Voorbij Mary Daly
Mary Daly is overleden. Op een aantal feministische blogs uit de VS wordt haar erfenis verdeeld, met een hele grote vuilnisbak bij de hand. De mortibus nil nisi bene. Wat zal ik aan goeds over haar vertellen? Of zal ik zwijgen, om geen kwade woorden te spreken waar dat niet past? Ik sta niet, zoals veel andere feministen, bij haar in het krijt voor intellectuele of ideologische steun en inspiratie. Onder haar notoire transfobie heb ik nooit noemenswaardig geleden. Toch ben ik de afgelopen week geraakt door deze vrouw, die voor mij pas van gene zijde van het graf zichtbaar is geworden. Laat ik het daar over hebben.
Mary Daly was tijdens haar leven een invloedrijk feministisch theologe. Zij werd vooral bekend door haar boek Beyond God the Father: Toward a Philosophy of Women’s Liberation uit 1973, waarin zij het patriarchaat als fundament voor de joods-christelijke religie aan de kaak stelde. Zij is gevierd vanwege haar ludieke pogingen om de taal zodanig te hervormen dat de grond onder de voeten van datzelfde patriarchaat zou verdwijnen: Webster’s First New Intergalactic Wickedary of the English Language (1987). Zij is ook degene geweest die aan de wieg heeft gestaan van Janice Raymond’s proefschrift The Transsexual Empire en blijkt zelf enkele niet mis te verstane uitspraken ten nadele van transvrouwen op haar naam te hebben.
“Today the Frankenstein phenomenon is omnipresent not only in religious myth, but in its offspring, phallocratic technology. The insane desire for power, the madness of boundary violation, is the mark of necrophiliacs who sense the lack of soul/spirit/life-loving principle with themselves and therefore try to invade and kill off all spirit, substituting conglomerates of corpses. This necrophilic invasion/elimination takes a variety of forms. Transsexualism is an example of male surgical siring which invades the female world with substitutes.”
Hierover zou ik natuurlijk boos kunnen worden. Maar daarvoor slaan haar woorden de plank te duidelijk mis en eigenlijk ben ik eerder nieuwsgierig naar de achtergrond van dit soort uitspraken. Berust de haat die eruit spreekt op een traumatisch gegeven in haar eigen geschiedenis? Ik heb er geen aanwijzingen voor. En wat zou dat opleveren? Een ongelukkige jeugd is voor een schrijver soms een goudmijn, voor een crimineel een excuus om onder de verantwoordelijkheid voor zijn daden uit te komen, voor een alcoholist om zich dood te drinken, maar uiteindelijk veel minder interessant dan wat het slachtoffer er zelf van maakt.
Waarschijnlijker zijn zij een logisch uitvloeisel van haar manier van denken. Die is om te beginnen sterk dualistisch. Centraal daarin staat de strijd der seksen, waarin onderdrukkers en onderdrukten duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn en Goed en Kwaad netjes over beide seksen verdeeld. Om zo’n denkwijze te beschermen tegen de complexiteit van de werkelijkheid waarin wij leven zijn meestal een paar maatregelen nodig. Een streven naar Zuiverheid is daarbij onontbeerlijk. En de behoefte aan Uitroeien – liefst met wortel en tak! – zal zich onherroepelijk doen gelden.
"If life is to survive on this planet, there must be a decontamination of the Earth. I think this will be accompanied by an evolutionary process that will result in a drastic reduction of the population of males.
Hoe dikwijls heb ik mij afgevraagd waarom een dergelijke radicaliteit mij zo blijft intrigeren? Het dichtst bij een antwoord kom ik als ik aan mijzelf durf toe te geven dat een verlangen naar Endlösungen mij niet helemaal vreemd is. Een gedachte die altijd onmiddellijk wordt gevolgd door een zekere huiver, afschuw zelfs. God, wat ben ik eigenlijk blij dat verreweg de meeste radicalen denkers zijn en geen doeners!
Goed, Mary Daly is gevallen, haar woorden achterna, zonder dat er een bijl aan te pas kwam. In de oordelen die anderen vellen over haar erfenis wordt die als het ware fijngehakt, vercomposteerd, verteerd, om als voedingsbodem te dienen voor komende generaties feministen, theologen, activisten. Humus. Zo hoeft er niets uitgeroeid te worden en niets verloren te gaan. De tijd zal haar werk doen en de hatelijkheden die Mary Daly heeft rondgestrooid zullen op een dag niet eens meer herkenbaar zijn.