Uit de oude doos #5: 1996-1998

50 jaar LOVER

LOVER jaargangen 1996-1998
LOVER jaargangen 1996-1998
Miranda Valkenburg (bestuursvoorzitter)

LOVER bestaat dit jaar 50 jaar. In dit jubileumjaar blikken we elke maand terug op een halve eeuw feministisch gedachtengoed. Deze maand bladeren we door de edities van de jaren 1996 tot en met 1998. Net als in voorgaande jaren voerden recensies en besprekingen van recent gepubliceerde boeken en artikelen de boventoon. Veel thema’s die aan bod kwamen, zijn nog steeds actueel.

De eerste editie van 1996 is een themanummer over ‘spirifeminisme’ (1996/1). Met titels als Bidden met je benen, Aan gene zijde van het plezier en Heeft de fax een ziel? wordt spiritualiteit van diverse kanten belicht. “Feminisme en spiritualiteit vormen geen vanzelfsprekende combinatie”, staat er in het voorwoord. Maar, zo staat er eveneens, met name vrouwen voelen zich aangetrokken tot aura’s, astrologie en droomuitleg. Dat maakt spiritualiteit een interessant onderwerp om door een feministische bril te bekijken. Zo beschrijft Marjan Alta in het artikel New Age/Big Business hoe ook in deze booming branche mannen de hogere posities bezetten en het meeste geld binnenharken. En dat terwijl vrouwen binnen deze beweging numeriek veruit in de meerderheid zijn (1996/1, p.13). 

Digifeminisme
Het themanummer ‘digifeminisme’ is geheel gewijd aan het destijds jonge wereldwijde web (1997/3). Internet, toen nog met een hoofdletter geschreven, stond nog in de kinderschoenen. Vanuit feministische hoek was er enerzijds hoop op een nieuwe wereld en een andere realiteit. Immers, in cyberspace kun je je voordoen als een ander, dus dan doen sekseverschillen er niet meer toe. Anderzijds waren er zorgen over het penetrante mannenluchtje dat aan (digitale) technologie hangt. Het themanummer belicht beide kanten: lofzangen over de feministische potentie en diversiteit van internet én kritische beschouwingen over oude problemen in nieuwe jasjes. In Meiden aan de muis uiten Monique Volman en Edith van Eck hun zorgen over de alom aanwezige ‘gender scripts’, die er niet alleen in het onderwijs zijn, maar ook in (digitale) apparaten. Zonder gerichte interventies zullen ict- en ict-onderwijs de sekseverschillen alleen maar groter maken (1997/3, p.16-17).

Techniek
In Slimme meiden en gemiste kansen verbaast Marjan Bruinvels zich over het feit dat het aantal vrouwelijke studenten in het hoger technisch onderwijs de afgelopen vijftien jaar nauwelijks is gestegen. (1996/3, p.48-51). In andere Europese landen is de toename van meisjes aan technische en exacte opleidingen evenmin optimaal, maar Nederland scoort wel heel erg slecht. Beeldvorming, het gebrek aan rolmodellen en seksestereotiepe vooroordelen liggen hieraan ten grondslag. Bruinvels haalt onderzoek aan waaruit blijkt dat meisjes die in aparte meisjesgroepen exacte vakken volgen, beduidend beter scoren. Bruinvels doet een beroep op beleidsmakers, maar die hebben zich daar blijkbaar weinig van aangetrokken. Het aantal vrouwen in hoger technisch onderwijs was in 1980 11%, in 1994 14% en in 2022 18%. 

Indische identiteit
In het voorwoord van editie 1996/4 staat: “Volgens de in Indië geboren Hella Haasse zijn Indische Nederlanders bezig uit de geschiedenis te verdwijnen. […] Anjèz Winkler, Esther Captain en Pamela Pattynama laten zien dat niets minder waar is. Hun bijdragen aan deze Lover zijn het bewijs dat Indische identiteit volop in ontwikkeling is.” Het betreft de artikelen Een schoon schip, een gore zee door Anjèz Winkler (1996/4, p.4-5), Een archipel van verhalen door Esther Captain (1996/4, p.6-12) en Reisbrief uit Jakarta door Pamela Pattynama (1996/4, p.13-15).

