Zes vragen over de nieuwe transgenderwet
Afgelopen dinsdag en woensdag debatteerde de Tweede Kamer over de nieuwe transgenderwet. Het wetsvoorstel deed de afgelopen weken flink wat stof opwaaien, van bekladde campagneposters tot inhoudsloze pleidooien bij Ongehoord Nederland. Maar wat houdt die nieuwe wet eigenlijk in? En waarom is er zoveel ophef over? Zes vragen en antwoorden over de nieuwe transgenderwet.
Wat houdt het nieuwe wetsvoorstel in?
Kortgezegd gaat de nieuwe wet om een versoepeling van de geslachtswijziging in de geboorteakte. Iedereen die dat wil, kan het geslacht (V/M) in hun paspoort, ID-kaart of rijbewijs veranderen. Nu is daar nog een deskundigenverklaring van een arts of psycholoog voor nodig. De nieuwe wetswijziging zou dus een versoepeling van die regels zijn: de leeftijdsgrens en deskundigenverklaring worden mogelijk geschrapt. Mensen ouder dan zestien mogen zonder tussenkomst van een deskundige hun geslacht in hun geboorteakte veranderen. Mensen onder de zestien jaar ook een geslachtwijziging aanvragen, maar dat moet dan nog via de rechter.
Wil je het wetsvoorstel in simpele taal lezen? Kijk dan hier of hier. Wil je het officiële wetsvoorstel in ambtelijke taal lezen? Bekijk dan deze pagina van de Tweede Kamer.
Wat stond er in de vorige wet?
De vorige transgenderwet stamt uit 2014. Het belangrijkste in die wet is dus de deskundigenverklaring waarbij een arts of psycholoog vaststelt dat er een ‘duurzame overtuiging om tot het andere geslacht te horen’ is. Zo’n verklaring kon dus ook níet worden getekend: ‘De deskundige geeft de verklaring niet af indien hij gegronde reden heeft om aan de gegrondheid van de bedoelde overtuiging te twijfelen’, zo staat er in de wet. Moeilijk omschreven, maar eigenlijk staat er: als een deskundige jou niet trans genoeg vindt, kom je bij die aanvraag niet in aanmerking voor een registratiewijziging.
In een evaluatie uit 2018 van die wet gaf Transgender Netwerk Nederland al een aantal aanbevelingen, waaronder de afschaffing van de deskundigenverklaring en leeftijdsgrens. Volgens deze belangenorganisatie ‘schaadt de deskundigenverklaring het zelfbeschikkingsrecht van de persoon die de wijziging van het geregistreerd geslacht verzoekt.’
Wat gaat er veranderen als de wet wordt ingevoerd?
Voor cis mensen eigenlijk niet zo veel. Voor trans mensen wel, in tegenstelling tot wat de stichting Gendertwijfel verkondigt. ‘De nieuwe transgenderwet raakt iedereen’, stond er pontificaal op hun campagneposters die begin september in het hele land opdoken. Maar zoals Sylvana Simons (BIJ1) afgelopen woensdag al in de Kamer tegen Roelof Bisschop (SGP) zei: “Wat maakt het de heer Bisschop uit wat ik in mijn paspoort heb staan? Welke wereldschokkende verandering vindt er dan plaats in de directe omgeving van de heer Bisschop?”
Het debat gaat om juridische registratie, niet om een medische geslachtsoperatie. Het nieuwe wetsvoorstel maakt een medische transitie niet laagdrempeliger, schreef Noud Fortuin vorig jaar in Trouw. De wachttijden bij genderklinieken zijn nog steeds even hoog en het voortraject voor een geslachtsoperatie — inclusief deskundigenverklaring — is nog steeds even complex. De nieuwe wetswijziging gaat dus vooral om de (juridische!) erkenning, emancipatie en autonomie van de transgemeenschap in Nederland.
Wat zeggen voor- en tegenstanders van de nieuwe wet?
