‘Verantwoord wat je bent’

Documentairefilms over transgenders op leeftijd

Nora Uitterlinden • 17 jun 2011

Een oudere vrouw met stevige kaaklijn heeft kinderlijk lief haar arm om een andere vrouw geslagen. Een zwaar opgemaakte travestiet lacht naar een 50+ cowboy met een pijp in zijn mond. Een jongen hurkt met een camera naast een wat oudere man, vermoedelijk zijn vader, die een groot wit badpak draagt. Niet de doorsnee helden die je op filmposters verwacht. Een greep uit films over de problemen én de trots van een lang transleven.

Dat je als acteur na je dertigste uitgerangeerd bent, lijkt niet alleen in Hollywood te gelden. De formule ‘jong is hip’ lijkt ook gevolgd te worden door film- en documentairemakers buiten de mainstream. Films over oudere transgenders zijn een stuk moeilijker te vinden dan producties waarin jonge hippe transen centraal staan. Volgens Kam Wai Kui, jarenlang organisator van het Transgender Filmfestival in Amsterdam, was het nogal een klus om films over ouderen voor het festivalprogramma te vinden en te promoten. De reden: transgender ouderen zijn niet populair. ‘Ouderen zijn geen belofte meer, ze worden afgerekend op wat ze zijn geworden. Dat maakt dat we meedogenloos naar ze kijken. “Kijk, nou wat er van geworden is…” Niet zo handig voor een emancipatiebeweging. Dan is het natuurlijk gemakkelijker om jonge hippe mensen neer te zetten.’

Voor oudere transgenders speelt dat zij op een latere leeftijd hun transitie in zijn gegaan dan dat de jongeren van nu gemiddeld gaan. Hierdoor hebben de ouderen vaak de volle werking van de hormonen van hun vroegere geslacht ondergaan. Tijdens hun jeugd waren sociale acceptatie en mogelijkheden tot medische behandeling nog ver te zoeken. Kui: ‘Oudere transgenders zien er vaak minder “overtuigend” uit dan de jonge transgenders van nu, die soms al voor de puberteit met een beter ontwikkelde behandeling mogen beginnen. In de meedogenloze blik van kijkers komen oudere transgenders meestal niet zo goed uit de verf. De jonge transgenders hebben iets schattigs, hun aaibaarheid maakt dat de mainstream ze gemakkelijker accepteert. Ondertussen zijn de pioniers van de transgenderrechtenbeweging zelf oud geworden en komt er weer meer aandacht voor de oudere groep.’

‘Gelukkig’, vindt Kui, want in de jaren dat hij films programmeerde voor het Transgender Filmfestival werd hij wel eens moe van de goedkoop geproduceerde hippe films over jonge transen. ‘Ze zijn vaak populair, maar die films worden op een gegeven moment óók eenvormig.’ Reden voor Kui en mede-organisatoren om bewust films over ouderen te programmeren.

HALLMARK
De grootste festivalfavoriet over oudere transgenders is de documentaire Southern Comfort (Kate Davis, VS 2001). ‘Het was in 2001 per ongeluk onze openingsfilm’, vertelt Kui. ‘De zaal zat vol mensen en het werd een enorme hit. Hoewel het Nederlandse publiek wel rustiger scheen te zijn geweest dan het publiek in andere landen. Bijna overal was de reactie van het publiek een combinatie van enorme verontwaardiging en uitbundigheid.’ Verontwaardiging, omdat de documentaire toont dat in Georgia, VS, iemand als Robert Eads een noodzakelijke medische behandeling ontzegd wordt enkel omdat hij transgender is. Tegelijkertijd riep de film een uitbundigheid bij de kijkers op, omdat de camera een groep transmannen volgt die elkaar steunen en liefhebben, niets verhullend. Iets waar de beste cowboyfilm nog van kan leren.

