Wordt het (n)ooit wat met de mannenrok?

Over mannelijke zelfverloochening, emancipatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen

Zelfportret - bron Pierre Winkler1
Zelfportret - bron Pierre Winkler1
Pierre Winkler
Pierre Winkler • 3 sep 2021

Vrouwen streven naar een abstract schoonheidsideaal. Bij mannen gaat het niet om schoonheid, maar om hun maatschappelijke rol en status. In geen van die rollen past een rok of jurk, omdat ze per definitie een verlies van mannelijkheid betekenen. Aldus Margreet Fogteloo in 2008 in de Groene Amsterdammer. In het Financieel Dagblad in 2018 wordt die redenering in andere woorden herhaald en uit een enquête in Quest van dit jaar blijkt dat de rok of jurk voor mannen nu nog steeds weinig kans maakt. De eerste vraag is of die redenering van Fogteloo en vele anderen juist is. De vraag is ook of het antwoord er eigenlijk wel toe doet. Is het wel of niet dragen van een rok of jurk door mannen maatschappelijk relevant, of maakt het niets uit?

De Grote Mannelijke Zelfverloochening
In het kader van die laatste vraag is het nuttig om nader te kijken naar twee aanzetten tot liberalisering van de mannenmode in de recente geschiedenis. Fogteloo noemt ze allebei, maar enkel om te stellen dat ze mislukt zijn en vervolgens te concluderen dat dus die liberalisering er wel nooit zal komen. Beide aanzetten tot meer kledingvrijheid voor mannen zijn echter de moeite waard om nader te bekijken. Het gaat om ten eerste de oprichting in Engeland, in de jaren twintig van de vorige eeuw, van de Men’s Dress Reform Party (MDRP). Deze groep streefde naar meer kledingkeuzevrijheid voor mannen, deels om hygiënische redenen (ruimere, minder zweterige kleding), maar ook omdat men de sinds de 19e eeuw veranderde norm voor passende kleding voor mannen een slechte ontwikkeling vond. Een van de voormannen van de MDRP, John Carl Flügel, beschrijft in zijn boek The Psychology of Clothes deze ontwikkeling als de ‘Grote Mannelijke Zelfverloochening’. Vroeger, is zijn redenering, besteedde de man aandacht aan ‘mannelijke versiering’, nu niet meer, omdat hij zijn natuurlijke verlangen om ook mooi te zijn heeft opgegeven: “Man had abandoned his claim to be considered beautiful. He henceforth aimed at only being useful.”

Mannelijkheid en vrouwelijkheid: een zorgvuldig opgebouwde bipolaire constructie
Als je kijkt naar de schilderijen van mannen vóór begin 19e eeuw en de afbeeldingen daarna, dan is het verschil inderdaad opmerkelijk. Waar eerst mannen hun status, prestige en mannelijkheid extra goed uit wilden laten komen met kleurige kleding, blouses met kanten kraagjes en manchetten en schoenen met hakken en rozetten, benadrukken ze een halve eeuw later hun autoriteit en stand met sobere kleding in grijs, zwart en donkerbruin. Vanaf die tijd is het mannenpak inclusief overhemd en stropdas de verbeelding van gezag, status, rijkdom, betrouwbaarheid en mannelijkheid. En dat geldt vandaag de dag nog steeds. Het wordt niet langer als mannelijk beschouwd om aandacht te besteden aan het uiterlijk en kleurige kleding te dragen. Dat zijn voortaan vrouwenaangelegenheden. “Mannelijkheid en vrouwelijkheid”, zoals de wetenschapper De Leeuw het in zijn proefschrift zegt, “worden zorgvuldig opgebouwde constructies die elkaars tegenpool zijn”. De schilderijen van Napoleon Bonaparte van rond 1800 en van zijn neef Louis Napoleon minder dan 50 jaar later laten duidelijk deze enorme verandering zien in de perceptie van vrouwelijke en mannelijke kleding die zich in amper 50 jaar tijd voltrok.

napoleonbonaparte_en_louisnapoleon1.jpg

Portret van Keizer Napoleon Bonaparte (ca. 1800) en zijn neef Louis Napoleon (ca. 1850)
Credits: Saiko; Gilman Collection, Museum Purchase, 2005.