Sport
In editie 1998/2 vindt het thema sport verdieping door twee artikelen en drie commentaren. Aanleiding hiervoor zijn de Gay Games die later dat jaar in Amsterdam plaatsvonden. In het voorwoord staat: “Sport heeft nog altijd een uitgesproken heteroseksueel imago, stelt Annelies Knoppers in haar bijdrage [De lange nagels van Florence Griffith (1998/2, p. 4-9)]: mannen die op het voetbalveld een figuur slaan, worden al gauw ‘mietjes’ genoemd. […] Mannelijke sporters zijn per definitie hetero. Maar voor vrouwen ligt het eerder omgekeerd: topsportsters moeten door een ‘vrouwelijk’ uiterlijk bewijzen dat ze niet lesbisch zijn.” Een voorbeeld: een golfclub die een pin-upkalender uitgaf met daarop twaalf professionele golfsters. In dat licht is het volgende artikel nog wranger dan het op zich al is. In Kampioenen zeuren niet stelt Marianne Cense seksueel misbruik in de sport aan de kaak (1998/2, p.10-13). Anno 2024 is dit nog even schrijnend en actueel.

Cabaret
“Vrouwen hebben geen humor.” Met deze zin begint het artikel Een eicel in een potje van Mieke van Tankeren en Marije Wilmink over vrouwen op het cabaretpodium (1997/1, p.10-14). Ze bezochten vijf optredens van cabaretières: Brigitte Kaandorp, Lennette van Dongen, Sanne Wallis de Vries, Els de Schepper en Kiki Heessels. De schrijfsters concluderen enigszins verzuchtend dat de vijf cabaretières veel humor hebben, maar hun grappen grotendeels beperken tot de persoonlijke levenssfeer: seks, kinderen en relaties met mannen: “Het cabareteske vermogen om te provoceren en verderfelijke zaken aan de kaak te stellen, wordt door de vrouwen die wij zagen nauwelijks benut” (p.14).

Bibliografieën
De rubriek Bibliografieën bevat literatuuroverzichten over een bepaald thema. Voorbeelden in deze jaargangen zijn Tegentonen over feministische muziekwetenschap (1996/3), Rechtsomkeert over vrouwen in racistische bewegingen (1997/1) en Gender en technologie (1998/1).

In 1996/2 is het thema ‘Indiaanse vouwen in Noord-Amerika’ - tegenwoordig aangeduid met Native American women. Antropologische studies zijn lange tijd vanuit etnocentrisch en seksistisch perspectief geschreven. Native American women kwamen vaak niet of onvolledig in beeld; alle aandacht ging uit naar prairie-krijgers die met pijl en boog, op een paard, de boel onveilig maakten voor de kolonialisten. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw kwam er verandering: oude bronnen werden opnieuw bestudeerd, waaronder (auto)biografieën van Native American vrouwen. Sinds de jaren tachtig worden steeds meer romans, verhalen en gedichten van hen gepubliceerd. Ook zijn er theoretische werken verschenen die een baanbrekend effect hebben gehad.

Opzij langs de meetlat
Het tijdschrift Opzij kent al sinds jaar en dag de rubriek ‘Langs de feministische meetlat’, waarin – voornamelijk – topmannen worden getoetst aan emancipatoire ideeën en handelingen. Bedenkster van deze meetlat was oud-hoofdredactrice Cisca Dresselhuys. In editie 1997/4 werd Opzij langs een zwart-feministische meetlat gelegd: Garjan Sterk onderzocht hoe het stond met de representatie van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen in Opzij (1997/4, p.4-8). Conclusie: niet best. Sterk is overigens mild in haar oordeel en ziet het als positief dat de zwarte actrice Alida Neslo haar kritiek hardop mocht uitspreken tijdens de viering van Opzij’s twintigjarige bestaan in 1992. “Maar wie was de volgende spreker? Frits Bolkestein, opstarter van het minderhedendebat en self-proclaimed bevrijder van moslimvrouwen” (p.8).

