Testosteron Rex. Het einde van de gendermythe
Het beeld van mannen als jagers en vrouwen als verzamelaars, zit hardnekkig in ons brein verankerd. Een overvloed (mannen) of tekort (vrouwen) aan testosteron zou nog altijd ons gedrag van vandaag bepalen. Volgens Cordelia Fine is dit niets meer dan een hardnekkige seksistische erfenis en heeft het weinig met wetenschappelijk onderzoek te maken. Vorig jaar verscheen haar boek Testosteron Rex. Het einde van de gendermythe, de opvolger van ‘Waarom we allemaal van Mars komen’.
Neuroseksisme
De Brits-Canadese filosofe en psychologe Cordelia Fine brak in 2010 door met Delusions of Gender, in het Nederlands uitgebracht onder de titel ‘Waarom we allemaal van Mars komen’. In dit boek rekent ze genadeloos af met mythes over man-vrouwverschillen. Het enige waar vrouwen en mannen biologisch gezien in verschillen, is het feit dat vrouwen kunnen baren en dat mannen gemiddeld fysiek sterker zijn. Alle andere veronderstelde verschillen zijn het product van neuroseksistische wetenschap. Fine veegt de vloer aan met talloze ‘bewezen’ aangeboren man-vrouwverschillen. Ze laat zien hoe groot de invloed is van culturele opvattingen op de wetenschap en hoe zeer empirische onderzoeken feitelijk de vigerende maatschappelijke seksestereotypen weerspiegelen.
Mentale rotatietest
In ‘Delusions of Gender’ toont Fine aan dat veel zogenaamd bewijs voor sekseverschillen stoelt op bedenkelijke gronden en dat sekseverschillen veelal zijn terug te voeren op socialisatie en self-fulfilling prophecies. Manipulatie van de sociale context leidt namelijk tot significant andere resultaten. Een van mijn favoriete voorbeelden is de mentale rotatietest, waarbij iemand moet proberen een driedimensionaal blokje in haar of zijn hoofd rond te draaien. Het is een standaardtest voor ruimtelijk inzicht, iets waar mannen van nature beter in zouden zijn dan vrouwen. Wat blijkt? Mannen scoorden inderdaad heel hoog op deze test, wanneer hen vooraf verteld werd dat de test gelinkt was aan succes in mechanica en navigatie. Wanneer, bij dezelfde test, werd verteld dat het een marker was voor succes in ‘decoratief haken, breien en bloemschikken', scoorden de mannen significant lager.
Fruitvliegjes
Vorig jaar verscheen de opvolger van Delusions of Gender: Testosteron Rex. Het einde van de gendermythe. Testosteron Rex is de verzamelnaam voor een groot aantal - zogenaamd door de evolutie gelegitimeerde - mythes over vrouwen en mannen. Je kent ze wel: mannen jagen, vrouwen zorgen, mannen nemen risico’s, vrouwen zoeken zekerheid, mannen gaan vreemd, vrouwen willen eeuwige trouw. Deze dinosaurus is wetenschappelijk al lang om zeep geholpen, maar cultureel is dit fossiel nog springlevend. De gedachte dat mannen hun sperma het liefst zoveel mogelijk verspreiden – om zo de kans op veel nageslacht te vergroten – is afkomstig van een dubieus onderzoek uit de jaren veertig van de vorige eeuw. De Britse bioloog Bateman experimenteerde met fruitvliegjes en concludeerde dat het voortplantingssucces van de mannetjes toenam wanneer ze promiscue waren. Deze studie gold lange tijd als hét bewijs van evolutionaire verschillen tussen vrouwen en mannen op het gebied van seksuele selectie. Helaas voor Bateman werd zijn onderzoek tien jaar geleden herhaald en bleek er niets van te kloppen. Ook fruitvliegvrouwtjes halen voordeel uit seks met veel mannetjes. Net als talloze andere diersoorten overigens. De mythe van de man met zijn oneindig reproductieve gave is bovendien niet te rijmen met het feit dat het voortplantingssucces van vrouwen en mannen statistisch gezien en gemiddeld genomen gelijk is. Immers, waar haalt die viriele man de te bevruchten vrouwen vandaan? Met statistische precisie en droge humor rekent Fine gedetailleerd uit dat die mythe een broodje aap is.
Rigide rollenpatronen
In drie delen – Verleden, Heden en Toekomst – loodst Fine de lezer langs een aantal ingesleten mythes over de verschillen tussen vrouwen en mannen. En citerend uit recent wetenschappelijk onderzoek schoffelt zij deze mythes een voor een onderuit. De theorie dat seksespecifiek gedrag het gevolg is van verschil in testosteronspiegel is flauwekul en niet in overeenstemming met de plasticiteit en flexibiliteit van onze hersenen. De rigide rollenpatronen kennen derhalve geen biologische basis en zijn niet evolutionair bepaald. Ze zijn niets meer en niets minder dan een aangeleerd, sociaal-cultureel en veranderbaar fenomeen.
Er bestaan geen specifiek vrouwelijke of mannelijke breinen. Evenmin is er sprake van specifiek mannelijke of vrouwelijke eigenschappen. Genderstereotypen, rollen en normen zijn cultureel gevormd en worden doorgegeven via socialisatie. Zodra het biologische geslacht van een verse baby bekend is, wordt deze in #teamroze of #teamblauw ingedeeld. Dat opdelen van mensen in de categorieën ‘vrouwen’ en ‘mannen’, én het daaraan koppelen van veronderstelde eigenschappen en geaccepteerd gedrag, is een dwingend keurslijf waar je je als individu onmogelijk aan kunt onttrekken. Hoe sterk deze aannames zijn, is bijvoorbeeld te zien in dit experiment. Marketingtechnisch is deze indeling zeer lucratief, maar evolutionair slaat het nergens op.
Tot slot
Testosteron Rex biedt een ontnuchterend inzicht en overzicht van allerlei neurologisch, psychologisch en sociologisch onderzoek op het gebied van mogelijke verbanden tussen testosteron, de hersenen en het gedrag van vrouwen en mannen. Vrouwen en mannen verschillen maar weinig van elkaar. Er zijn vooral overeenkomsten. Fine doet een zorgvuldig en onderbouwd beroep: vergeet Testosteron Rex en laten we ons focussen op de maatschappij die we willen.