Heksenjacht als parabel voor onderdrukking

Natasja van Loon • 25 sep 2015

Een horror-fantasy-serie die zich afspeelt tegen de achtergrond van een van de zwartste en bloedigste gebeurtenissen uit de geschiedenis: nee, smaakvol is het niet. Maar goede smaak is dan ook geen primaire kwalificatie voor goede horror. Goede horror-fantasy balanceert tussen exploitatie en de confrontatie met maatschappelijke of menselijke tekortkomingen en schuurt juist daarom. En dat doet Salem.

Salem speelt zich af in het gelijknamige plaatsje in zeventiende-eeuws Massachusetts, dat in die tijd onder het onbarmhartige bewind van de Puriteinen ten prooi viel aan massahysterie en beruchte, bloedige heksenprocessen. Een waarschuwing: kijk niet als je hecht aan historische correctheid. Salem is fictie, zonder enig voorbehoud. De echte slachtoffers van de heksenjacht in Salem waren onschuldige mensen die zonder enige vorm van rechtvaardig proces ter dood werden gebracht. In Salem de serie is, op dorpsdwaas Isaac en magistratendochter Ann Hale na, niemand onschuldig. In dat opzicht echoot Salem het moreel ambivalente universum van Game of Thrones, dat óók op de grens tussen exploitatie en confrontatie met maatschappelijk onrecht balanceert en daarom eveneens ongemakkelijk kan zijn.

Typerend is dat het eerste slachtoffer van het eerste proces in Salem de onschuldige Isaac is. De heksenjachten zijn dan nog niet begonnen, Isaac wordt beschuldigd van voyeurisme en masturbatie en door de wrede Puriteinse dorpsleider George Sibley gebrandmerkt met de F van Fornicator. De bewoners van Salem kijken angstig toe, alleen John Alden, zoon van een van de stichters van Salem protesteert. Sibley bedreigt hem en Alden laat zich intimideren. Na een gestolen nacht met zijn geliefde Mary vertrekt hij om in de oorlog te vechten. Mary blijft alleen achter, zwanger en onbeschermd tegen Gibley’s macht. De slavin Tituba, al vanaf hun jeugd Mary’s vriendin, ontfermt zich over haar en brengt haar naar de bossen waar Mary haar ongeboren kind opoffert in ruil voor de macht om haar eigen lot en dat van Salem te bepalen. Als de dood gewaande John Alden na zeven jaar terugkeert naar Salem is ze Mary Sibley, als de echtgenote van de volledig verlamde en kwijlende George de onbetwiste koningin van het dorp.

Al snel wordt (de kijker) duidelijk dat het dorp in handen is van een heksenkring, met Mary als opperheks, het eindproduct van een lang geleden opgezet plan om Salem op de Puriteinen te veroveren. Dertien onschuldige mensen moeten er geofferd worden voor de jagersmaan, slachtoffers die de Puriteinen zelf zullen maken. Het plan is om de door de Puriteinen aangewakkerde haat en wantrouwen tegen henzelf te keren en de heksenjacht is het instrument. Net als de gekwelde dominee Cotton Mather, zoon van de beruchte en gevreesde heksenjager Increase Mather, die door Mary listig wordt bespeeld. De terugkeer van haar dood gewaande geliefde brengt haar vastbeslotenheid echter aan het wankelen.

salem-season-2     

Tot zover het verhaal. Want als recensent vond ik de ethische discussies die Salem bij ons thuis opriep eigenlijk het interessantst. De serie is onbetwistbaar feministisch. Van Mary Sibley (Janet Montgomery) zelf en de trouwe en tegelijkertijd dubbelhartige Tituba (Ashley Madekwe), tot de sceptische Ann Hale (Tamzin Merchant) en de bezeten Mercy Lewis (Elise Eberle): Salem staat bol van de sterke vrouwenrollen waarbij menig dialoog ook met glans door de Bechdel-test komt. Maar met name in de eerste afleveringen nadert de reeks ook misandrie – en zelfs bijna misantropie. Het is onmogelijk om de kant van de Puriteinen te kiezen, maar het is aanvankelijk ook niet gemakkelijk om sympathie voor Mary Sibley te koesteren. Salem is een strijd tussen twee kwaden, waarbij welk kwaad het grootst is open voor discussie staat. Het ‘odd couple’ buitenstaanders, John Alden (Shane West) en Cotton Mathers (Seth Gabel), dat de raadsels probeert te ontsluieren, is namelijk eigenlijk geen partij, maar eerder een speelbal in die strijd. (En ook in de relatie tussen Alden en de gecompliceerde Mathers schuift Salem slim met sympathie.)

Voor mijn lief lag de grens bij onschuldige slachtoffers, ongeacht welk kamp ze als eerste maakte. Dat ik begrip had voor Mary’s motivaties en hoe ze op dat punt gekomen was, moest ik echt tegen hem verdedigen. Maar het begrijpen is niet hetzelfde als het goedkeuren. Ook niet bij fictieve keuzes. Salem is naar mijn idee namelijk ook vooral een parabel voor hoe onderdrukking werkt. Want hoe harder en meedogenlozer de oppressie, des te harder en meedogenlozer de opstand ertegen zal zijn. Van Mary’s wraak op George tot de bittere bekentenis van Tituba over haar haat tegen de blanke mannen die haar tot slaaf maakten: de Puriteinen creëerden de heksen. Wreedheid voor wreedheid. Dat is wat onderdrukking met de mensheid doet.

Maar gelukkig valt er – zoals wel vaker in goede pulphorror – óók best nog wat te lachen tussen al het bloed en gore door, dus met jullie welnemen besluit ik mijn betoog, want er wacht nog een laatste aflevering van seizoen 1 op me. En zelfs een heel seizoen 2, als ik me niet vergis. Nee, ik ga niet binge-watchen, heus niet, maar alvast klaarzetten kan vast geen kwaad…