25 jaar LOVER
In 1998 bestond LOVER 25 jaar. De laatste editie van 1998 is volledig aan dit lustrum gewijd. In Biology is back schrijft Evelien Tonkens over sociobiologie. Waar eerst socialisatie door rolpatronen, en later constructies van mannelijkheid en vrouwelijkheid, een verklaring vormden voor verschillen tussen de seksen, wordt de biologie weer van stal gehaald. “Het komt door dat grote verschil tussen mannen en vrouwen, dat ergens verstopt zit in hersenen, hormonen en genen, of in andere geheime schuilkelders waar de maatschappij en wij niet bij kunnen komen.” Om af te sluiten met: “Er zijn aantrekkelijker alternatieven. Het analyseren van de complexe processen van (sekse)identiteitsvorming in de hedendaagse samenleving bijvoorbeeld. Of zelfverleende gratie in het aangezicht van het empowerment-geweld, in de vorm van nutteloze, onverstandige maar gezellige avondjes met drank en goed gezelschap” (1998/4, p.5-7).

Actuele onderwerpen
Postkolonialisme, de driedubbele belasting en moslima’s: vijfentwintig jaar geleden passeerden ze allemaal al de revue. De jubileumeditie 1998/4 is gelardeerd met woordgrapjes, zoals het akelig actuele ‘negeerakkoord’ met als uitleg: het bewust onbenoemd laten van een bepaalde problematiek, zodat deze doodgezwegen of naar een ander plan geschoven kan worden.

Wie denkt dat ‘trans’ een moderne uitvinding is, heeft zitten slapen. In 1997 publiceerde Tim de Jong Grensverkeer tussen de seksen. Hij beargumenteert dat het hoog tijd is “dat transen en lesbo’s, homo’s en gewono’s gaan inzien dat sekse geen binaire categorie is, maar een continuüm” (1997/1, p.4-7).

In Iraanse asielzoeksters in Nederland levert Mojdeh Farahi kritiek op het asielbeleid jegens vrouwen. Het beleid bestempelt hun vluchtmotieven doorgaans als privéproblemen. Volgens Farahi moeten ondersteunende politieke activiteiten en seksueel geweld óók als vervolgingsgrond gelden. Immers, elke vrouw die zich niet loyaal toont aan de overheid van haar land en daardoor gevaar loopt, is een politiek vluchteling (1997/4, p.18-22).

In Het hoofddoekje van Bolkestein schrijft Baukje Prins over de hypocrisie in het discours over niet-westerse culturen: “Men verwijst al snel naar de positie van vrouwen om te illustreren wat ‘beschaving’ nu eigenlijk is. Mannen die tot dan toe weinig blijk gaven van sympathieën met het feminisme, doen zich plotseling voorkomen als voorvechters voor gelijkheid en respect voor vrouwen. Op het eerste gezicht vreemd, maar bij nadere beschouwing is hier sprake van een patroon dat sinds de negentiende eeuw telkens terugkeert in de relatie tussen het Westen en de Oriënt.” Ter afsluiting schrijft ze: “Geloof in eigen onschuld is moreel en politiek gevaarlijk. Onze kennis van de wereld is altijd omstreden: wat wij weten is per definitie verbonden met de specifieke positie die wij in die wereld innemen en dus in alle gevallen voor discussie vatbaar” (1998/3, p.48-53).


Het volgende artikel in de reeks ‘Uit de oude doos’ verschijnt eind juni en gaat over de jaren 1999-2001. Eerder verschenen: #1: de beginjaren van LOVER, #2: 1980-1985, #3: 1986-1990 en #4: 1991-1995.

Wil je edities of artikelen lezen? Atria heeft alle jaargangen van LOVER in haar archief.


Help je mee om 50 jaar LOVER te vieren?
Dit jaar bestaat LOVER 50 jaar. Sinds de start in 1974 draait LOVER volledig op vrijwilligers en donaties. Voor de jubileumactiviteiten zijn extra middelen nodig. Informatie over (eenmalig) doneren vind je hier

Meer LOVER? Volg ons op XInstagramLinkedIn en Facebook.