Mijn gender, mijn gezondheid

Introductie nieuwe serie

Mette Bekius • 19 okt 2017

Een vriendin van me stond een paar jaar geleden op met hoofdpijn. Op zich niks bijzonders, behalve dat de hoofdpijn maar niet overging. Dagenlang, wekenlang, maandenlang, elke dag hoofdpijn.Ze werd van fysiotherapeut naar neuroloog naar psycholoog naar kaakchirurg gestuurd, om er steeds vanuit een ander standpunt naar te kijken. “Je zit in een verkeerde houding”, “je slaapt op een verkeerd kussen”, “je klemt je tanden te veel op elkaar”, en uiteindelijk “sorry, dan weet ik het ook niet meer”. Het leidde allemaal tot veel aanpassingen, onzekerheid, en het gevoel dat ze niet serieus genomen werd met haar problemen. Het verhaal van mijn vriendin is een uitzondering, denk je? Nee, dit soort dingen gebeuren continu. En 70-90% van de zorggebruikers met zulke onverklaarde lichamelijke klachten is vrouw.

Gendersensitieve zorg

Al in 2012 heeft LOVER een tot 1992 officieel niet deel mochten nemen aan medisch onderzoek (in Amerika) is er namelijk nog steeds een groot gebrek aan data over vrouwspecifieke symptomen, bijwerkingen en ziektes. En dan hebben we het nog niet eens over het gebrek aan aandacht voor de gezondheidsbehoeften specifiek aan LGBTQIA+ groepen, zoals in dit artikel wordt beschreven. Om hier verandering in te brengen is meer gendersensitieve gezondheidszorg nodig.

Confronterende cijfers

WOMEN Inc. heeft een aantal harde cijfers op een rij gezet, die duidelijk maken dat de rol van gender bij ziekte niet langer genegeerd kan worden. Zo wordt bij vrouwen 54% van hartaanvallen gemist, doordat de symptomen vaak anders zijn dan bij mannen. Hetzelfde geld voor autisme, waarbij 45% van de vrouwen eerst een verkeerde diagnose krijgt omdat ze andere symptomen vertonen dan mannen. Vrouwen hebben ook 50-70% meer kans op bijwerkingen van geneesmiddelen dan mannen en belanden 33% vaker in het ziekenhuis door bijwerkingen.

Gelukkig komt er de laatste tijd steeds meer aandacht voor dit probleem. Zo is de Hartstichting vorige maand een campagne begonnen met de naam gender en gezondheid, waarin 12 miljoen euro wordt besteed aan het verkleinen van de kennisachterstand over man-vrouwverschillen in gezondheid en zorg.

Voorbij de cijfers

Wat fijn, kun je denken (en denk ik ook), al die aandacht. Maar het is wel een heel specifieke vorm van aandacht: aandacht waarin nummertjes en percentages centraal staan. En zo vergeet men al snel dat het hier gaat om echte mensen, met echte kwalen, die echt niet geholpen worden. Dat er een geleefde werkelijkheid schuilgaat achter al die abstracte getallen die in een onderzoeksrapport ergens in een lade stof aan het vangen zijn. We kunnen door het bos de bomen niet meer zien, om het zo maar te zeggen.

Om die geleefde werkelijkheid weer centraal te stellen zal LOVER de komende tijd regelmatig een artikel publiceren waarin een ervaringsdeskundige aan het woord komt. Verhalen over veel te late of uitblijvende diagnostiek omdat je niet in het plaatje past, over voorlichting die niet blijkt te kloppen omdat het voor jou toch echt anders zit. Kortom, over genderblindheid in de gezondheidszorg en de misstanden die daaruit ontstaan. Want ja, hartstikke goed, al die onderzoeken en campagnes en congressen over ‘gender en gezondheid’, maar wij houden het toch op ‘mijn gender, mijn gezondheid’. Want uiteindelijk gaat het niet om ‘de gemiddelde vrouw’ of ‘zoveel procent van de vrouwen’, maar om mij, en mijn vriendin, en jou, en ons allemaal.