De macht van de pen

De macht van de pen
De macht van de pen

Vandaag, op 3 mei, is het de Internationale Dag van de Persvrijheid. In ons kikkerlandje lijkt persvrijheid een vanzelfsprekendheid. In vele andere landen is persvrijheid – en breder: vrijheid – een zwaar bestreden of nog te bevechten recht. Nu corona wereldwijd leidt tot al dan niet intelligente of milde lockdowns, ligt het risico op onvrijheid dichterbij dan ooit.

Ons besef of begrip van wat vrijheid is, wordt op de proef gesteld gedurende deze coronacrisis. Voor velen voelt het alsof hun vrijheid wordt afgenomen, door de overheid die beslist tot een lockdown. Zie de protesten in de VS en andere landen van mensen die weer aan het werk willen. Maar in hoeverre wordt onze vrijheid aangetast? Gaat het niet voornamelijk om onze bewegingsvrijheid? We moeten zoveel mogelijk thuisblijven. Ja, de gevolgen van de lockdowns voor de economie zullen vergaand zijn. Veel mensen krijgen te kampen met financiële zorgen. Gebrek aan inkomsten betekent nog minder vrijheid om te kunnen doen wat we willen en kopen wat we (denken) nodig te hebben. We kunnen echter nog steeds onze gedachten verwoorden, vereeuwigen, onze creativiteit uiten. Sterker nog: we kunnen met onze gedachten naar buiten treden, beelden maken en stukken schrijven, en dat allemaal zonder in de gevangenis te belanden of erger. De lockdown is in Nederland niet ingesteld om mensen hun vrijheid te ontnemen, maar om ze te beschermen.

Het naderen van 4 en 5 mei in deze coronacrisis zette ons aan het denken over de betekenis van vrijheid. Wat wij nu meemaken is ingrijpend, maar valt in het niet bij wat men doormaakte tijdens de Tweede Wereldoorlog. Redacteur Rosanne dacht met name terug aan toen ze als tiener het dagboek van Anne Frank voor het eerst las. Haar bezoek aan het Anne Frank Huis, dat dit jaar 60 jaar bestaat, maakte ook een grote indruk op haar. Anne kon haar gedachtes kwijt op papier, maar moest onderduiken. Pas na haar dood en na het einde van de oorlog, konden haar woorden worden gepubliceerd. Het is soms moeilijk om je voor te stellen dat Anne opgroeide in een omgeving waarin boeken van joodse schrijvers via boekverbrandingen werden vernietigd. Wij leven in een tijd waarin het in de meeste landen voor de meeste mensen mogelijk is om hun gedachtes en meningen kenbaar te maken aan de wereld. Ook al kunnen we niet voorkomen dat op onze gedachtes en meningen een stempel gedrukt wordt, we beschikken in ieder geval wel over de vrijheid van meningsuiting. Helaas is dit niet overal ter wereld het geval.

Een zorgwekkend voorbeeld hiervan is Turkije. Al jaren wordt de persvrijheid in dit land aan banden gelegd. ‘Persvrijheid is onderdeel van de vrijheid van meningsuiting en expressie. Dit recht is opgenomen in Artikel 7 van de Grondwet, artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.’ Turkije staat op plek 154 op de ranglijst van Reporters Without Borders. Er is bijvoorbeeld sprake van internetcensuur, die duidelijk draait om de repressie van de bevolking en iedereen die kritisch tegenover de heersende regering staat.

Tijdens een coupepoging in 2016 werden zo’n 165 uitgeverijen, kranten en andere mediabedrijven gesloten en journalisten belandden in de gevangenis. Nog steeds zitten er in geen enkel ander land zoveel journalisten opgesloten als in Turkije. Sterker nog, nu het Turkse parlement heeft besloten om in verband met coronaverspreiding 90.000 gevangenen vrij te laten, geldt deze regeling niet voor politieke gevangenen. Journalisten zitten en blijven dus vast. Premier Erdogan lijkt de coronacrisis aan te pakken om de persvrijheid in het land nog verder te beperken. Zo zou hij tijdens een kabinetsvergadering hebben gezegd dat Turkije niet alleen verlost moet worden van het coronavirus, maar ook van ‘alle media en politieke virussen’. De huidige situatie rondom persvrijheid in Turkije belooft in ieder geval niets goeds.

Een veelgehoord argument tijdens een crisis als de huidige coronacrisis, is dat dit niet de tijd is om op te komen voor zaken als mensenrechten. Er is immers een crisis te bezweren. Politica Petra Stienen beschrijft in De Groene treffend hoe tijdens de revolutie in Egypte een protest op Internationale Vrouwendag heftig bekritiseerd werd. De kritiek was gebaseerd op het idee dat vrouwenzaken nu secundair waren aan de revolutie die op dat moment plaatsvond. Zoals Stienen het krachtig in twee woorden verwoord: ‘Nu niet’. Kom later maar weer terug met die mensenrechtenzaken.

Net zoals vrouwenrechten in praktisch elke crisis onder druk komen te staan, gebeurt dit in zekere mate ook met persvrijheid. Vandaag, op de Internationale Dag van de Persvrijheid, is het een goed moment om hierbij stil te staan. Persvrijheid is iets om te waarderen, want het stelt ons in staat om kritisch te zijn, om te leren en elkaar te vinden in ideeën. Het houdt ook in dat we ons kunnen verenigen om te strijden tegen onrecht. Daarom roepen we bij dezen op om je uit te spreken over het belang van persvrijheid, bijvoorbeeld met de hashtag #FreeTurkeyJournalist. Anne zei het ons ruim vijfenzeventig jaar geleden al: ‘Wat geweldig dat niemand ook maar een moment hoeft te wachten met het verbeteren van de wereld’.

Sinds 1993 wordt jaarlijks op 3 mei de Internationale Dag van de Persvrijheid in. Op deze dag worden wereldwijd vermoorde journalisten herdacht. Daarnaast wordt er solidariteit gevraagd voor journalisten die gevangen zitten of op een andere manier hun werk niet in vrijheid kunnen doen en heeft de dag als doel om het debat over persvrijheid te blijven voeren.

 

Steun LOVER!
Vond je dit een goed artikel? Wil je dat Nederlands oudste feministische tijdschrift blijft bestaan? Laat je waardering blijken door een (eenmalige) donatie en help ons. LOVER draait uitsluitend op vrijwilligers en donaties. Elke euro is welkom en wordt gewaardeerd. Meer informatie vind je hier.