The Wolf of Wall Street
Een mannenkomedie in schaapskleren
Sinds een paar jaar is de lad movie of mannenkomedie een begrip in Hollywood. Films in dit genre onderscheiden zich door grof taalgebruik, excessief geweld en niet-functioneel naakt. Gewoon jongenshumor, heet dat. De slecht gewaardeerde Movie-films (onder andere Epic Movie [2007] en Disaster Movie [2008]) waren hier al voorlopers op, maar de trilogie van de Mannenharten en Bro’s before Ho’s (beide 2013).
Deze verandering in het filmlandschap kwam voort uit de uitgangspositie van de Movie-films, die altijd een air van gène over zich heen hadden: zowel de makers als de kijkers wisten dat de films bedoeld waren om ‘slecht’ te zijn. De films hadden een laag budget, de cast bestond voornamelijk uit C-sterren of ex-pornosterren en de formule werd eindeloos uitgemolken. Het is als het ware ironisch film kijken: kijken omdat je weet dat het slecht is en je als kijker zo slim bent dat je daar boven staat. Bij The Hangover veranderde dat. Hoewel hij veel gemeen had met eerdere mannenkomedies werd deze film gemarket voor een mainstream publiek. Mannen en jongens hoefden zich nu niet meer te verbergen achter een slap ‘Ja, ik weet dat het slechte humor is, maar juist daarom is het grappig!’ maar konden onbeschaamd genieten van half ontblote vrouwen en gênante situaties.
Wat heeft dit nu allemaal met The Wolf of Wall Street te maken? Welnu, mijn hypothese is dat The Wolf of Wall Street de volgende stap lijkt in de evolutie van mannenkomedies. Het gaat hier niet om een puberfilm die de kijker een soort walhalla van drugs, seks en geweld laat zien, nu zijn er ook nog filmmakers met een bijzonder goede reputatie bij betrokken. Niemand in Hollywood zou het durven om Martin Scorsese te beschuldigen van het maken van een ordinaire komedie, laat staan één gericht op mannen in het genre van The Hangover. Niemand zou Leonardo DiCaprio ervan durven beschuldigen een karakter te spelen met de emotionele diepgang van een baksteen, en niemand durft Jonah Hill erop te wijzen dat zijn karakter eigenlijk in niets verschilt van de hij speelde. Allemaal zijn het veel te grote namen in Hollywood, dus iedereen die de film bekritiseert heeft het gewoon niet begrepen, toch?
Daar valt wel iets voor te zeggen. Juist omdat Scorsese zo’n gevestigde naam is, kan hij zich de beste kostuumontwerpers veroorloven, art-directors van topkwaliteit, en figuranten die rechtstreeks van de beste acteeropleidingen komen. Dat de film visueel indrukwekkend is, valt niet te ontkennen. Elk frame zou als schilderij aan een muur kunnen hangen en de kostuums zijn, zelfs voor achtergrondfiguren, perfect. Daarnaast wordt weer duidelijk hoe graag iedereen met Scorsese wil samenwerken doordat Jean Dujardin en Joanna Lumley, beiden erg geliefde acteurs, voor slechts een paar minuten in de film voorkomen.
