World of Womencraft

Gender en games

Connie Veugen • 1 sep 2009

Bijna 80 procent van de Nederlandse vrouwen speelt wel eens een computerspel, blijkt uit het Nationaal Gaming Onderzoek 2008. Gegevens uit andere Europese landen en Amerika geven nagenoeg hetzelfde beeld. Hoe kan het dan dat we blijven denken dat gamen alleen iets voor jongens is? Connie Veugen ging op onderzoek uit.

In mijn directe omgeving zie ik veel gamende vrouwen.1 Allereerst mijn moeder van 76. In de vroege ochtenduren speelt ze Rummikub of Mahjong op de pc. Met haar leeftijd hoort ze bij de Nederlandse 50-plussers waar de gamende vrouwen de mannen hebben ingehaald, zowel qua aantallen als qua uren.2 Dan mijn buurmeisje van twaalf. Van jongeren onder de dertien is al lang bekend dat evenveel meisjes als jongens gamen. Maar de meisjes spelen niet even lang, en ook niet hetzelfde soort games als de jongens. In deze leeftijdcategorie houden ze van verzorgende spellen als de Sims (een digitaal ‘poppenhuis’) en puzzelspellen, terwijl de jongens liever actiespellen spelen of met virtuele auto’s racen.
Mijn andere buurmeisjes en mijn nichtjes zitten op de middelbare school. Van deze leeftijdsgroep weten we dat meisjes minder tijd dan jongens besteden aan spelen, in welke vorm dan ook. Ze krijgen op deze leeftijd andere interesses, dat was al zo toen er nog geen computers waren. Omdat ze minder tijd aan spelen besteden, verschuift hun interesse naar spellen die niet zo lang duren of die je met andere meiden speelt, zoals karaoke. De jongens ontdekken op deze leeftijd naast de actiespellen de ‘First Person Shooter-games’, waarin ze als held vijanden zoals zombies en aliens doden.
Bij de jongvolwassenen (20-34 jaar), waartoe mijn studenten behoren, liggen de percentages weer dichter bij elkaar, maar blijven vrouwen de helft minder tijd aan games besteden. In mijn eigen leeftijdgroep (35 tot 49 jaar) is de man-vrouwverhouding in het spelen van games en de tijd die eraan besteed wordt weer ongeveer gelijk. In deze leeftijdsgroep hebben zelfs meer vrouwen een spelcomputer dan tienerjongens.

Tetris
Deze statistische gegevens tonen onomstotelijk aan dat het aantal vrouwen dat gamet niet veel lager is dan het aantal mannen. Desondanks blijft het beeld overeind dat vrouwen geen games spelen. Neem mijn directe omgeving: de faculteit der Letteren aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Het spelen van games wordt door mijn collega’s niet geassocieerd met studenten, en zéker niet met vrouwelijke letterenstudenten. Omdat ik van de studentes zelf andere geluiden hoorde, hield ik in 2007 een enquête onder studenten Letteren en studenten Informatica. In totaal 116 mannelijke en 247 vrouwelijke letterenstudenten en 206 mannelijke en 23 vrouwelijke informaticastudenten reageerden.
Bij Letteren gaf 95,7% van de mannen aan te gamen of te hebben gegamed. Bij de vrouwen was dit 92,7%. Ik vroeg ook hoe lang het geleden was dat ze een game gespeeld hadden. Van de mannelijke respondenten had 78% in de voorafgaande drie maanden gegamed, waarvan tweederde in de voorafgaande week nog. Bij de vrouwen was dit 65%, waarvan de helft in de afgelopen week nog.
Deze cijfers liggen lager dan die van het Nationaal Gaming Onderzoek (11% lager bij de mannen, 16% bij de vrouwen). Hieruit zou je kunnen concluderen dat studenten minder tijd aan gamen besteden dan de gemiddelde Nederlander. Interesse speelt echter ook een rol. Zo lag het percentage informaticastudenten dat de afgelopen drie maanden gegamed had met 93% mannen en 83% vrouwen een stuk hoger.
In mijn onderzoek gaven de letterenrespondenten ook aan nu minder tijd aan games te besteden dan voor hun studie. Daarnaast waren de vrouwen meer zogenaamde ‘casual games’ gaan spelen. Deze spellen duren in de regel minder lang dan andere computergames. Je kunt ze dus makkelijker even tussendoor spelen. Of zoals een studente het verwoordde: ‘Tetris kun je altijd spelen, omdat je nergens aan hoeft te denken en het niet een halve dag duurt.’

