We moeten ons gaan identificeren met de term racist
Onze premier heeft een probleem met de term ‘institutioneel racisme’. Tijdens zijn persconferentie op 3 juni 2020 vertelde hij doodleuk dat hij een hekel heeft aan sociologisch jargon. De volgende dag erkende hij in de Kamer dat er ‘plekken zijn waar institutioneel racisme voorkomt’, maar dat hij de term toch niet wil gebruiken, omdat je daarmee ook mensen aanspreekt die ‘menen dat niet te doen’. Terwijl dat nou net het punt is met institutioneel racisme: dat het juist niet om het individu gaat, maar om ons als maatschappij. En die maatschappij, die moet veranderen.
In haar boek ‘Hallo witte mensen’ definieert Anousha Nzume institutioneel racisme als ‘het geheel van zowel impliciete als expliciete racistische gebruiken, procedures, omgangsvormen en normen van formele en informele instituties.’ Met instituties wordt hierbij bijvoorbeeld het onderwijs en de media bedoeld, en die instituties reproduceren racisme. Racisme zit dus in onze maatschappij en in ons systeem. We groeien ermee op en onze – waarschijnlijk onbewuste – racistische ideeën worden continu gevoed door het nieuws, door reclames, films en de politiek.
Een overduidelijk voorbeeld van institutioneel racisme is te vinden bij de Belastingdienst, die er onlangs voor uitkwam ruim 11.000 mensen met een dubbele nationaliteit strenger gecontroleerd te hebben dan andere Nederlanders. De tweede nationaliteit was een van de selectieregels bij een zogenaamde risicomodule. Dat zoiets wordt opgenomen in de selectieregels is natuurlijk niet zomaar, want deze zijn gebaseerd op jarenlange discriminerende praktijken en zorgen op hun beurt óók weer voor discriminatie.
Bij de Belastingdienst is het dus heel duidelijk dat er sprake is van discriminatie, maar racisme staat niet altijd in regeltjes. Zo staat er over het algemeen niet in het beleidsplan van een instelling dat zij geen mensen van kleur aannemen, maar is het toch moeilijker om een baan te vinden wanneer je niet wit bent. Er is geen regel dat er minder zwarte mensen in talkshows verschijnen, maar vorige week merkte Clarice Gargard bij M terecht op dat een tafel vol zwarte mensen een unicum is (terwijl een tafel vol witte mensen de standaard is). Ook dat is institutioneel racisme.
Dat houdt overigens niet in dat er bij elke talkshow één racistische klaphark zit die bij ieder zwart persoon zegt: ‘Nee, doen we niet, zoek maar een wit persoon.’ Het is vaak veel subtieler en de makers van talkshows zullen zich er vaak helemaal niet van bewust zijn dat ze ook een persoon van kleur aan tafel hadden kunnen hebben. Waarschijnlijk waren zij gewoon aan het brainstormen over geschikte gasten en kwamen als eerste de namen naar boven van mensen die vaker op televisie komen. Witte mensen. Dus worden die witte mensen weer uitgenodigd en zijn het witte mensen die een stem krijgen. Zo wordt het systeem in stand gehouden en komen zwarte mensen niet aan tafel bij bijvoorbeeld Op1, het programma dat onlangs in opspraak raakte door de spierwitte talkshowtafel met onder andere de Amerikaanse ambassadeur Pete Hoekstra die het gesprek over Black Lives Matter voerde.
Het punt van institutioneel racisme is dus dat het, zoals de premier zei, ‘systemisch’ is. Het gaat niet om individuele daden van racisme, maar om het racisme dat in allerlei aspecten van deze maatschappij ingebakken zit. Dus dat mensen zich niet als racist identificeren, zoals de premier suggereerde, is volstrekt logisch. Maar om de structuren van institutioneel racisme te doorbreken, moet de (witte) mens zich juist wél identificeren met de term racist. We moeten gaan erkennen dat we soms lelijke denigrerende gedachten hebben, dat we meedoen aan een racistisch kinderfeest, dat we generaliseren en discrimineren. Pas als we dat erkennen, kunnen we hard aan het werk om weer langzaam van die term racist af te komen. Want niet racistisch zijn in een door en door racistisch systeem, dat vereist werk en dat werk duurt langer dan een #BlackOutTuesday. Er is antiracisme nodig, waarbij we ons blijven uitspreken. Zwijgen houdt immers het systeem in stand.
‘Racisme is een groepsprobleem’, schreef Philomena Essed in haar boek ‘Alledaags racisme’, en dus ook een probleem dat we samen, met hard werken moeten oplossen. Maar goed, eerst dus die erkenning van de term, en daar, beste meneer Rutte, hebben we toch echt het begrip institutioneel racisme voor nodig.
Steun LOVER!
Vond je dit een goed artikel? Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Laat je waardering blijken door een (eenmalige) donatie en help ons. LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.