Al in 2021, het jaar dat het wetsvoorstel werd ingediend, lieten voor- en tegenstanders van zich horen. Belangenorganisaties zoals Transvisie en Transgendernetwerk Nederland spraken, enigszins logischerwijs, vol lof. ‘Wij juichen het voorstel toe’, schreef Transvisie in 2020 als officiële reactie aan de overheid. ‘Ik hoop dat u ons standpunt meeneemt in de verdere uitwerking van het wetsvoorstel. Hiermee creëert u voor alle transgender personen de mogelijkheid om laagdrempelig een kloppende geslachtsregistratie te krijgen.’
Ook NU.nlsprak vorige week met een aantal transpersonen over de wet. ‘De wet kan veel pijnlijke situaties voorkomen’, zeggen zij: ‘Tijdens het traject komen pijnlijke vragen langs die aan niemand anders gesteld worden. Ik was zelfs verplicht een vragenlijst in te vullen over persoonlijkheidsstoornissen’, vertelt een negentienjarige transvrouw.
Tegenstanders zijn er ook. In alle soorten en maten, blijkbaar. Neem bijvoorbeeld de genderkritische feministen van stichting Voorzij. In 2020 publiceerde voorzitter Caroline Franssen al een opiniestuk in Trouw, waarin stond dat de wet de ‘veiligheid van vrouwen in gevaar zou brengen.’ Ze schrijft: ‘Wereldwijd worden steeds meer incidenten gemeld van grensoverschrijdend gedrag in alle instellingen voor vrouwen waar trans-geïdentificeerde mannen (niet altijd geopereerd, dus dan met volledig functionerende penis) worden toegelaten.’
Afgelopen week was Renske Verheul, ook van Voorzij, te gast bij het Ongehoord Nieuwscafé om een pleidooi tegen de wetswijziging te houden. Verheul, die transvrouwen “gewoon als biologische mannen herkent” en op haar twitterpagina haar voornaamwoorden als ‘s/t/f/u’ omschrijft, vindt dat “biologische mannen geen vrouwenrechten mogen gaan claimen.”
Ehm, is dat niet gewoon transfoob?
Ja, eigenlijk wel. Als iemand transvrouwen aanduidt als “biologische mannen die claimen dat ze vrouw zijn” — RenskeVerheul, I’m talking to you — doe je per definitie een transfobe uitspraak. Dan kun je nog zo defensief jammeren over dat sceptici te snel als ‘transfoob’ worden weggezet.
Maar ook de beweringen van Franssen in Trouw lijken meer gebaseerd op onderbuikgevoelens dan aantoonbare feiten. In landen zoals Noorwegen, Malta en Ierland, waar de deskundigenverklaring al is afgeschaft, is er namelijk geen bewijs voor een toename aan grensoverschrijdend gedrag naar vrouwen gevonden. Ook het College voor de Rechten van de Mens onderschrijft dit een week geleden in een brief aan de overheid.
En natuurlijk: gendergerelateerd grensoverschrijdend gedrag is een aanhoudend probleem en het stellen van kritische vragen is niet persé transfoob, maar de manier waarop argumenten tegen de nieuwe wet worden gebracht, is over het algemeen niet echt inclusief.
En nu?
Afgelopen dinsdag en woensdag, op 27 en 28 september, voerde de Tweede Kamerleden een plenair debat over de wet. De resultaten? Die zijn nog niet helemaal duidelijk. De VVD en het CDA, twee partijen die vorig jaar nog positief tegenover het wetsvoorstel stonden, zijn van standpunt veranderd. Het is dus nog niet duidelijk of de wetswijziging een meerderheid in de kamer krijgt. Op 17 oktober zal er weer een debat plaatsvinden en daarna is het zoals gewoonlijk: wachten op een beslissing.
Wil je ondertussen meer lezen over de transgenderwet? Er is het afgelopen jaar flink wat in de media over verschenen. Klik bijvoorbeeld hier of hier voor een opiniestuk in Trouw, hier voor een achtergrondstuk in NRC en hier voor de nieuwspagina van Transvisie. En kijk vooral ook op Lilith Mag, waar verslaggever Bram Wissink beschreef hoe tegenstand op de wet een ‘typisch Nederlands verschijnsel is.’ Klik hier om dat te lezen.
Steun LOVER!
LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Help ons door een (eenmalige) donatie. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.
Meer LOVER? Volg ons op Twitter, Instagram, LinkedIn en Facebook.