BEVRIJD DE VROUWELIJKE LUSTBELEVING!

De mythe van de vrouwelijke monogamie

Natasja van Loon • 12 jun 2014

Eens in de zoveel tijd tref je een boek dat de evangelist in je wakker maakt, omdat de inhoud zo’n openbaring is dat je het direct na lezing met zoveel mogelijk mensen wilt delen. Wat vrouwen willen van Daniel Bergner is zo’n boek. Zijn stelling: monogamie mag in het Westen een ideaal zijn, het doodt het vrouwelijke libido. Het interview dat Bergner aan het dagblad Trouw gaf, trok vandaag dan ook als een lopend vuurtje over de Facebook-pagina’s van mijn vrouwelijke vrienden. Niet dat deze beginnende viral me verbaast, al sinds ik Wat vrouwen willen zelf uit heb en erover praat wordt de lijst met potentiële leners (leensters) ervoor langer en langer.

Maar hoe graag ik het ook wil delen, ik heb het zelf nog even nodig. Want eens in de zoveel tijd tref je een boek waarover je moet schrijven, zoveel mogelijk, en dit boek is zo’n boek. Ik wil geen recensie schrijven, dat heb ik al gedaan en de recensievorm doet het maatschappelijk gewicht van dit boek tekort, zo moest ik concluderen. Nee, dit artikel is een pleidooi, voor de bevrijding van de vrouwelijke lustbeleving. Want wat Bergners boek vooral aantoont, is hoe schadelijk de dominante norm van vrouwelijke monogamie is voor de vrouwelijke psyche. Van het fenomeen sletvrees tot de pathologische somberheid die soms gepaard gaat aan libidoverlies bij vrouwen met een langdurige partner. Het idee dat vrouwen de hoeders zijn van de monogamie is een sociale constructie; een truc van het patriarchaat om de vrouwelijke seksualiteit aan mannelijke controle te onderwerpen. En dat terwijl er veel meer tekenen zijn die erop wijzen dat vrouwen juist minder monogaam zijn dan mannen.
Neem het meervoudige orgasme, bijvoorbeeld. Het feit dat vrouwen een meervoudig orgasme kunnen hebben duidt er juist op dat vrouwen evolutionair gebouwd zijn voor meer dan één seksuele partner achter elkaar. Waar de man zich na het hoogtepunt terugtrekt, kan de vrouw de opwinding van de eerste coïtus meenemen naar de volgende. Onderzoek bij resusapen liet zien dat het onder de apinnen van deze primatensoort op die manier werkt. En ook bij ratten bleken de vrouwtjes de initiators van seksueel verkeer, niet de mannetjes. Dat dit nooit eerder was opgemerkt, heeft alles te maken met de blinde vlekken die de patriarchale normen op de vrouwelijke monogamie jarenlang op het onderzoek naar de menselijke seksualiteit geworpen hebben. Pas sinds de jaren 90 wordt de vrouwelijke lustbeleving onderzocht. En nog altijd wordt dit onderzoek niet op de grote universiteiten uitgevoerd, omdat die het niet prestigieus genoeg achten.

