Gruwelijk en Obsceen
Een goede raad van JK Rowling
Heerlijk. Een nieuw boek van J.K. Rowling. Ik ben een liefhebber van Harry Potter en als Een goede raad (The Casual Vacancy) in februari wordt aangekondigd begint de voorpret. De reacties van de pers op het verschijnen van haar eerste boek voor volwassenen zijn divers. Toch is er gemakkelijk een gemene deler te ontdekken - namelijk, de herhaaldelijke vergelijkingen met Harry Potter. “It feels as if the author has unleashed all the swearing, sex and vitriol that have been off-limits to her since Harry Potter and the Philosopher’s Stone was published in 1997”, aldus de Telegraph. Om te vervolgen: “ I will try to stop my children reading a book.”
Een goed raad begint met het overlijden van Barry Fairbrother. Naast een hoop verdriet en boosheid leidt dat ook tot een lege zetel in de gemeenteraad. In de Engelse gemeente heerst namelijk grote onenigheid over de toekomst van een aangrenzende achterbuurt. Hoort deze wijk, met haar inwoners – de lagere sociale klasse, inclusief verslavingsproblematiek – bij de elitaire gemeente of kan deze eindelijk worden afgestoten? De roman ontvouwt zich rond de strijd die losbarst als verschillende, sterk uitgewerkte – over het algemeen nare - karakters zich in de strijd werpen voor opvolging in de raad. Wat volgt is een sterk neergezette intrige vol roddel en achterklap. Het doet de New York Times verzuchten: “Instead of an appreciation for the courage, perseverance, loyalty and sense of duty that people are capable of, we are left with a dismaying sense of human weakness, selfishness and gossipy stupidity.” Hier hoor ik weer de roep om de terugkomst van Harry Potter. Maar Zweinstein ligt ver achter ons.
Opvallend is dat veel minder vaak wordt gerefereerd aan dat andere stukje geschiedenis van Rowling, dat toch veel beter dienst doet om Een goede raad te benaderen. Het is geen geheim dat de schrijfster lange tijd onderaan de sociale ladder stond. Als alleenstaande bijstandsmoeder nam ze baby en kladblok mee naar het café om in ieder geval in de warmte te kunnen schrijven. In het welvarende Verenigd Koninkrijk werd ze veelvuldig op de werking van de Engelse klassenmaatschappij gewezen. Dat ze de duistere achterkant van deze gemeenschap zo goed kent, geeft de karakterschetsen en de dialogen in deze roman realisme mee.
Het zijn echter de pubers die het hoogtepunt vormen van Een goed raad. Rowling slaagt er daarnaast in het Internet en social media geloofwaardigte gebruiken in de plot. Als ‘de geest van Barry Fairbrother’ zich laat horen op de website van de gemeenteraad raakt de stijve en politiek correcte bovenklasse de controle langzaam kwijt.
Een goede raad schetst gruwelijke scènes van huiselijk geweld en emotionele verwaarlozing. En die komen zowel in de statige panden van het dorp als in de achterbuurt voor. Dat geeft de roman een zekere sociale kritiek mee. Dat doet Rowling overtuigend, en tegelijk is dat soms gruwelijk en obsceen. Maar dat is geen reden om weg te kijken van deze bruisende roman, of je puberkinderen er tegen te beschermen.
Een goede raad werd dit jaar uitgegeven door Meulenhoff Boekerij en is overal te verkrijgen.