Materie om je tanden in te zetten…

New Materialism: Interviews & Cartographies (Rick Dolphijn and Iris van der Tuin)

Evelien Geerts • 9 nov 2012

De lezers van Lover die bekend zijn met het academische feministische landschap weten dat theoretische trends daar elkaar meestal vrij snel opvolgen: terwijl we in de jaren ’90 tijdens de ‘Linguistic Turn’ nog werden geconfronteerd met het allesoverheersende genderperformatieve gedachtegoed van Judith Butler, lijkt deze wending nu plaats te maken voor iets nieuws. De zogenaamde ‘Material Turn’, of de ‘new materialism’ trend – waarbij ‘new’ verrassend genoeg niet de noviteit van deze trend in de verf zet, maar eerder verwijst naar het affirmeren en herwerken van voorgaande filosofische tradities – is populairder dan ooit. Hoewel dit gedachtegoed nu centraal staat in zowat alle academische domeinen, zoals wijsbegeerte, feministische theorie en wetenschapsstudies, blijkt dit nieuw-materialistische gedachtegoed – net door z’n veelzijdigheid – toch moeilijk te omschrijven.

In New Materialism: Interviews & Cartographies geven Rick Dolphijn en Iris van der Tuin (die allebei doceren aan de Universiteit Utrecht) een verhelderende omkadering van deze nieuw-materialistische trend die de relevantie en actualiteit van dit denken goed in de verf zet. Wat daarbij opvalt is dat Dolphijn en van der Tuin er in deze allereerste monografie over ‘new materialism’ niet alleen zijn in geslaagd om deze trend inhoudelijk te conceptualiseren en methodologisch te kaderen, maar ook de nodige aandacht geven aan hoe dit fenomeen zijn wortels heeft binnen de feministische theorie. Dit wordt in het boek verduidelijkt aan de hand van twee in het oog springende interviews met feministische nieuw-materialistische filosofes Rosi Braidotti en Karen Barad –interviews die overigens een speels tegengewicht bieden aan de overige, nogal zwaar met filosofisch jargon doorspekte (maar daardoor niet minder interessante) gesprekken met Manuel DeLanda en Quentin Meillassoux.

Zo wordt in het interview met Braidotti ingegaan op hoe zij de term neomaterialisme bedacht en hoe ze met haar nomadisch en seksueel differentiedenken mee aan de wieg stond van dit nieuw-materialisme. Interessant is dat Braidotti niet alleen een helder genealogisch overzicht biedt van ‘new materialism’, maar daarbij ook benadrukt hoe feministische denkers zich steeds hebben verzet tegen de filosofische dualismen van de moderniteit zoals de scheiding tussen lichaam en geest, en tussen natuur en cultuur. In het interview met Barad komt daar nog de waarde van aan affirmatief onderzoek doen bij, in plaats van voorgaande (feministische) denktradities grofweg af te wijzen als zijnde voorbijgestreefd. Dit is niet alleen kenmerkend voor Barads eigen methodologie, maar ook voor de feministische nieuw-materialistische traditie in het algemeen waarin voorgaande feministische tradities herlezen worden zonder dat ze daarbij tot op het bot gedeconstrueerd en verworpen worden.

In het tweede deel van New Materialism (passend “Cartographies” genaamd) gaan Dolphijn en van der Tuin zelf aan de slag door hun interviews met de vier voorgaande nieuw-materialistische denkers te contextualiseren aan de hand van een analyse van de methodologie en de epistemologische veronderstellingen van het nieuw-materialisme. Daarbij slagen ze er wonderwel in hun claim dat het nieuw-materialistische denken transversaal is, i.e. dat ‘new materialism’ moderne oppositionele dualismen doorkruist, hard te maken. Zonder weliswaar de feministische ‘roots’ van het nieuw-materialisme te vergeten, wat ook weer blijkt uit de laatste twee hoofdstukken van het boek. Tot groot plezier van de feministische lezer wordt er in het voorlaatste hoofdstuk “Sexual Differing” een diepgaande en innovatieve affirmatieve herlezing doorgevoerd van het denken van Simone de Beauvoir. Dit essay geeft ons niet alleen een verfrissende herlezing van het oeuvre van de Beauvoir dat de typische opposities tussen gelijkheid versus differentie en ‘sex’ versus ‘gender’ weet te overstijgen, maar het legt ook de contouren van een nieuw-materialistische theorie van seksuele differentie die in het concluderende hoofdstuk verder wordt uitgewerkt als een praktische filosofie waarin seksuele differentie naar het niveau van een actief ‘sexual differing’ gebracht wordt.

Tot slot blijkt New Materialism: Interviews & Cartographies dus niet enkel voor academici een aantrekkelijk boek te zijn, maar weet het ook de feministische lezer heel wat te bieden. En dankzij de vlotte en heldere schrijfstijl en het feit dat het tweede theoretische deel ondersteund wordt door interviews met vier van de meest belangrijke (feministisch-)filosofische denkers van de 21ste-eeuw, slaagt New Materialism er ook in een ruimer publiek aan te spreken. Daarnaast is deze monografie doorspekt met actuele feministische theorie en worden ook de ethische en politieke consequenties van het nieuw-materialisme niet geschuwd. New Materialism is door dit alles een heus naslagwerk en aanrader voor wie mee wil zijn met een feministisch-filosofische trend die het academische landschap het komende decennium gaat bepalen…een boek om werkelijk je tanden in te zetten!

New Materialism: Interviews & Cartographiesis nu uit bij Open Humanities Press (zie http://openhumanitiespress.org/new-materialism.html) en valt binnenkort ook te verkrijgen als paperback.