2011 2 5b big

Door sigarettenrook heen gefilmd, geeft Southern Comfort een intieme kijk in het leven en de dood van Robert Eads. Hij is al in de menopauze als hij kanker aan zijn eierstokken krijgt: ‘the last part of me that is female is killing’. De dokter die de kanker constateerde, durfde hem niet aan te raken. Pas de zevenentwintigste dokter met wie Robert contact had, wilde hem behandelen. Volgende probleem: een beschikbare operatiezaal. Geen enkel ziekenhuis durfde het aan. Toen hij eindelijk door een ziekenhuis werd opgenomen, was dat alleen om hem te laten onderzoeken door studenten. Zij bestudeerden zijn transseksualiteit en lieten de kanker voor wat het was.

De tijd die Robert nog heeft, brengt hij zo veel mogelijk door met zijn nieuwe liefde Lola, een transvrouw. Zowel aan haar als aan de kijker vertelt Robert over zijn jeugd. Wijzend op een foto van een meisje in een schattige jurk, zegt hij: ‘That’s not me, that’s my evil twin sister’. Dat deze cowboy met baardje en ‘snelle ogen’, ooit een vrouwenlichaam heeft gehad, is niet meer terug te zien. Zelfs de Ku Klux Klan probeerde hem te rekruteren. Een man sprak hem aan op de parkeerplaats van een supermarkt: ‘He said I’d fit right in with the boys.’ Naarmate het slechter met Robert gaat, zie je zijn verdriet groeien: ‘I’d like to live long enough to see my grandson grow up, to see my farm grow and to make Lola my wife’. Onder deze zin zijn beelden gemonteerd van de engelachtige kleinzoon die gek op Robert is.

De dood die zo duidelijk niet gewenst is, brengt ook mooie dingen met zich mee. Roberts ouders worden milder over zijn geslachtsverandering. Ze sturen hem op zijn verjaardag zelfs een Hallmark-kaart ‘to our son’. Misschien is de kracht van deze film wel dat alle overwinningen de volle impact op de kijker uitoefenen, maar niet willen dramatiseren. Als Robert over die kaart zegt: ‘It makes dying worthwile’, is dat voor de kijker een onnavoelbare wijsheid die tegelijkertijd heel even begrijpelijk geworden is. Ondanks de verschrikkingen die de film laat zien, is Southern Comfort op een bepaalde manier ook licht. Er hoeft niks meer uitgevochten te worden. Robert zegt: ‘I could very easily go home right now to God and be at peace with it, because my family finally is at peace with me.’

TENT
2011 2 5c smallEen transgender persoon die nog helemaal niet in vrede kan sterven, is de Noorse Esben Esther Pirelli Benestad. Zij wordt door haar zoon gefilmd en ondervraagd in Alt Om Min Far (Even Benestad, Noorwegen 2002).
‘Had je niet kunnen wachten?’, vraagt zoon Even aan zijn vader. ‘Waarop?’ ‘Totdat we het zouden snappen. Niet zo naïef ineens ermee beginnen.’ Vader antwoordt: ‘Jij hebt nog tijd, maar ik heb al tweederde van mijn leven achter de rug.’

Het is een liefdevol portret, maar vader en zoon komen er niet uit. Esben Esther is bi-gender en wil haar leven soms als man en soms als vrouw leven. De zoon wil dat zijn vader dat leven als vrouw toch alsjeblieft eens zou laten en weer zoveel mogelijk man zou zijn. Maar tegelijkertijd is het dezelfde zoon die de film maakt en probeert uiteen te zetten waarom zijn vader zich vaak wél vrouw voelt. Dat het camerateam (het lijkt een groepje vrienden van de zoon) soms door een andere camera wordt gefilmd, versterkt dit expliciete van het maakproces.

Als zijn vader in de badkamer zonder shirt rondloopt, komt dat op band. ‘Ik vind het niet erg dat mijn borsten groeien nu ik ouder word’, zegt zijn vader terwijl hij naar zijn borsten kijkt. Zijn zoon neemt het in de film op. Wel is het duidelijk moeilijker om over zijn vaders geslachtsorgaan te praten. Veel verder dan: ‘Plas je nu staand of zittend?’ en ‘Het is bij mij zo aangepast dat ik geen tent meer in mijn jurk kan krijgen als ik opgewonden raak’, komen ze niet.

