Een kip eet niet in de buik van een geit
Pijl van God van Chinua Achebe
Een wereld valt uiteen (Things Fall Apart) (1958), het literaire debuut van de Nigeriaan Chinua Achebe wordt algemeen beschouwd als zijn meesterwerk. Een van de onbekendere vervolgen die Achebe op deze roman schreef is Pijl van God. Het boek beschrijft wat de Britse kolonisatie in een kleine Nigeriaanse gemeenschap onbewust in werking stelt. Pijl van God, origineel uit 1964 is nu opnieuw vertaald in het Nederlands.
Het grootste gedeelte van Pijl van God wordt verteld via opperpriester Ezeulu. Van vader op zoon is hem het priesterschap doorgegeven, maar aan zijn gezag wordt steeds openlijker getwijfeld. Als pater familias van een grote kraal lijkt hij de komst van de blanken in het gebied geaccepteerd te hebben. Als Ezeulu zijn dorpsgenoten niet steunt in hun strijd tegen de bewoners van het nabijgelegen dorp Okperi lijkt hij de weg vrij te maken voor de koloniale Britten die beide dorpen ontwapenen. En wanneer Ezeulu een van zijn zonen in de leer stuurt bij de Christelijke geloofsgemeenschap van diezelfde blanken zien weinigen het nut van het hebben van een paar oren en ogen bij de overheerser.
Pijl van God is een fijnzinnige roman die een open kijk biedt in de samenleving van een aantal Nigeriaanse dorpen anno 1915. Vanaf de openingszin vallen we in de tradities, rituelen en de wetenschap van Umuaro. Zelden is de symboliek eenduidig en makkelijk te interpreten. Vaak is het aan de lezer om de gebeurtenissen en hun betekenissen aan elkaar te koppelen. De beknopte verklarende woordenlijst van Ibonamen en –termen achterin het boek helpen dan niet verder. Maar het is natuurlijk de kracht en kunst van Achebe de (Westerse?) lezer de ongelofelijke complexiteit van een gemeenschap onder koloniaal gezag te schetsen zonder daar een opzichtig oordeel door heen te vlechten.
De kolonisten zelf hebben eigenlijk geen actief handelende rol in Pijl van God. Sporadisch zwenkt Achebe van Ezeulu en de gemeenschappen Umuaro en Okperi uit naar de wereld van het Britse koloniale gezag. Daardoor weten we dat onder het handje vol kolonisten geen keuzes worden gemaakt over de verdere onderwerping van de ‘inboorlingen’, en dat de resident na een koortsaanval zelfs op het randje van de dood balanceert.
Met deze kennis is het des te pijnlijker te zien wat er dan allemaal al in werking is gezet. Pas als Ezeulu, door een gebeurtenis die de volledige botsing der beschavingen zichtbaar maakt, eten aangeboden krijgt in het huis van de blanke (s)preekt hij de woorden: ‘Een kip eet niet in de buik van de geit. ‘ Maar de dreiging van de nieuwe wereld zorgt er voor dat in Umuaro inmiddels zowel het opperpriesterschap van Ereubu als de waarde van God Ubu ter discussie staan. Als Ubu de blanke niet kan doen verdwijnen, is het dan niet tijd voor een nieuwe God?
In het Woord Vooraf bij de herziene uitgave – de auteur brengt in 1974 een enkele wijziging in het boek aan – schrijft Achebe dat de afvalligheid van Ezeulu’s dorpsgenoten ‘dankzij hem iets van een overgangsrite kreeg.’ Als Ezeulu de grip op zijn priesterschap verliest en zijn religieuze inzichten de gemeenschap naar een hongersnood dreigt te sturen staat het Christendom met open armen om de Nigerianen op te vangen. Overgangsrite is na het lezen voor mij dan ook het centrale thema van deze subtiele roman. Het herinnert er daarbij wel aan dat een verandering niet altijd een verbetering inhoudt.
Pijl van God werd dit jaar in een nieuwe vertaling uitgegeven door De Geus en is overal te verkrijgen