Een boek dat de evangelist in je wakker maakt, heeft meestal ook een persoonlijke component. Het raakt je omdat je iets herkent. Dat is tussen mij en Bergners boek niet anders; ik ervoer Wat vrouwen willen als een echte eyeopener omdat het iets voor me verklaarde dat jarenlang een knagend, onbegrepen, er-klopt-iets-niet-gevoel was. Ik ben namelijk zelf ook niet monogaam, en ik vond weinig zo bevrijdend als dat aan mezelf toegeven. In de jaren waarin ik me wanhopig aan de monogame normen probeerde te conformeren begon ik aan zo’n ernstige vorm van post-coïtale tristesse te lijden dat ik letterlijk dood wilde na afloop van seks. De interviews met de vrouwen in dit boek die iets soortgelijks in dezelfde situatie ervoeren waren het meest confronterend.
Ik heb in mijn leven meermalen van meer dan één man tegelijk gehouden en het was altijd een worsteling met schaamte omdat ik niet aan de conventies kon voldoen. Een persoonlijk falen. Pas toen ik een relatie kreeg waarin er ruimte was voor polyamorie verdween de tristesse. Dat wil niet zeggen dat ik er op iedere gril naar handel, dat ik niet monogaam hoéf te zijn is al een verademing. Van twee mannen houden kan echter nog altijd niet openlijk. Niet voor het oog van de wereld. Wel slaagde ik erin een dubbele relatie te onderhouden waarin beide mannen volledig van elkaar op de hoogte waren. Juist dat ik er bij beiden open over kon zijn, bracht me nader tot hen.
Dat aspect van openheid prikkelde mijn LOVER-collega Eva M. Verbeek in de discussie op mijn Facebook-pagina tot een scherpe en zeer ware observatie. ‘Het probleem met veel niet-monogame relaties is dat er wel een poging gedaan wordt om het in te delen als traditionele relatie. En nee, dan werkt het niet, denk ik. Bovendien zijn er, denk ik, meer 'shades of non monogamy'. Het gaat volgens mij ook om open zijn, niet pretenderen dat je alleen elkáár mooi vindt, of dat je elkaars verleden met andere liefdes ontkent. Het gaat ook om elkaar al een verleden met anderen gunnen, de pijn die het teweeg heeft gebracht, etc. Maar misschien begint het al met iemand intieme relaties met anderen te gunnen, al dan niet seksueel van aard. Want tussen vriendschap en liefde zit tenslotte maar een vage lijn. En ik ken zat mensen die elkaar dat soort intimiteit al amper gunnen.’
Ik kan het er niet méér mee eens zijn.

Een radicale verandering van de maatschappij zodat deze meer ruimte biedt aan vrouwelijke polyamorie beangstigt veel mensen. In zijn boek en in het interview onder de link hierboven geeft Bergner hier een voorbeeld van, naar aanleiding van de lustpil voor vrouwen, waar nu aan gewerkt wordt om de pathologische gevolgen van vrouwelijk libidoverlies te bestrijden. Dáár wil de farmaceutische industrie namelijk wel in investeren, vanwege de economische potentie. Bergner was bij een vergadering van de industrie waar de aanwezigen bang bleken dat wanneer de Amerikaanse autoriteit die middelen toelaat de lustpil té effectief zou zijn. ‘Ze mogen ook weer geen nymfomanen creëren. Het is de angst dat de seksueel agressieve vrouw de samenleving zal doen instorten, zei een expert letterlijk.’
Ik zeg: laat die samenleving dan maar instorten, erg functioneel is ze al lang niet meer. Misschien kunnen we er dan eentje bouwen waarin vrouwen geen therapeut meer nodig hebben om hun eigen polyamorie te accepteren. En misschien is dat dan ook wel een wereld waarin mannen niet overal ter wereld meer de behoefte voelen om de vrouwelijke seksualiteit aan mannelijke controle te onderwerpen. Misschien levert dat ook wel minder, of zelfs geen gewelddadige uitwassen van die controle op.
Daarmee wil ik overigens niet zeggen dat we in die nieuwe wereldorde voorbij zouden moeten gaan aan individuele behoeftes. Vrouwelijke polyamorie mag net zo min de norm worden als vrouwelijke monogamie dat ook nu niet mag zijn. Maar er moét een gezondere inrichting van ons liefdesleven mogelijk zijn.

Daniel Bergner, ‘Wat vrouwen willen; een onderzoek naar vrouwelijke verlangens & een afrekening met de mythe van de vrouwelijke monogamie’, vertaald door Rob van Moppes, uitgeverij Lebowski, 236 p., € 17,50, is 14 februari 2014 verschenen.


bergner__small