Wii fit
Bij de vraag wat het laatste spel was dat ze gespeeld hadden, noemden de letterenvrouwen veel (gratis) casual games: Solitaire, Free Cell, Tetris, Mahjong en het spel Snakes dat op mobiele telefoons staat. Op de vraag naar hun favoriete game kwamen zeer diverse antwoorden. Alles werd opgenoemd, van Sims, Mario en Tomb Raider (Lara Croft) tot spellen die eerder met jongens geassocieerd worden, zoals Grand Theft Auto en Duke Nukem.3 Bij de letterenmannen werden minder vaak casual games genoemd als laatst gespeelde spel, en werden als favoriet vaak historische strategiespellen als Age of Empires, voetbalmanagementgames en diverse ‘First Person Shooters’ genoemd.
Uit Amerikaanse gegevens blijkt dat onder 25-plussers de verschuiving van meer tijdrovende spellen naar casual games doorzet, ook bij de mannen. In de toptien van meest gespeelde spellen bezetten casual games bij de vrouwen negen van de tien plaatsen en bij de mannen acht van de tien. De enige uitzonderingen zijn het fantasierollenspel World of Warcraft, dat zowel bij de vrouwen als bij de mannen op de zevende plaats staat, en de First Person Shooter Quake die bij de mannen op tien staat. Het spel Solitaire staat, met ruim 4,5 miljoen vrouwelijke en 3 miljoen mannelijke spelers, bij beide geslachten op één. Ook de moderne casual games, zoals de onder vrouwen populaire dansmat-, karaoke- en fitnessspellen en de onder mannen favoriete gitaarspellen, hebben zeer goede verkoopcijfers. Zo was de Wii de meest verkochte spelcomputer in Amerika in 2008 en het spel Wii Play het best verkochte spel, gevolgd door Mario Kart en Wii Fit.4 Gamen is dus meer dan urenlang in het donker aan het computerscherm vastgekleefd zitten.
Een ander hardnekkig misverstand dat bijgesteld moet worden, is dat gamen een eenzame bezigheid voor mannen is. Uit de Europese cijfers blijkt dat zowel mannen als vrouwen graag in gezelschap spelen. En tegen de verwachting in waren het in mijn onderzoek zelfs meer vrouwen dan mannen die liever alleen speelden.

10 uur of meer
En tóch blijven we maar denken dat games en meisjes niet samengaan. Ten tijde van mijn enquête kondigde een Noord-Hollandse familie aan de computer een week de deur uit te doen.5 In de reportage zegt de moeder dat het ‘voor bepaalde gezinsleden … helemaal niet erg is, als het een keertje een week zonder is.’ Bij navraag blijkt het om de zoon te gaan ‘die nogal erg van de computerspelletjes is’. De eerste beelden van de reportage tonen echter de twee jongste dochters (circa vijf jaar oud) die elkaar voor de computer verdringen. Als de reporter de zoon van rond de twaalf jaar vraagt wat hij het meest zal missen, zegt deze na enig nadenken aarzelend ‘spelletjes’ en direct daarachter aan ‘of voor spreekbeurten oefenen’. De oudste dochter van elf antwoordt echter volmondig ‘spelletjes’. Natuurlijk gaat het hier om een gemonteerde reportage, maar toch kun je je niet aan de indruk onttrekken dat de situatie anders ligt dan de moeder denkt.
Zelfs genderonderzoekers lijken bevooroordeeld. Op een recent symposium werd een Duits onderzoek naar mediagebruik onder jongeren tussen de 14 en 19 jaar gepresenteerd. Het viel op dat het aantal gamende meisjes beduidend lager lag dan in andere onderzoeken. De basisdata waren afkomstig uit een eerder uitgevoerde wetenschappelijke enquête naar het mediagebruik onder jongeren. Uit deze data was het gamegedrag gefilterd. De vraag daarbij bleek echter niet te zijn óf men games speelde, maar hoe frequent gespeeld werd. Een criterium voor de groepsindeling in het nieuwe onderzoek was ‘speelt vaak’ (meer dan tien uur per week). Daarmee werd de lat om als gamer bestempeld te worden erg hoog gelegd. Allereerst omdat uit Europese gegevens blijkt dat slechts 20% van de Duitse jongeren uit de groep van 16 tot 19 jaar meer dan 10 uur per week gamet. Daarnaast gaat het om de leeftijdsgroep waar de meisjes minder uren gaan spelen en dus ook minder gamen. Zo is het geen wonder dat maar weinig meisjes als gamers aangemerkt werden.
Tot slot leeft het idee dat hun seksegenoten niet gamen ook onder veel vrouwen die aan de game-industrie gelieerd zijn. Bij een recente online discussie hierover bleken veel van de deelnemende vrouwelijke ontwerpers, schrijvers, grafici en managers te denken dat de doelmarkt nog altijd uit jongens bestaat. Vaak ingeleid door de woorden ‘Hoewel ik zelf games speel, zijn het toch…’.

