Dancing in the Revolution
Queering Anarchism ruimt goed op met ouderwetse vooroordelen
Queer en anarchisme zijn twee begrippen waarover tegenwoordig veel verwarring bestaat. Niemand lijkt de ware betekenis nog te kennen. Terwijl tegenwoordig de term queer enthousiast gebezigd wordt door verschillende subculturen, vaak om de individualiteit ten opzichte van de massa uit te drukken, houdt men anarchisme - een nachtmerrie van chaos en verlies van zekerheden - op een veilige afstand. Een anthologie als Queering Anarchism publiceren, waarin deze begrippen bij elkaar worden gebracht, is dan ook een opgave met veel potentie tot falen.
Het is bovendien de vraag wie dit boek zal lezen. Immers, zowel queer als anarchisme zijn randverschijnselen binnen de huidige maatschappij. Soms hip, soms out. Daarnaast vechten beide begrippen met boven beschreven aannames, die menig lezer bang kunnen maken voor dit boek. LGBTI (Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender/Transexual, Intersexed), gekken en andere buitenstaanders werden vroeger graag aangeduid als queer. En anarchisten, dat zijn toch goddeloze fatalisten die het huidige systeem willen afbreken tot er absolute chaos bestaat zonder enig moreel en menselijke solidariteit? Het is dan ook slim van de hoofdredactie een inleiding te schrijven die onmiddellijk al deze vooroordelen ontkracht.
Queer heeft zich van zijn oorspronkelijk betekenis – eigenaardig, homo – ontdaan. Nu is het een krachtige term geworden die het leven van eenieder aanduidt die geen genoegen neemt met de huidige maatschappelijke structuren. Daarbij is de redactie, onder C. B. Daring, J. Rogue, Deric Shannon en Abbey Volcano, niet bang om er duidelijk op te wijzen dat queer zo ook aan kracht kan verliezen. Als iedereen queer is, wordt het woord ‘de queer’ juist weer de plek in de samenleving ontnomen.
Terwijl queer steeds meer betekenissen krijgt, wordt anarchisme voortdurend in een hokje gestopt. Anarchisme stribbelt in zijn veelvoud vanaf het begin elke duidelijke definitie tegen, maar tegenwoordig is het een beperkend trefwoord geworden om de ‘burgerlijke angst voor het verlies van zekerheid’ te beschrijven. Veelal is alleen dat anarchisme in de media dat deze ‘burgerlijke’ angst voedt, bijvoorbeeld door verslaggeving over gewelddadige aanslagen op de gevestigde orde.[1] Er zijn ook dogmatische anarchisten die de mogelijkheid tot verschil in de kiem doden en zelf zijn blijven hangen in zwart-wit denken over goed en fout anarchistisch gedrag. Zij vinden vaak meer weerklank in de media dan de anarchisten die naar een langzame, evolutionaire ontwikkeling van de samenleving streven.[2]
Queering anarchism is een poging zowel de pluriformiteit van de begrippen als de kracht van de bewegingen te laten zien. In korte essays van elk rond de tien pagina’s geven verschillende schrijvers en theoretici kennis van hun relatie tot queer en/of anarchisme. Hoe is het gekomen dat zij zich identificeren met deze groepen? Wat betekent dit voor hun levenshouding? Hoe verhouden ze zich tot anderen binnen deze bewegingen? Vanuit dit beginsel is iets bijzonders ontstaan: het zijn stuk voor stuk toegankelijke verslagen met een uiterst persoonlijke noot. Tegelijkertijd zijn het overzichten over ontwikkelingen in het verleden binnen de groeperingen. De schrijvers verliezen zichzelf niet in abstracte theorieën over de mens en mogelijke vormen van een samenleving. Desondanks reflecteren ze op theoretische afhandelingen over anarchisme en queer.
Door kritisch te kijken naar zichzelf en anderen die zich anarchisten en queer noemen, is het een realistische reflectie geworden van persoonlijke ontwikkelingen. Vaak moet je daarbij denken aan de zo bekende uitspraak van de - wel gewelddadige - Emma Goldman, ‘If I Can't Dance, I Don't Want To Be Part Of Your Revolution’. Dit geldt bijvoorbeeld in de analyse “The Oppression Olympics” door Abbey Volcano. Zij laat zien hoe je, door je eigen onderdrukte positie boven die van anderen te stellen, een hiërarchie opwerpt die elke vorm van anarchisme ontkent. Dit is een gedurfde positie, maar laat ook zien hoe queer een toevoeging kan zijn voor anarchisme, waarin je identiteit en sociale posities eigenlijk ondergeschikt zouden moeten zijn aan je gedachtegoed. Alleen wie identiteit niet ophangt aan bepaalde uiterlijke, culturele kenmerken kan anarchist zijn. En dat is wat queer belichaamt:
‘Queer theory has taken up the disconcerting task of putting identity – and by extension identity politics – under a destabilizing lens.’[3]
Queering Anarchism heeft uiteenlopende bijdragen, wat het lastig maakt om het geheel te bevatten. Wat over blijft na het lezen, is een hoop kennis over en begrip voor deze bewegingen. Voor wie hier al vertrouwd mee is, levert de anthologie verdieping. En voor wie alleen bekend is met de eerder beschreven vooroordelen is het boek een goede bron om er meer over te weten te komen. Ook al ben je na het lezen queer noch anarchist, je kunt je keuze dan tenminste goed motiveren.
Queering Anarchism: Addressing and Undressing Power and Desire onder redactie van C. B. Daring, J. Rogue, Deric Shannon en Abbey Volcano verscheen in het voorjaar van 2013 bij AK Press.
1 Vgl. onder andere pag. 6ff.
2 Vgl. het artikel Anarchy without Opposition, Jamie Heckert, pag. 63 -75.
3 Police at the Border, Abbey Volcano, pag. 34.