Kleding en maatschappelijke normen
Kleding en uiterlijke verzorging zijn het middel bij uitstek om bij een eerste kennismaking duidelijk te maken tot welke sociale laag je behoort of welke maatschappelijke functie je bekleedt. En omdat het pak-met-stropdas al zolang een gevestigd en algemeen aanvaard eerste visitekaartje is, lijkt het niet meer weg te denken. Je ziet af en toe nog wel eens uitingen van de algemeen menselijke en dus ook mannelijke behoefte aan kleur en expressie, bijvoorbeeld in kleurige stropdassen of bont gekleurde schoenen, maar dan wel in het klassieke herenmodel dat net zoals de stropdas al tweehonderd jaar meegaat. Modeontwerpers doen al decennia vergeefs hun best om de mannenrok en -jurk in de winkels te krijgen, net zoals rolmodellen als David Bowie, Prince en Brad Pitt, die in 2004 nog voorspelde dat de volgende zomer een rok voor mannen gewoon zou zijn. En dan heb je ook nog individuele mannen, zoals ik zelf, die graag af en toe een jurk of rok dragen en hier en daar een actiegroep om het dragen ervan meer geaccepteerd te krijgen. Maar een terugkomst van de rok of jurk, ooit ook kledingstukken waarmee je mannelijk prestige kon uitstralen, lijkt inderdaad onhaalbaar. Tweehonderd jaar conditionering en ‘mannelijke zelfverloochening’ zijn niet zomaar weggepoetst.

Hippies, punkers en andere jeugdculturen
Er leek hoop op andere tijden rond de jaren 60-70 van de vorige eeuw, de hippietijd, een tweede ontwikkeling die Fogteloo kort noemt. Het was de tijd waarin lang haar voor mannen modieus werd en het dragen van sieraden en hesjes en giletjes versierd met kralen. Die liberalisering van de mannenmode vond je overigens niet alleen bij hippies. Ook onder de mannelijke discogangers en zogeheten ‘soulkikkers’ in de jaren 70 en 80 en daarna de punkers en de gothics zag je meer aandacht voor uiterlijke verzorging en een vermenging van traditioneel mannelijke en vrouwelijke kleding en versiering. Maar het waren en zijn typisch jeugdculturen. Ook ik droeg in de jaren 80 als student en saxofonist in een punkband wel eens een kilt, een rok, schoenen die ik zelf paars of roze had geverfd en een enkele keer make up. Maar net zoals vrijwel alle andere mannen die in hun jongere jaren het aandurfden om hun algemeen menselijke en dus genderneutrale behoefte aan kleur en versiering een tijdje niet te verloochenen, conformeer ik me nu ook zelf nog vaak aan de grijze massa. Aan de norm dat je kleding moet kiezen die in het gevestigde sociale verkeer voor mannelijk doorgaan. Om serieus genomen te worden, om carrière te kunnen maken of om ‘erbij te horen’.

Vrouwenkleding: emancipatie versus aanpassing aan mannelijke normen
Bij vrouwen zie je wel een grote verandering vanaf de jaren 60. Vrouwen in de 19e eeuw droegen massaal korsetten en ondanks medische adviezen die wezen op de slechte gevolgen van het dragen van deze nauwsluitende dwangbuizen bleven ze dat doen, zelfs tot ver in de 20e eeuw, om aan te sluiten bij hun rol en taak in het leven, aantrekkelijk zijn voor mannen:

“Het is de taak van de vrouw om de man te bekoren door haar uiterlijk, niet door haar intellectuele ontwikkeling … Een meisje moet trachten een man aan zich te binden, een getrouwde vrouw dient moeite te doen de veroverde echtgenoot te blijven boeien: … Kies die kleuren, die wijs van u op te tooien, welke gij merkt, dat hem het behagelijkste is.”

Aldus twee auteurs uit de 19e eeuw die geciteerd worden in eerder genoemd proefschrift van de Leeuw. Ze beschrijven een norm die ver in de 20e eeuw ook nog in sterke mate gold. Bedenk dat vrouwen tot 1956 ontslag kregen – zonder enig recht op een uitkering – als ze gingen trouwen, omdat ze dan geacht werden voor man, huishouden en het aanstaande gezin te zorgen. En dat ook pas in datzelfde jaar de wet werd afgeschaft waarin vrouwen het recht ontzegd werd om een eigen bankrekening te openen of zelfstandig op reis te gaan, omdat ze tot dan bij wet handelingsonbekwaam waren.