De film is misschien zo interessant, omdat er geen oplossing komt. De zoon vraagt vaak: ‘Voel je je niet schuldig?’, want in zijn ervaring is zijn vader egoïstisch met zichzelf aan de slag gegaan. Vader antwoordt duidelijk geëmotioneerd: ‘Je moet verantwoorden wat je bent en daardoor voel je je onbeschermd, alsof je geen huid hebt’. Maar zijn zoon kent geen genade. ‘Ik heb recht op een reactie’, vindt hij. ‘Ik moet door de façade kijken om mijn vader te zien.’ ‘Maar’, zegt zijn vader, ‘ik ben nog steeds je vader’.

De zoon blijft verlangen naar een mannelijke vader. Die botsende verlangens brengt hij eerlijk in beeld. Het verlangen van zijn vader om de helft van de tijd tot een ander geslacht te horen, laat hij namelijk óók intact. Een voorbeeld hiervan is de scène waarin Even zijn vader laat vertellen over zijn coming-out. Je hoort zijn vader zeggen: ‘Ik wist dat als er iemand was die het aankon, dan was ik het wel’. Hieronder heeft Even beelden van zijn vader gemonteerd waarop hij als jonge man met ontbloot bovenlijf in de sneeuw loopt.

NAALDHAKKEN
Een portret van een sterk mens geeft ook de film Claudette (Sylvie Cachin, Zwitserland, 2008). De 69-jarige Claudette vindt dat ze met haar sekswerk aan sociale hulpverlening doet. Geboren als intersekse, kozen haar ouders ervoor dat ze als jongen op zou groeien. Dat bleek een verkeerde keuze: ze voelde zich altijd meer meisje dan jongen. Opgroeiend in Algerije, raakt ze verliefd op een vrouw die haar prostitueert. Hoewel ze ook nare ervaringen heeft, doet Claudette het werk uit liefde, in de eerste plaats voor haar pooister maar ook voor het vak. Later krijgt ze wel een andere baan en een andere vrouw met wie ze kinderen krijgt, maar op een gegeven moment wil ze toch weer terug het sekswerk in. ‘Niemand doet daar ooit vervelend over dat mannelijk geslachtsorgaan dat ik ook heb’, zegt ze. ‘Ze vinden het vooral spannend’.

In de scène op het strand wordt het getrouwde stel prachtig neergezet. Je ziet een oudere korte ronde vrouw, onopvallend gekleed, over het strand lopen met aan haar arm de lange dunne Claudette in leren broek en op naaldhakken. Terwijl je ernaar kijkt, voel je de naaldhakken weg-glijden in het gladde zand, maar Claudette loopt met verende pas door. Ze weet maar al te goed, zoals ze zelf ook zegt, dat ze op dit moment in haar leven, oud, maar in spannende kleren, met mannelijke gezichtstrekken, maar ook met geprononceerde borsten, ‘provoceert’. Het liefst was ze 100% vrouw geweest, maar ze lijkt niet te lijden onder haar bestaan. Wel heeft ze een duidelijke boodschap over de keuzemogelijkheden voor interseksuelen: laat die kinderen wachten tot ze zestien of twintig zijn, voordat ze beslissen bij welke gender ze willen horen, anders is de kans groot dat de ouders de verkeerde keuze maken. ‘Een kind is niet voor zijn ouders gemaakt.’

