Was will der Mann?
Het onbehagen van de man
Het was een roerige avond in Pakhuis de Zwijger waar op maandag 16 november het onbehagen van de man centraal stond. Er is meer onbehagen dan men wellicht zou denken en dat leek zich deze avond vooral tegen de ‘traditionele’ man te keren. Aanleiding voor het thema van de Women INC talkshow was de presentatie van het nieuwe boek filosoof en publicist Dylan van Rijsbergen ‘Het onbehagen van de man’. Op de vraag van moderator Ruben Maes wat het onbehagen precies inhoudt lijkt een eenduidig antwoord onmogelijk, het publiek leek uitgesproken verdeeld over het onderwerp.
Van Rijsbergen gaf aan in zijn boek vooral te willen nuanceren. Geen pleidooi voor het hervinden van de mannelijkheid of een stappenplan om een ‘echte man’ te worden. In een zwart-witte discussie wilde hij op zoek naar de grijstinten.
Multitaskende huismannen
Die grijstinten leken niet veel later echter ver te zoeken. Women INC had een diverse groep gasten uitgenodigd die deelnamen aan het gesprek Eén gast sprong er letterlijk en figuurlijk direct uit: Andreas Kinneging, hoogleraar rechtsfilosofie. Bij een bredere groep mensen is hij echter bekender als neo-conservatieve denker en onder andere op basis van zijn briefwisseling met Naema Tahir over mannen en vrouwen, een jaar geleden in de Volkskrant.
Binnen vijf minuten stond hij vooraan op het podium en was hij er met geen mogelijkheid meer af te krijgen. Of je het nu eens was met hem of niet, feit was dat Kinneging zijn essentialistische ideeën over de verschillen tussen mannen en vrouwen met verve verdedigde. Maar met opmerkingen dat mannen liever met de auto naar het werk gaan en vrouwen thuis willen blijven om de kleertjes te wassen maak je bij Women Inc niet veel vrienden. Ondanks de verhitte emoties werden er door veel mensen in de zaal inhoudelijke zinnige dingen gezegd worden door mensen , over multitaskende huismannen, biologische ontwikkeling en veranderende sociale verwachtingen. Het is echter Kinneging die dit deel van de avond domineert, hij liet dulde enkele ruimte voor tegengeluiden. Iedere kritische noot vanuit de zaal en podium werd door hem afgedaan als irrelevant en particulier. Ondanks het levendige debat miste ik de stem van auteur van Rijsbergen. Ik was benieuwd wat hij vanuit zijn boek toe wilde voegen, maar daarvoor zal ik toch het boek zelf moeten lezen.
Kraamverlof voor mannen
Gedurende het tweede deel van de avond stond het vaderschap centraal. Welke rechten en plichten moeten een man krijgen in relatie tot zijn kind, met name in situaties waarin vader en moeder niet met elkaar getrouwd zijn en geen geregistreerd partnerschap hebben. Een gebied dat nog veel verwarring oproept zo blijkt. Vaders krijgen niet automatisch gezag over de kinderen als ze deze erkennen. Iets wat CDA kamerlid Marleen de Pater wil veranderen. Maar wanneer krijgt een vader dan wel gezag en wat houdt dat precies in? Welke rechten heeft de vader, maar welke plichten heeft hij eveneens? Opvallend heet hangijzer in deze tweede discussie was het recht op langer kraamverlof door ouders, aangekaart door Rutger Groot Wassink van Papaplus. De Pater weigert hier maar ook een millimeter ruimte te geven. Als mannen langer verlof willen is dat iets wat ze zelf moeten regelen met de werkgever. De overheid heeft daarin niets te zoeken. Dit standpunt stuitte op veel weerstand vanuit de zaal en wederom soms hoog oplopende emoties. Opvallende tegenwerping was dat bij gelijke verloftijd voor mannen en vrouwen de positie van de vrouw op de arbeidsmarkt verbeterd kon worden. Uit de reactie van de zaal en met namen de vele mannen in de zaal werd duidelijk dat mannen graag meer zorgtaken op zich willen nemen en zoeken naar mogelijkheden om dat te doen. Enige overheidsondersteuning om deze mentaliteitsverandering verder door te voeren zou hierbij niet onwelkom zijn.
Dat er nog veel onbehagen is onder mannen (en vrouwen!) werd gedurende deze avond zeer duidelijk. Geen onbehagen over de eigen mannelijke positie in de maatschappij, maar meer een onbehagen omdat men zich onvoldoende gehoord voelt, in zorgtaken, op de werkvloer en in een breder maatschappelijk kader. Dat veel mannen actief zijn om dit onbehagen een andere vorm te geven en te kijken naar mogelijkheden om te ontwikkelen was misschien nog wel duidelijker. Mannen nemen het heft in handen en bewijzen daarmee het tegendeel van Kinneging’s essentialistische gedachtegoed.