Vrouwelijk talent
Dat is helemaal opmerkelijk als je bedenkt dat de industrie zich de laatste jaren wel degelijk rekenschap geeft van vrouwelijke spelers. Zo wordt er bij het ontwerpen van nieuwe games druk bediscussieerd welke spelelementen vrouwen aanspreken. En bij het uiterlijk van moderne gamehelden, bijvoorbeeld Altair uit het spel Assassin’s Creed, wordt bewust gekeken naar aantrekkelijkheid voor vrouwelijke spelers. Daarnaast investeert de Amerikaanse game-industrie in vrouwelijk talent, onder meer door vrouwen meer tijd en ruimte te geven bij belangrijke evenementen. En ze stimuleren meisjes met studiebeurzen en online begeleiding van vrouwelijke mentors om voor een game-opleiding te kiezen. Ze moeten wel, want de mannelijke hardcore gamer van weleer vormt nu de minderheid.

Waarom blijft de mythe dat vrouwen niet gamen in stand? Ik denk vooral omdat men nog altijd een onderscheid maakt in casual en niet-casual games, waarbij de eerste minder serieus genomen worden (spelletjes). Maar zoals de statistieken laten zien is het al dan niet spelen van casual games vooral afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare tijd, dan van uitgesproken voorkeuren.
Daarnaast is het gewoon een kwestie van geduld. Aangezien het spelen van games voor de meisjes die nu opgroeien een vanzelfsprekendheid is, kunnen we ervan uitgaan dat de mythe vroeg of laat vanzelf zal verdwijnen. Waar mijn collega’s bij Letteren mij een vreemde eend in de bijt vinden, ben ik voor mijn nichtjes de coolste tante van de wereld.

Connie Veugen is docent cultuur en digitale media bij de faculteit Letteren van de Vrije Universiteit Amsterdam en game researcher (www.nationaalgamingonderzoek.nl). Daarnaast is gebruikgemaakt van eigen onderzoek uit 2007. De Europese gegevens komen uit Video Gamers in Europe (Nielsen games, www.isfe-eu.org) en de Amerikaanse gegevens uit The State of the Video Gamer (Nielsen games, http://blog.nielsen.com/nielsenwire/tag/nielsen-games/).
3 Grand Theft Auto is een spel waarin je een kleine crimineel speelt die opdrachten uitvoert om zo hogerop te komen in het criminele milieu. Het spel is controversieel omdat je als speler gebruik kunt maken van veel grof geweld. In Duke Nukem ben je ingehuurd door de CIA om de wereld te bevrijden van een megalomaan. Dit doe je vooral door van alles neer te schieten.
4 Van het spel Wii Sport (met o.a. tennis, baseball en golf) zijn meer exemplaren over de toonbank gegaan, maar dat kwam omdat het bij de Wii meegeleverd werd. Wii Play zijn korte spelletjes die behendigheid met de Wii-controller aanleren. Het kan zijn dat dit spel op de eerste plaats staat omdat het ook samen met een losse controller verkocht werd.
5 Noord Holland TV, journaal 18 mei 2007.

foto © Cathelijne Berghouwer