Voor 'that kind of girl'
Een bespreking van Lena Dunhams memoires
Natuurlijk wil je als jonge moderne feminist de memoires van Lena Dunham lezen. Je kijkt gretig Girls, je wilt weten welke plek die serie in haar leven inneemt. Trekt Dunham haar eigen pad trekt of bespeelt ze slim de mediawereld? En hoe belangrijk zijn memoires van een twenty-something?
Ironische irritatie
Dunham’s memoires zijn vervat in ironische anekdotes. Maar haar kritische toon openbaart zich gaandeweg helaas als oppervlakkig en er je blijft achter met onbeantwoorde vragen over passages die vermoedelijk grappig bedoeld waren. Dat het lachen de lezers niet echt wil lukken bleek al uit de misplaatste media-aandacht voor de vagina van Dunhams zus en Dunhams verkrachting door haar kennis Barry. Zoals gebruikelijk in onze maatschappij werd Dunham verweten dat ze haar kleine zus seksueel misbruikt had en dat haar aanklacht tegen Barry onterecht was.
Dunham wil – mede door deze persoonlijke ervaringen – in haar memoires een duidelijk feministische boodschap formuleren en anderen die geen plek hebben in de patriarchale samenleving aanmoedigen die plek op te eisen. Maar in de praktijk verliest zij zich in een hysterische presentatie van haar ervaringen. Dunham zet de lezer herhaaldelijk op het foute been in haar memoires. Zo noemt ze haar opvoeding aanvankelijk feministische indoctrinatie, maar later mept ze om zich heen over seksediscriminatie in de mediawereld. Hierdoor neemt ze nergens duidelijk positie in, terwijl ze juist voortdurend pretendeert dat wel te doen. Het begrip van de lezer wijkt voor irritatie. Bovendien: Dunham gaat niet in op de politieke implicaties van haar uitspraken. Over feministische indoctrinatie spreken is niet ongevaarlijk in tijden waarin – om een recent Nederlands voorbeeld te noemen – de Julien Blancs worden gesteund door opiniemakers. Dat het feminisme weer trendy is, laat anti-feministen niet koud en Dunhams uitspraken kunnen gemakkelijk uit hun context worden gerukt. Als schrijver zou zij zich daar bewust van moeten zijn.
Privilege is dead, long live privilege
Wat de politieke stem van Dunham betreft, weten we het al lang: ze is eenblanke geprivilegieerde bij uitstek en schaamt zich er niet voor. Sterker nog, ze meent zelfs dat haar privilege haar evengoed het harde leven heeft getoond als hen die zijn opgegroeid in minder goede wijken. ‘Ik had niets over het leven geleerd wat ik niet al in Soho had geleerd’ zegt ze nadat ze als participerend socioloog contact had met de minder geprivilegieerden. Ze meent het.
Dunham bespreekt in detail haar therapiegeschiedenis en haar psychische aandoeningen die haar leven tot de dag van vandaag zwaar maken. Psychische aandoeningen zijn zeker geen pretje, maar Dunham lijkt zo haar ‘zware leven’ te willen legitimeren. Het lijkt alsof ze haar kunstenaarschap gelijkwaardig acht aan de psychische aandoeningen van leeftijdsgenoten wiens gekte voortkomt uit sociaal-economische omstandigheden. Of heb ik haar ironische ondertoon niet goed begrepen? Het punt is: bij zoveel ironie heb je als lezer geen zin meer om je af te vragen wat ze nou wel of niet bedoelt.
Enfin, je kunt niemand verwijten geprivilegieerd te zijn, je kunt ze wel ter verantwoording roepen over hoe ze daarmee omgaan. Dunham pretendeert tenminste niet voor minderheden te kunnen spreken. Ze bevestigt wel een stereotype: een blanke denkt niet na over de eigen huidskleur. Het is jammer om te zien dat Lena Dunham in dat opzicht erg op Hannah Horvath lijkt. Dunham is er evenmin in geslaagd ‘a voice of a generation’ te worden, ze blijft ‘a voice of a few’. En dat ze deze keer vanuit het ‘sociale medium literatuur’ tot ons spreekt doet aan haar boodschap uiteindelijk – jawel – weinig afbreuk. Of haar schrijfstijl je nu wel of niet aanspreekt, de gelijkenis tussen Dunham en Horvath is aangenaam.
That kind of Girl
Dunham stelt in elk geval veel belangrijke onderwerpen aan de orde in haar memoires, onderwerpen die losstaan van klasse en etnische afkomst. Zoals het ontkennen van een feit dát je bent verkracht of hoe een verkrachting inwerkt op je leven. Of dat je nooit met iemand in een bed moet slapen die je het gevoel geeft dat zijn/haar private space aantast. Dat het focus van de wereld voortdurend op dunne lange vrouwen ligt en niet op kleine mollige vrouwen. Hoe je een geschikte therapeut vindt. Dat je psychische aandoeningen niet simpelweg kunt helen, maar dat je er wel mee kunt leren leven. Enzovoort.
Dunham schreef feelgood-memoires die passen bij de simpele titel Not that kind of Girl. De levenslessen die Dunham verwoordt laten je achter met de fijne illusie dat je groots kunt zijn, en meer dan in bijvoorbeeld Sex and The City speelt daarde imperfectie van het alledaagse leven een rol bij. Dunham slaagt erin zich helemaal bloot te geven en haar openhartigheid neemt je mee naar haar wereld zonder dat je je een voyeur gaat voelen. Een stem heeft ze, en omdat het Lena Dunham is vergeven we haar dat dat de stem is van een hysterische geprivilegieerde New Yorkse.