SCHREEUWEND
Niet alle ouderen zijn blij met het publiekelijk tonen van films over transgenders en helemaal niet over oudere transgenders. Kui: ‘We voelden bij het organiseren van het eerste Transgender Filmfestival in 2001 veel weerstand. Het waren de ouderen die zeiden “niemand komt hoor”. Er was veel oud zeer, dat was weleens lastig. We hebben schreeuwende trans ouderen aan de lijn gehad die niks te maken wilden hebben met ons filmfestival of die vonden dat we iets verkeerd hadden gedaan. Denk je iets voor de gemeenschap te doen… Maar datzelfde mechanisme zie je ook bij mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Zij hebben echt shit aan den lijve ondervonden, hoe doe je daar recht aan? Dat kun je misschien nooit helemaal goed doen.’ Toch gaat volgens Kui bij het ouder worden ook voor velen de verleiding spelen om weer een ontmoeting te hebben met de beweging waar je actief in bent geweest. ‘Het delen van herinneringen wordt op een goed moment weer belangrijk. “O ja, dit waren mijn mensen.”’

Ook het komende transgender filmfestival in Nederland zal aandacht besteden aan ouderen. Jiro Ghianni, een van de organisatoren van het festival TranScreen dat in 2011 voor het eerst gehouden wordt, is blij dat er tegenwoordig zo’n rijke keuze aan films is. ‘Lange tijd waren het alleen medische documentaires, die vertellen niet zo veel over de levens van transgenders. Omdat de publieke omroepen de laatste tijd met een aantal documentaires het grotere publiek hebben laten kennismaken met transgenders, kunnen wij nu nóg verder kijken. Zo willen we laten zien dat transgender zijn niet een westerse hobby is, maar hebben we aandacht voor transgenders in verschillende werelddelen. Ook ouderen blijven belangrijk. Ik denk dat de meeste Nederlanders niet eens over het bestaan van oudere transgenders nadenken. Laat staan dat mensen bedenken dat er verschillen zijn tussen transgenders die op jonge leeftijd in transitie zijn gegaan of die dat pas later in hun leven deden. Als er al een beeld is van de oudere transgender dan is dat iemand die opvalt als trans, iemand die niet passabel is. Maar er is zo veel meer te vertellen over het leven van een oudere transgender, juist omdat zo iemand de medische ontwikkelingen en de maatschappelijke acceptatie heeft meegemaakt.’

VERLIEFDHEIDSJARGON
Misschien wel de meest eerlijke film van de laatste tijd is Gewoon Liefde (Eveline van Dijck, Nederland 2007). Kui vertelt enthousiast: ‘In Gewoon liefde zie je prachtig hoe ouderen aandoenlijk kunnen zijn. Net als bij kinderen, speelt schaamte minder en is het tonen van affectie lekker vol in beeld. Ze zoenen elkaar op de mond voor de camera. Het verliefdheidsjargon van ouderen is ook anders dan dat van jongere mensen, het zenuwachtige op momenten dat je het niet verwacht... dat vind ik mooi in beeld gebracht.’

De film vertelt het verhaal van Marcella die eerst als Marcel met Ada getrouwd was. Een oude liefde van Marcella schrijft na veertig jaar een liefdesverklaring gericht aan Marcel. Wat volgt is een verkenning van de twee ouderen of ze ‘op hun oude dag’ nog samen kunnen zijn. ‘Gewoon liefde had het zo veel beter kunnen doen op het festival’, zegt Kui. ‘Blijkbaar trekt het toch minder publiek als een film over ouderen gaat. We zijn het als maatschappij niet meer gewend om naar ouderen te kijken. We vinden ze al snel knullig en verliezen dan onze interesse. Waarschijnlijk komt dat door ons algemeen wantrouwen naar het leven.’ Liever worden we gerustgesteld dat het leven oneindig is en de natuur overzichtelijk.

KNUFFELEN
De scène waarin Ada terugblikt op hoe haar gevoelens voor haar voormalig partner Marcella veranderden, is een voorbeeld van hoe mensen het leven en het geluk erin wantrouwen. Ada had het moeilijk met Marcella’s transseksualiteit in hun relatie. Erg knap, zowel van Ada als van de filmmaker, is dat Ada voor de camera vertelt: ‘Marcella wilde wel een liefdesrelatie met mij houden, maar dan moesten we gaan knuffelen en dat wilde ik niet. Maar dat is mijn eigen probleem: ik durf niet te pakken wat er aan prettigheid in het leven is.’ Ze wantrouwde het mogelijke geluk dat er na de verandering van Marcella in een liefdesrelatie zou kunnen zijn. Terwijl ze Marcella wilde begrijpen, voelde ze ook ‘wegren-gevoelens’, zoals zij ze noemt. Daarmee stopte hun liefdesrelatie. Ze vervolgden hun contact als zorgrelatie. Marcella weet nog heel goed dat Ada haar tijdens haar transitie bij heeft gestaan en wil er dus ook voor Ada zijn, ook al heeft Marcella ondertussen in haar jeugdliefde Marijke haar nieuwe partner gevonden. De drie vrouwen vertellen, terwijl de camera loopt, wanneer ze jaloers zijn op elkaar.

Hoe heeft Eveline van Dijck zulke intieme momenten kunnen filmen? ‘Omdat ik Marcella en Ada al heel lang kende, was er een groot vertrouwen in elkaar’, vertelt Van Dijck. ‘Ik heb Marcella al eerder gefilmd voor de documentaire Anders bekeken (1993). Toen was ze net vrouw geworden en ik filmde hoe zij na zo’n grote verandering weer met haar gezin het leven oppakte. Door dat vertrouwen konden er nu gemakkelijk, ondanks de camera, intieme situaties ontstaan.’ Van Dijck vertelt over een van haar favoriete scènes: ‘Het telefoongesprek dat Marijke heeft met haar zus vind ik een prachtig moment. Daarin vertelt ze hoe blij ze is haar jeugdvriend Marcel teruggevonden te hebben. Ze zegt tegen haar zus dat er één “maartje” is: “Het is niet meer Marcel, maar Marcella”. En vervolgens vertelt ze dat het haar eigenlijk niet uitmaakt, omdat ze de persoon zocht en die ook weer heeft gevonden.’

HANGOORBELLEN
De film volgt de vele beproevingen waar Marcella en Marijke voor komen te staan. Die komen dichtbij voor de kijker: als er geen hoop meer is in een liefde waar al zo veel moeite voor is gedaan en die pas op zo’n late leeftijd (opnieuw) is gevonden, waar is dan nog wel hoop voor? Deze mogelijkheid tot herkenning van dromen, angsten en verlangens vormt een belangrijke drijfveer voor de festival-organisatoren om een diversiteit aan films te programmeren. ‘We willen met het festival laten zien hoe verschillend transgender levens kunnen zijn’, zegt Ghianni. ‘Daar hebben niet alleen transen wat aan, maar ook anderen. Transgenders kunnen zien dat ze niet aan alweer een norm van ‘de echte’ transseksueel hoeven te voldoen. En anderen, die er misschien wat minder bij stil staan, zien hoeveel impact gender op je leven kan hebben. En uiteindelijk is het natuurlijk bijzonder om tussen alle verschillen, verlangens te herkennen die je misschien wél deelt.’

Zoals ook de mooiste scène uit Gewoon liefde: Marcella wacht op de trein die Marijke eindelijk weer uit Oostenrijk naar Nederland zal brengen. Ze heeft zich netjes aangekleed en draagt grote hangoorbellen. Ze kijkt zenuwachtig en wat hulpeloos om zich heen op Rotterdam Centraal. Een van de weinige momenten waarop je als kijker denkt: och ja, ze is natuurlijk al een wat oudere vrouw. Dan spreekt Marcella de onsterfelijke woorden: ‘Ze heeft mij geschreven: “ik wil samen met je oud worden”.’

2011 2 5d big

Nora Uitterlinden is redacteur van LOVER.

Regretters (Marcus Lindeen, Zweden, 2009), Forever’s gonna start tonight (Michelle Lawler, VS, 2009) en Je les aime encore (Marie-Pierre Grenier, Canada, 2011).