jacoba van Tongeren (1903-1967)
Als verzetsstrijdster redde Jacoba van Tongeren duizenden mensen het leven. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog richtte ze een grote verzetsgroep op: Groep 2000. Ook stond ze aan de wieg van Vrij Nederland, het blad dat in 1940 startte als verzetskrant. Ze distribueerde gestolen voedselbonnen aan duizenden onderduikers, hetgeen haar de bijnaam ‘Bonnenkoningin’ bezorgde. Voor de veiligheid van de verzetsgroep had Van Tongeren een systeem bedacht: de leden kenden elkaar niet bij naam, maar bij nummer. Door dit cijfercodesysteem overleefden bijna alle leden van Groep 2000 de oorlog. Het cijfer ‘2000’ was de code van Van Tongeren zelf. Erkenning na de oorlog kreeg ze niet: ze overleed in 1967, onbekend en vergeten. In 2018 publiceerde Paul van Tongeren een artikel over zijn tante Jacoba: Jacoba van Tongeren. Vrouw in de top van het verzet.
Nancy Wake (1912-2011)
Nancy Wake werd geboren in Nieuw-Zeeland, groeide op in Australië en liep op 16-jarige leeftijd van huis weg. Ze werkte als journaliste in Marseille, toen de Duitsers Frankrijk binnenvielen. Wake sloot zich aan bij het verzet en leidde vluchtende geallieerde piloten over de Pyreneeën naar veiligheid in Spanje. Toen haar netwerk in 1942 aan de Duitsers werd verraden, vluchtte ze via Spanje naar Groot-Brittannië. Nadat haar man was geëxecuteerd door de nazi's, ging Wake terug naar Frankrijk om te werken voor de Britse Special Operations Executive. Toen geallieerde radiocodes verloren waren gegaan, fietste ze lange afstanden door vijandelijk gebied om vervanging te krijgen. Vanwege haar vermogen om controleposten te ontwijken noemden de Duitsers haar de Witte Muis. Ze overleed op 98-jarige leeftijd in Londen.
Mimi Reinhardt (1915-2022)
Mimi Reinhardt werd uit Joodse ouders in Oostenrijk geboren als Carmen Koppel, bijnaam Mimi. In 1936 trouwde ze met Josef Weitmann en verhuisde ze naar Krakau, Polen. In 1939 kregen ze een zoon. De Duitsers vielen Polen binnen en het gezin moest in het getto van Krakau gaan wonen. Bij een ontsnappingspoging werd Josef vermoord. Zoontje Sascha werd naar familie in Hongarije gesmokkeld en in 1943 kwam Mimi terecht in een concentratiekamp vlakbij Krakau. Omdat ze vloeiend Duits sprak en steno kende, werd ze te werk gesteld als secretaresse. Zo kwam ze terecht in de fabriek van de Duitse SS’er Oskar Schindler, waar Joden als goedkope arbeidskrachten werden uitgebuit. Toen Schindler zag wat het naziregime met de Joden deed, besloot hij hen te beschermen. Door zijn arbeiders als ‘essentieel’ te bestempelen voor de productie van oorlogsmaterialen, behoedde hij velen voor een zekere dood. De lijst van essentiële arbeidskrachten bevatte uiteindelijk zo’n twaalfhonderd namen. In de fabrieken van Schindler gebeurde nauwelijks nog iets, maar met gemanipuleerde productiecijfers wist hij dat te verbloemen. Alle Joden op Schindler’s List, bekend geworden door de film van Steven Spielberg, overleefden de oorlog. Pas aan het begin van de 21e eeuw kwam aan het licht dat Mimi deze lijst typte, waaraan ze zelf ook namen toevoegde. In de film van Steven Spielberg komt ze echter niet voor. Na de oorlog trouwde Mimi met Albert Reinhardt, kreeg ze een dochter en ging ze in New York wonen. In 2007, na de dood van Albert, emigreerde ze naar Israël. Daar overleed ze vorig jaar op 107-jarige leeftijd.
Meer vergeten vrouwen leren kennen? Eerder publiceerde LOVER Vergeten vrouwen (24 juni 2018), Eerherstel voor oervrouwen (20 november 2020), Vergeten vrouwen II (31 augustus 2021), Vergeten vrouwen #3 (12 februari 2022), Vergeten vrouwen #4: kunstspecial (28 mei 2022), Vergeten vrouwen #5 (10 september 2022), Vergeten vrouwen #6, een special over Zwarte vrouwen (24 december 2022 en Vergeten vrouwen #7 over badass bitches (22 februari 2023).
Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook.