Van stenciltje tot web-presence
Vier decennia ‘feministische’ vormgeving
Door onze T-shirtcampagne en de rubriek ‘This is what a feminist looks like’ weten we nu wel hoe een feminist (m/v) er uitziet, maar hoe ziet een feministisch blad er uit? En moet je eigenlijk vrouw of feminist zijn om dat vorm te geven? Het tijdschrift LOVER kent een rijke vormgevingsgeschiedenis. Die is tastbaar aanwezig als een prachtige schat – 37 jaargangen LOVER – in het archief van Aletta, instituut voor vrouwengeschiedenis. Janiek Kistemaker gaat op zoek naar de verhalen erachter.
In het hoofdartikel van het jubileumnummer ‘10 jaar LOVER’ (1983/4) zegt redacteur Pamela Pattynama: ‘Bij het doorlezen van de oudere nummers viel de inhoud me mee. Ik denk dat ik ervan afgehouden werd door het saaie uiterlijk en het grijze circulatiepapier. Het kón bijna geen niveau hebben wat erin stond. Ik ben bij LOVER gekomen, omdat LOVER wel voor mij alle mogelijkheden had om een interessant blad te worden.’ Collega-redacteur Marijke Mossink reageert hierop met: ‘Ik viel juist op dat saaie, degelijke.’
Marijkes voorkeur werd in die tijd nog breed gedeeld. Met een dergelijke vormgeving nam je deel aan een tegencultuur tegen de opkomende consumptiemaatschappij. Maar de tuinbroek, die op het eerste LOVERaffiche uit 1978 de drie Gratiën hun degelijkheid gaf, raakte uit de mode, net als het kringlooppapier. Al in 1980 werd Anneke Heinz gevraagd om de vormgeving en opmaak voor haar rekening te nemen. ‘Zoals het was, werd het saai gevonden. Het leek wel een gestencild dingetje’, herinnert Anneke zich. Zij was beginnend vormgeefster en actief in de vrouwenbeweging: ‘Ik vond het een mooie uitdaging om me hierin te ontwikkelen’. Zij kwam om te beginnen met een prachtig massief logo, dat bijna de hele omslag vulde, die door een felle steunkleur buitengewoon krachtig oogde. Er kwam wit papier en een gladde omslag. Ook maakte Anneke een eind aan de eentonigheid van de signalementenrubriek door die met korte strips te verlevendigen.
BOUQUETREEKS
In die tijd was het grafische vak nog een mannenbedrijf. Alle feministische bladen (en dat waren er nogal wat!) hadden uiteraard een vrouw als vormgever. Anneke herinnert zich een radio-uitzending waaraan zij deelnam. ‘Dan kwam natuurlijk de vraag of er een typisch vrouwelijke manier van vormgeven was. Daar stak ik toen graag de draak mee. Alsof vrouwen een lijntje dikker aanzetten en dat nog wat uitmaakt ook.’
Wanneer Anneke in 1983 overstapt naar tijdschrift Diva, neemt redacteur Moniek van der Kroef het over. ‘Op het punt van leesbaarheid en aantrekkelijkheid was nog winst te boeken’, vertelt zij. ‘Bijvoorbeeld door beeld op te blazen of over de rand van de bladspiegel te laten lopen.’ Voor haar was beeld echter vooral dienstbaar: ‘Het mag wel tegendraads zijn, maar nooit gaan domineren’. In de jaren dat zij het blad vormgaf, deed zich het meest geniale toeval voor dat LOVER ooit is overkomen: kunstenares Marieken Verheyen bood aan om voor één jaar de omslagen van LOVER te ontwerpen. ‘Een van de inspiratiebronnen in mijn werk was het vrouwbeeld in de media. LOVER was toen een toonaangevend blad binnen de vrouwenbeweging en het leek mij spannend om op de cover van LOVER dit onderwerp verder uit te diepen.’
‘Neem de eerste omslag’, verduidelijkt Marieken desgevraagd. ‘De tekst op de achterkant komt uit de Bouquetreeks en wordt ondersteund door een achtergrond van rozen, heel zoet. Vanaf de voorkant kijkt een zelfbewust vrouwengezicht je scherp aan. Je ziet dat zij met make-up in de weer is. Daarmee zette ik me dan weer af tegen de dogmatische kant van het feminisme, waar jezelf mooi maken ten strengste werd afgekeurd.’
WONDER
Maud Everwijn begon in 1986 en heeft bijna twintig jaar lang het gezicht van LOVER bepaald. Ook bij haar moet je niet om een exposé over typisch vrouwelijke of feministische vormgeving komen. ‘Ik werkte vooral vanuit mijn eigen gevoel voor schoonheid. Toen ik bij LOVER kwam was de vormgeving nog altijd een “gewoeker” met de ruimte op de bladzij. Door meer wit te laten en ruim te openen, maak je een pagina uitnodigend zonder opdringerig te zijn.’ Het is te zien: soms paginagroot beeld en titels die pagina’s met elkaar verbinden, leiden de lezer als het ware de tekst binnen. Waardering blijft dan ook niet uit. In 1989 hield LOVER een enquête onder haar abonnees: ‘Waar vrijwel alle lezeressen het over eens zijn, is de vormgeving: “Esthetisch vind ik het tijdschrift een wonder, zo mooi is het.”’
Terwijl tussen ‘85 en ‘95 het binnenwerk steeds luchtiger en levendiger wordt, houden jaarlijks wisselende kunstenaars de kwaliteit van de omslagen hoog. De basis is telkens een beeldmontage, geïnspireerd door het zogenaamde ‘hoofdartikel’, maar de vrijheid die men neemt is groot.
‘KAALKOP’
Voor de vormgevers uit die tijd zijn de feministen van LOVER niet altijd even gemakkelijk. Hierover zegt Kitty Molenaar, die van ‘95 tot ‘98 met veel enthousiasme de omslagen maakte: 'Toen ik met een voorstel kwam waarbij er een archetypisch nare man op de omslag zou komen te staan, was men daar niet voor te vinden. Misschien terecht, maar een dergelijk feminisme stond wel erg ver van mij af.’ Voor Kitty was het ontwerpen van de omslag vooral een inhoudelijke en technische uitdaging. ‘De middelen waren beperkt, zowel technisch als financieel. Dus bedacht ik het beeld, vroeg vrienden of familie als model en fotografeerde zelf.’
Een fraai voorbeeld daarvan zijn de omslagen bij het themanummer ‘Comix en cartoons’ (1995/1) en ‘Spirifeminisme’ (1997/4). ‘Een bevriende grimeur schminkte de gezichten en maakte een “kaalkop”. We hadden er veel lol in.’ In 1998, toen studio Wildvlees (Emmy Brekelmans en Joost van Wilgenburg) het ontwerp verzorgde, zien we Photoshop zijn intrede doen. Model is Emmy Brekelmans zelf, die de komende jaren vaker op de omslag zal figureren. Joost was overigens de eerste man die aan de vormgeving van LOVER meewerkte. ‘Het was wel Emmy die solliciteerde, maar al gauw kwam ik ook mee naar het overleg met de eindredacteur.’
BABYFOTO
Joost herinnert zich dat Emmy en hij in het begin wel ‘een beetje voorzichtig’ waren. Feministen hadden ook voor hen nog de reputatie rechtlijnig te zijn. De praktijk viel reuze mee. Eindredacteur Marije Wilmink bleek juist een stimulerende factor bij het loslaten van die voorzichtigheid. Zo kwam er in ‘99 toch een stukje man op de cover: de ogen van Joost zelf, met in de felblauwe iris een babyfoto van Emmy. Of je vrouw of feminist moet zijn om een feministisch blad vorm te geven? Joost haalt zijn schouders op: ‘Wat ik wel merk, is dat een artikel waarvan de inhoud mij aanspreekt ook mijn creativiteit als vormgever prikkelt. Sommige artikelen, zoals vakwerk, zijn notoir moeilijk.’
Dat laatste is ook de ervaring van de huidige beeldredacteur Cathelijne Berghouwer. ‘Het is vaak heel lastig om beeld te vinden bij zo’n abstract verhaal. Aan de andere kant is dat ook weer een uitdaging en kan ik er soms een grapje mee uithalen dat mij in ieder geval plezier bezorgt.’ In de jaren dat Cathelijne het beeld voor LOVER verzorgt, is er veel veranderd. ‘Om te beginnen ging het beeldbudget bij mijn komst drastisch omlaag. Gelukkig ben ik fotograaf, dus kan ik als dat zo uitkomt, zelf de foto’s maken.’ In haar keuze voor beeld is Cathelijne de voorzichtigheid beslist ontstegen. ‘Meer naakt!’, lacht zij. ‘Ik probeer toch vooral esthetisch aantrekkelijk en ondersteunend te werken. Met beeld kun je een artikel maken of breken.’
MAKE-OVER
Vanaf 2006 spelen voor het eerst andere motieven dan schoonheid en tegendraads zijn een rol bij de vormgeving van LOVER. Het aantal abonnees moet omhoog en daarom zoeken de redactie en vormgevers naar een duidelijkere positionering op de bladenmarkt. Vormgeefster Mirjam Herrebrugh bedenkt voor LOVER een heuse make-over, die Joost als verfrissend heeft ervaren. ‘Het idee was om qua beeldvorming bij een blad als de Groene Amsterdammer aan te sluiten en van binnen speelser te worden. We kregen echt de vrijbrief om los te gaan.’ Deze strategie heeft zeker een mooie LOVER opgeleverd, maar helaas bleef het aantal abonnees achter. Daarom heeft u hier het laatste nummer van het papieren tijdschrift LOVER in handen.
Wij verdwijnen niet, maar gaan verder als open acces medium voor feministische journalistiek op het internet. Onze website is prachtig vormgegeven door Olga Lundgren (Océaan Design). Maar zal die ooit een schat in het archief worden? Annette Mevis, archivaris van Aletta: ‘Jazeker. De Koninklijke Bibliotheek archiveert websites en Aletta heeft daarbij een adviserende taak waar het gaat om het documenteren van de geschiedenis van vrouwenemancipatie.’ Zelf neem ik mij voor een mooie screenshot van de nieuwe LOVER site te maken. Die komt - ingelijst en wel - in het archief van Aletta.