THE WOLF OF WALL STREET: DE MEGALOMAAN ONTMASKERD
The Wolf of Wall Street, Scorseses portret van Wall Street-oplichter Jordan Belfort, blijft controverse oproepen, zelfs tussen de filmrecensenten van LOVER zelf. Hedwig van Driel schreef een reactie op de recensie van Pippa Sterk waarin ze Pippa’s harde oordeel over de film nuanceert en Scorseses ogenschijnlijk kritiekloze aanpak van Belforts verhaal verdedigt.
Pippa Sterk beschreef in haar stuk ‘Een mannenkomedie in schaapskleren’ The Wolf of Wall Street als een veredelde lad movie, mooi geregisseerd door Scorsese maar inhoudelijk niet veel meer dan een Hangover of Bro’s before Ho’s [sic]. Een film die vrouwen neerzet als huisvrouwen of strippers, en die mannen als enig publiek ziet. Toch is dit een te oppervlakkige lezing, en kan The Wolf of Wall Street ook prima worden gezien als juist een kritiek op dit perspectief.
Ja, het is waar. Jordan Belfort richt zich in zijn voice-over alleen op mannen, of in ieder geval op penis-hebbers. Jordan Belfort is inderdaad een seksist die vrouwen beoordeelt op hun promiscuïteit (en dat terwijl hij zelf zo promiscue als wat is). Maar wie Belfort gelijktrekt met Scorsese, en beweert dat ook Scorsese alleen aan de mannelijke kijker denkt, die is net zo kortzichtig bezig als de mensen die het onderscheid tussen Hannah Horvath en Lena Dunham bagatelliseren.
Toegegeven: Scorsese houdt zich grotendeels op de vlakte, en brengt de kritiek die hij op Belfort heeft subtiel naar voren. Hij is voornamelijk een entertainer, geen preker. Het is dan ook geen wonder dat hij al vaker verkeerd begrepen is, bijvoorbeeld door de vele tienerjongens en studenten met posters van Taxi Driver en Goodfellas op hun muur, alsof Travis Bickle en Henry Hill ooit als helden bedoeld zijn. Maar er zijn genoeg momenten waarop de mening van Scorsese even door het glossy oppervlakte heen prikt, en waardoor we kunnen merken dat hij Belfort allerminst als held ziet.
Neem bijvoorbeeld het verhaal van de promiscue stripper. Belfort heeft het er vooral over dat hij niet kan begrijpen dat één van zijn werknemers ondanks haar verleden met haar is getrouwd. In een bijzin, alsof het onbelangrijk is, vermeldt hij ook nog even dat deze werknemer zelfmoord heeft gepleegd. Hierop zien we een heel kort shot, weg voordat je het echt goed hebt gezien, van de zelfmoord. Het is bloederig en rauw, ver weg van de gloss van de rest van de film. Het is alsof de realiteit heel even door de megalomanie van Belfort heen prikt, en snel weer wordt weggeduwd.
Of neem één van de belangrijkste momenten waarin de film van het perspectief van Belfort afwijkt (enige spoilers in deze en de volgende paragraaf). Belfort heeft verouderde Quaaludes op, en raakt haast verlamd (iets wat hij op typisch klootzakkerige wijze omschrijft als de 'cerebral palsy phase'). Hij ligt kwijlend op de stoep van de country club en weet zich zo goed en zo kwaad als het kan naar z’n witte Ferrari te slepen, en dan naar huis te rijden.
Let wel: dit is de versie vanuit Belfort’s perspectief! Hoe mensen de film kunnen interpreteren als een verheerlijking kan ik me dan ook moeilijk voorstellen. Vervolgens krijgen we namelijk een objectiever perspectief, en zien we hoe gestoord die rit naar huis is gegaan, en hoe zijn mooie Ferrari geheel in de kreukels ligt.
Ten slotte krijgen we tijdens de verkrachtingsscène die Pippa Sterk ook noemt een inzicht in hoe Belfort er op dat moment uitziet vanuit het perspectief van zijn vrouw. En dat is denk ik niet zoals enig man zichzelf zou willen zien: walgelijk, verachtelijk, eigenlijk heel sneu. In mijn zaal werd er ook her en der om gelachen, maar zoals vaker in de film is het niet lachen mét Belfort, maar om hem. Uitlachen, zou je het zelfs kunnen noemen.
Momenten als deze zijn inkijkjes. Het herinnert ons eraan dat de rest van de film subjectief is, onbetrouwbaar. Dat de film vooral toont hoe Belfort zijn eigen leven ziet, of eigenlijk hoe hij graag wil dat zijn leven gezien wordt. En laten we niet vergeten dat Belfort van nature een oplichter is.
Pippa Sterk vraagt zich af waarom er geen slachtoffers in beeld zijn gebracht. Waarom de duizenden mensen die dakloos zijn geworden door Belfort geheel uit de film zijn weggelaten. Maar om überhaupt te begrijpen waarom zoveel mensen in zee gingen met Belfort moet je zijn charme begrijpen, en de grip die de droom om rijk te worden op veel mensen heeft.
Het is een droom waar overigens sommige vrouwen ook niet ongevoelig voor zijn, getuige de aanwezigheid van de vrouwelijke werknemer in haar mooie outfits voor achter de telefoon. Toch is het ook een droom die vaak wordt voorgesteld met statussymbolen – supermodellen, snelle auto’s, stoerdoenerij met dwergen – die maar op weinig vrouwen aantrekkingskracht zullen uitoefenen.
We horen in de film één slachtoffer, één van de eerste mensen aan wie Belfort per telefoon zijn fugazi verkoopt. ‘My wife is gonna kill me,’ zegt hij, opgewonden, als de deal is gesloten. Hij klinkt als een kindje dat zijn moeder ongehoorzaam durft te zijn. Lekker stout.
‘Lekker stout’ wordt van mannen vaak geaccepteerd. In films zoals The Hangover – een walgelijke film, dat ben ik het met Pippa Sterk eens – bijvoorbeeld. Je merkt dat de bedoeling is dat je de hoofdpersonen aan het einde nog mag. ‘Boys will be boys,’ tenslotte. Ze worden dronken, ze doen vaak stom of zelfs onaardig, maar de subtekst is duidelijk: ze menen het niet slecht.
In The Wolf of Wall Street wordt duidelijk getoond wat de aantrekkingskracht is van ‘lekker stout’, maar ook hoe leeg en sneu het gedrag in feite is. Hoe wanhopiger Belfort probeert zijn leven als idyllisch voor te stellen, des te doorzichtiger het wordt. De droom van rijkdom is verleidelijk maar vernietigend – en je kan het ene aspect niet begrijpen zonder het ander.
Disclaimer: bij het verhelderen van mijn gedachtes over deze film heb ik heel veel gehad aan de inzichtelijke stukken van Glenn Kenny:
http://somecamerunning.typepad.com/some_came_running/2013/12/the-wolf-of-wall-street.html
http://somecamerunning.typepad.com/some_came_running/2013/12/more-wolf-of-wall-street.html