In het licht van die recente geschiedenis is de positie van vrouwen enorm verbeterd. In amper 50 jaar, dezelfde tijd die het duurde om rokken, jurken, maillots, kantjes en strikjes van genderneutraal – en zelfs bijdragend aan mannelijke status – te maken tot een kledingterrein dat voor mannen helemaal taboe is. Dankzij de emancipatiebeweging werd het vanaf de jaren 60 voor vrouwen ook gebruikelijk om een broek te dragen, wel of geen make up op te doen en vooral ook zelf te kiezen, zonder mannelijke goedkeuring, wat ze prettig dragend en mooi vinden. Bovendien hebben vrouwen zich het mannenpak aangemeten. Al moet gezegd dat dat niet zozeer een kwestie van verdere emancipatie was, maar een zich aanpassen aan de norm dat broek en pak serieusheid uitstralen en jurk en rok niet. Voor vrouwen, zo stelt hoogleraar visuele cultuur Anneke Smelik in een artikel in Trouw, was vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw het aantrekken van een mannenpak een manier om deel uit te kunnen maken van de door mannen gedomineerde arbeidsmarkt.

Dit bipolaire of binaire onderscheid tussen jurk en rok (vrouwelijk, minder serieus, minder ‘carrièrefähig’) en anderzijds broek en pak (mannelijk, krachtig, zakelijk) is er nog steeds, zo blijkt ook uit een artikel in het tijdschrift Quest hierover, waarin een enquête is opgenomen met de vraag of je een man in een jurk serieus zou nemen. Het antwoord van de overgrote meerderheid van de respondenten is ‘nee’.

De mannenrok, emancipatie en maatschappelijk verantwoord ondernemen
We zijn de afgelopen 200 jaar zo sterk geconditioneerd in het beeld dat jurken en rokken niet mannelijk zijn en geen macht en kracht uitstralen, dat dat nog heel moeilijk te veranderen is. Dat de kleding van keizer Napoleon en andere machtige mannen uit die tijd ooit weer als macho wordt gezien lijkt inmiddels vrijwel ondenkbaar. Maar daar staat tegenover dat het wel degelijk maatschappelijk relevant is om ons te ontdoen van die, zoals de Leeuw het noemt, zorgvuldig opgebouwde bipolaire constructies van mannelijk en vrouwelijk. Dat is immers de essentie van waar het bij het streven naar een verdergaande emancipatie van vrouwen en mannen om gaat. En in dat kader zou het al een hele stap zijn als, net zoals de Hema bij kinderkleding de jongens- en meisjesetiketten heeft geschrapt, alle kledingproducenten en -winkels die etikettering en profilering ook bij kleding voor jongeren en volwassenen achterwege zouden laten.

Verreweg de meeste van deze producenten en grotere winkelketens zeggen in hun marketing dat ze maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo). Het weglaten van die binaire scheiding zou daar zeker ook onderdeel van kunnen en moeten zijn. Door bijvoorbeeld de voorbeelden van mannenrokken en -jurken van modeontwerpers en rolmodellen op te nemen in hun collecties. Of door de aparte afdelingen voor mannen- en vrouwenkleding op te heffen. Dat zouden belangrijke eerste stappen kunnen zijn naar meer gelijkheid, meer vrijheid in kledingkeuze voor mannen. Naar een maatschappij waarin mannelijkheid en vrouwelijkheid er niet toe doen als het gaat om carrièrekansen, serieus genomen worden en maatschappelijke status.

Het zal nog wel even duren. Maar voorlopig moeten die mannen die wel een jurk of rok dragen misschien dan maar enige moed putten uit het feit dat zij in ieder geval zichzelf niet verloochenen en het wijze advies volgen van David Bowie: “Be strong enough to be yourself”. Daar verander je de wereld niet mee maar je wordt er zelf wel een completer en gelukkiger mens van.

 

Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, Linkedin en Facebook