Door sneeuw fietsen
Favoriete lichaamsroutine
De LOVERrubriek Favorieten is terug! Deze week schrijven auteurs over hun favoriete lichaamsroutine. Typische rituelen die een ander niet eens kan verzinnen maar voor hen zo wezenlijk voelen dat ze (bíjna) van levensbelang zijn. Vandaag: het riskeren van een val.
Toen ik twaalf was kreeg ik mijn eerste fiets. Mijn vader kocht een tweedehands frame op de markt, en met onderdelen van zijn eigen fiets maakte hij het ding compleet. Zelf had hij geen fiets meer nodig, hij had net een auto.
Vanaf dat moment ging ik overal fietsend heen. School, vakantie, werk. Midden jaren vijftig deed ik met mijn buurjongen een rondje Nederland. Later ging ik verder, richting de Ardennen, Frankrijk en Spanje.
Fietsen zie ik niet als een aparte handeling, het hoort er gewoon bij. De fiets is een verlengstuk van mijn benen. En ik vind het een mooie beweging. Je kunt houterig lopen, maar niet houterig fietsen. Ook de onafhankelijkheid van het fietsen vind ik aantrekkelijk: je hoeft er nooit op te wachten, en je hebt altijd een zitplaats.
De afgelopen jaren kreeg ik steeds vaker kramp in mijn linkerbeen. Daardoor kon ik niet meer met de bal van mijn voet op het pedaal, maar zette ik als een kind mijn voet middenop het pedaal. Het doorbrak de organische beweging die ik zo fijn vond. En omdat ik mijn been nu verder moest strekken om de trapper te bereiken, moest het zadel een centimeter lager. Een nederlaag.
Even op de trappers staan om te versnellen, lukt niet meer. Terwijl wielrenners deze 'dansende' beweging maken om een berg op te komen of van het peleton los te komen, ziet het er bij mij uit alsof ik jeuk heb, en harder ga ik toch niet. Mensen van mijn leeftijd nemen dan ook een elektrische fiets. Ik zie soms zo'n grijs hoofd met een rotgang langs mijn raam razen, statig rechtop. Dat klopt voor mij niet, de houding van een fietser is soepeler: licht voorovergebogen.
Ik verzin liever zelf manieren waarop het fietsen nog de kick geeft van vroeger. Als er sneeuw ligt bijvoorbeeld, en mensen tram of bus nemen omdat ze bang zijn voor de gladheid, dan stap ik graag op de fiets. Ik neem te scherpe bochten zodat ik mijn voorwiel voel wegglijden. Als ik net niet val zorgt dat voor een gevoel van controle én adrenaline in mijn bloed.
Deze winter lukte mijn favoriete trucje niet meer; mijn benen laten het steeds meer afweten. Maar ze zitten ver weg van mijn hoofd, alsof ze toch al nooit echt van mij waren. Daardoor vind ik het niet eng dat artsen erin snijden. Ook kan ik er wel mee leven dat mijn benen niet meer doen wat ik wil. Het enige lichaamsdeel dat ik echt zal missen is mijn fiets.
Foto's: (cc) David Hunter en (cc) Jay Springett