Scorsese gaat hier echter te ver. De drie uur durende film zit volgepompt met testosteron. Vanaf het begin wordt duidelijk dat The Wolf of Wall Street eigenlijk alleen voor mannen bedoeld is, wanneer DiCaprio’s personage, Jordan Belfort, rechtstreeks tegen het publiek praat over zijn aantrekkelijke vrouw en zegt dat ze hun ‘lul maar weer terug in hun broek moeten doen’. Tenzij Scorsese een publiek van transgendervrouwen wil aanspreken, kunnen we ervan uitgaan dat hij er niet bij heeft stilgestaan dat er misschien ook vrouwen naar zijn film zouden kunnen gaan. De rest van de film is niet veel beter: vrouwen bestaan in de Wall Street-wereld alleen maar als passieve huisvrouw óf stripper. De twee huisvrouwen die we zien worden allebei door het script geminacht. De eerste, Jordans vrouw wanneer hij nog arm is, wordt na twintig minuten verlaten voor een model en de rest van de film niet meer genoemd. Het model verandert in de standaard trophy wife die alleen maar teert op het zuurverdiende geld van haar echtgenoot. Als ze daarna ook nog dreigt een scheiding aan te vragen en de zorg over de kinderen op te eisen (geen onterechte eis, aangezien Jordan dan al hevig aan de drugs zit en in de problemen is gekomen met de FBI) wordt dit beloond met verkrachting en huiselijk geweld, wat ook nog eens gespeeld wordt op een manier die komisch moet zijn. Een verontrustende hoeveelheid mensen in de bioscoopzaal barstte in lachen uit toen ze zagen hoe een vrouw in haar maag gestompt werd en op de grond zakte. Lekkere jongenshumor, heet dat.
De strippers worden met niet veel meer respect behandeld. Zowel door de mannen in de film als voor het toeschouwende publiek worden de vrouwen geëxploiteerd. Bijna elke scène heeft een grote dosis vrouwelijk naakt die vooral gratuit is en niets bijdraagt aan het verhaal. De vrouwen worden niet alleen geobjectiveerd, Jordan vindt het ook nog nodig om zich beledigend uit te laten over een bepaalde stripper die met veel mannen naar bed is gegaan. Nogal hypocriet voor de persoon die elke werkdag strippers boekt. Er is nog wel één vrouwelijke belegger, maar de twee hele keren dat ze in beeld wordt gebracht wordt ook haar modekeuze even genoemd. Zeer belangrijk voor een zakenvrouw die haar zaken vooral telefonisch afhandelt natuurlijk. Met de andere minderheden gaat het ook niet goed: mensen met dwerggroei worden gebruikt als levende dartpijlen en people of colour bestaan alleen als butlers, drugsdealers en zangers.
Nu is dit natuurlijk wel Hollywood en elke film in Hollywood heeft een moraal. Dus over al het bovenstaande wordt op het einde ook gezegd: ‘Hé Jordan, effe dimmen’. Maar als dit pas in het laatste kwartier gebeurt terwijl we eerst twee uur en drie kwartier konden kijken naar hoe je een ‘beter’ leven krijgt als je mensen uitbuit, verliest deze moraal zijn kracht. Er is geen tijd om Jordan te straffen voor al zijn slechte daden, laat staan om duidelijk maken waaróm hij straf verdient. Misschien nog het meest kwalijke is dat op geen enkel moment de slachtoffers in beeld worden gebracht. Jordan krijgt wel een korte gevangenisstraf in iets wat verdacht veel lijkt op een vakantieresort, maar nooit krijgt het publiek een beeld van de duizenden mensen die dakloos zijn geworden door wat de echte Jordan Belfort heeft gedaan. Dit is niet alleen een rare morele beslissing, maar ook nogal ongepast. Zou het thema van mensen die geen geld hebben niet veel beter aansluiten bij de positie waarin mensen zich nu vinden, in de economische crisis?
Ondanks alle moraal zal The Wolf of Wall Street ongetwijfeld veel prijzen en veel lof ontvangen en waarschijnlijk zelfs de boeken ingaan als een van Scorsese’s klassiekers. Op het moment van schrijven is The Wolf of Wall Street genomineerd voor vijf Oscars, in de categorieën Beste Film, Beste Mannelijke Hoofdrol (Leonardo DiCaprio), Beste Mannelijke Bijrol (Jonah Hill), Beste Regie (Martin Scorsese) en Beste Bewerkte Scenario (Terence Winter). DiCaprio won al een Golden Globe voor zijn rol.
Laten we hopen dat het daarbij blijft en dat dit niet het pad vormt naar een sluwere, gevaarlijkere versie van de lad movie.
Pippa Sterk studeert Film aan Sussex University en houdt zich bezig met minderheden in de media.